Dat Douwe Bob een grote naam in de muziekgeschiedenis van Nederland is, is geen geheim. Sinds dit jaar mag hij ook ‘chefkok’ aan zijn oeuvre toevoegen. Met het boek ‘VUUR: over koken met vuur en het vuur in jezelf’ neemt hij de lezer middels recepten mee in zijn leven en waar gerechten voor hem een belangrijke rol gespeeld hebben.
Het boek is verdeeld in verschillende voedingsgroepen. Toch begint het met een voorwoord van goede vriend van de zanger: Arie Boomsma. Hij maakt hierin met mooie woorden duidelijk dat Douwe een man met een hart van goud is; “Het was tot op de ochtend (red. van het etentje) onduidelijk of Douwe er wel bij zou zijn. Het was zijn eigen initiatief, maar eerder die week verloren zijn vrouw en hij een kindje. Iedereen had het begrepen als hij thuis was gebleven maar Douwe kwam toch. Zijn ogen rood omrand, verdrietig, leeggehuild. (…) Maar Douwe kwam niks halen, hij kwam iets brengen. Hij gaf ons allemaal de kans onze eigen verhalen, ons kleine of grote verdriet in het oude jaar achter te laten en samen een nieuw jaar te vieren.”
Het boek is niet alleen voorzien van mooie woorden en lekkere recepten, ook van prachtige foto’s van Douwe Bob-‘huisfotograaf’ Tony Perez. Douwe helemaal in zijn element, voor de verandering niet op het podium maar achter de grill. In dit autobiografische kookboek leert de lezer meer over de nuchtere Amsterdammer. De zanger kampt met een alcoholverslaving en dat is hem niet vreemd.
De recepten draaien om één van zijn motto’s: ‘Mens sana in corpore sano’, oftewel ‘Een gezonde geest huist in een gezond lichaam’. Biologische en/of zelfgekweekte producten vormen zijn ‘nieuwe’ levensstijl. Douwe: “Kleuren, geuren, geluiden het is alsof er een soort waas is verdwenen en dat ik alles nu helderder zie en meemaak. (…) Beschouw de recepten als een blues-schema: het brandend vuur waarnaar je altijd terug kunt keren.”
In het boek kijkt Douwe veel terug naar zijn verleden. Zijn vader, tevens ook alcoholist, is een rode draad in dit boek. Veel metaforen die gegeven worden tonen aan dat zijn doen en laten veel van zijn jeugd weg hebben. Zijn vader was vroeger perfectionist als kunstschilder zijnde, dat is voor hem in de keuken nog steeds te merken.
Hoewel het boek oogt als kookboek, zitten er veel levenslessen en metaforen in verwerkt die niet alleen in de keuken maar ook in het dagelijks leven gebruikt kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is ‘niet bang zijn, maar hou het sjiek’. Herkenbare momenten zijn te vinden in het boek en verwerkt in de recepten. Bob is een fervente bezoeker van de Waddeneilanden en de kokkels in deze zee zijn inspiratie voor de pappardelle met kokkels.
Voor een muziekfan is het leuk dit kookboek te lezen. In de teksten wordt onbedoeld toch verwezen naar liedjes. ‘Want zeker bij knoflook geldt: overdaad schaadt. Twintig violen kunnen prachtig klinken in een liedje. Maar je haalt de kracht van een song weg als je ze overmatig toepast.’
Het is duidelijk te zien hoe trots Douwe is op wat hij zelf opgebouwd heeft. Zijn vrouw Anouk krijgt de kans om haar krachtontbijten te laten zien, en zelfs zoontje Elias mag zijn heksensoep vol trots presenteren. Dat is de laatste knaller van het boek, wat laat zien dat Douwe ook in staat is om humor om te zetten in iets moois.
Utgeverij: Sauberhaus
ISBN: 9789083455693
