Woensdagavond stond de Amerikaanse singer-songwriter Jason Mraz in een uitverkocht Paradiso in Amsterdam. Het concert maakte deel uit van zijn nieuwe ‘I’m Yours’ tournee. De zanger keerde na zes jaar tijd eindelijk terug naar een Nederlands podium. Met alleen zijn gitaar bracht de zanger een intieme akoestische avond. Mraz brak in 2008 door met het album ‘We Sing, We Dance, We Steal Things’, waar onder andere zijn grootste hit ‘I’m Yours’ op staat.
De zaal stroomde al snel vol voor het voorprogramma van folkzanger Gregory Page. In zijn set kreeg hij onverwachts versterking van Jason Mraz zelf, die de zaal alvast opwarmde.
Mraz trapte de avond af met ‘Still Yours’, de titeltrack van zijn huidige tournee. De show in Paradiso was de enige Nederlandse show. Vroeg in de set volgde al gauw de eerste grote hit; ‘Lucky’, waarbij de hele zaal luidkeels meezong. Later op de avond volgden er nog meer publieksfavorieten waaronder ’93 Million Miles’, ‘I Feel Like Dancing’ en uiteraard kon ‘I’m Yours’ niet ontbreken.
Met veel interactie en humor tussen de nummers door wist Mraz de aandacht moeiteloos vast te houden. Zo grapte hij meermaals over de houding van bepaalde mensen in het publiek of de vele vallende bekers. Ook zijn vaste cameraman Bushwalla kreeg een hoofdrol deze avond. Halverwege de avond liet Mraz hem een live slow motion filmen, wat voor hilariteit zorgde bij het publiek. Tijdens ‘Be Where Your Feet Are’ kreeg de cameraman zelfs de rol van achtergronddanser toegewezen.
Wat de intieme sfeer in de zaal af en toe doorbrak waren de harde geluiden uit de kleine zaal, die vooral vanaf de balkonranden goed hoorbaar waren.
Na twee uur spelen sloot Mraz de avond af met publieksfavoriet ‘I Won’t Give Up’. Het publiek zong voor het laatst nog een keer massaal mee, waarna Mraz het podium verliet. Het decor deze avond waren wat simpele spotlights die op de zanger gericht stonden. Simpel in zijn eenvoud, maar met de akoestiek van Paradiso werkte dit erg goed. De zanger beloofde de fans dat het niet nogmaals zes jaar zal duren voordat hij terugkeert naar de Nederlandse podia.
Foto’s (c) Jayno Berkhoudt