In de kleine zaal van Muziekgebouw Eindhoven liet The Kik donderdagavond zien waarom ze zo geliefd zijn in het Nederlandse muzieklandschap. Frontman Dave von Raven en zijn mannen brachten een avond vol smartlappen, covers en eigen werk, doorspekt met de typische humor die de band kenmerkt.
The Kik opende met ‘Daggie niet gelachen’, dat net als de andere eerste nummers bijna kermisachtig klonk. Door de hele show heen bleek The Kik erg op de carnavalesque tour. Groenewegen en Spies dansten in de maat alsof ze naast elkaar solo de polonaise liepen, meteen de toon zettend voor een avond waarin muziek en entertainment hand in hand gingen. De band, bestaande uit gitarist Arjan Spies, bassist Marcel Groenewegen, drummer Ries Doms en toetsenist Paul Zoontjens, liet horen waarom ze als een van de leukste live-bands van Nederland gelden. Dominique Paats, voormalig accordeonist van Malando, gaf met zijn accordeon- en trompetspel extra kleur aan de avond als gast van de tournee.
Von Raven toonde zich zoals we hem kennen: een geboren verteller, die tussen de nummers door het publiek meenam in verhalen over de Nederlandse muziekgeschiedenis. Vermakelijk was zijn uitweiding over Johnny Hoes en diens Telstar-label, ontstaan omdat Philips Records in Hilversum niet toegankelijk was voor iedereen uit Amste… waarbij von Raven diplomatiek zijn woorden inslikte om het scheldwoord Amsterdam te vermijden.
Het grootste deel van de setlist bestond uit covers van Nederlandse levensliedklassiekers. ‘Ik wou je’ kreeg een mooie behandeling, al pakte von Raven keer op keer niet het biertje dat hem werd aangereikt. Bij ‘Café bazin’ probeerde Von Raven keer op keer een stukje te blazen op trompet, maar kon hij tussen de zinnen keer op keer niet op tijd inzetten, waarna de accordeon het overnam. Bij ‘Het spijt me Parijs’ werd von Raven onderbroken door Spies: “Je zingt verkeerd: Reims in plaats van Parijs.” Von Raven legde uit dat dit moest omdat er een naam van een presentator moest rijmen die hij niet meer mocht noemen: Matthijs (van Nieuwkerk).
Toen er een telefoon afging in de zaal, begon von Raven een zoektocht naar de eigenaar. Hij liep de zaal in, maar Spies haakte in: “Het klonk als een oude Nokia, dus vast van iemand van 50, 55, 60 plus.” Von Raven: “Dan kan ik de zoektocht wel staken.”
Na ‘Plastic rozen’ volgde BB Band’s ‘Stille Willie’, vergezeld van een verhaal over John Larry, waarbij Spies probeerde hem te verwisselen met John Leddy. John Larry’s ‘Dicht bij jou Cherie’ was een hoogtepunt, met Spies die theatraal op zijn knieën ging zitten voor zijn solo en zelf naar de volgspot moest schuifelen. Zoontjens pakte de gitaar die midden op het podium stond en kroop klungelachtig met het instrument achter de piano.
Franky Dee’s ‘Signorita’ kreeg een krachtige behandeling van drummer Ries Doms, die een flinke drumvoorstelling gaf. Het instrumentale ‘Olé Guapa’ van Malando werd vakkundig uitgevoerd door Paats op accordeon, gevolgd door The Kik’s eigen tango ‘Denk aan mij’.
Von Raven vertelde uitgebreid over Johnny Hoes en de Adelstand studio in Weert. Hoes werkte eerst bij Philips Records, niet in Eindhoven maar in Hilversum, maar daar kon je niet terecht als je niet uit Amste… kwam – opnieuw slikte von Raven het woord Amsterdam in. Daarom richtte Hoes Telstar op.
De Zangeres Zonder Naam’s ‘Komedie’ werd gevolgd door verhalen over verschillende labels van Johnny Hoes, waaronder het label Ohjee. Von Raven vroeg wie wist wat voor muziek er daarop werd uitgebracht. Toen maakte hij de fout om de enige in de zaal die het wist voor lullig te willen zetten, niet wetende dat hij juist diegene aanpakte die hem nu “de slechtste, foutste, meest miserabele, vreselijkste, zieke, kleuterachtige, flauwe, Amsterdamse zanger” zou kunnen noemen… Het zou kunnen… Een reeks pikante snippets volgde: Johnny Sex’ ‘Constant heeft ’n hobbelpaard’, Hete Harrie’s ‘Was ie maar niet zo klein’ en Pietje Potent’s ‘Brand in het bordeel’. Alle schuine woorden werden weggepiept met een kleine claxon. ‘Altijd op tijd’ kreeg mooie trompetbegeleiding van Paats.
Voor ‘Chérie!’ van Eddy Wally was het tijd voor saxofoon. Zoontjens pakte de saxofoon, hing hem om en deed alsof hij speelde, maar het waren duidelijk de toetsen die het geluid maakten. Na de bandintroductie volgde ‘Alleen nog maar alleen’. De toegift was theatraal: de band liep het podium op en aan de andere kant er weer af, om vervolgens terug te keren. Von Raven nam even de tijd om te denken aan “iemand die er niet bij is vanavond… omdat ie geen zin had om van Fijnaart hierheen te komen.”
Frans Bauer’s ‘Als sterren aan de hemel staan’ zorgde voor het grappigste moment van de avond toen Zoontjens van zijn kruk viel en door Spies werd geholpen. Het leek niet met von Raven afgesproken, want die schoot in de lach. De avond sloot af zoals hij begon: met ‘Daggie niet gelachen’. The Kik leverde een avond af die liet zien waarom ze zo geliefd zijn: vakmanschap gecombineerd met humor en een diepe liefde voor het Nederlandse lied. Het was cabaret, concert en masterclass Nederlandse muziekgeschiedenis tegelijk. Een avond om niet snel te vergeten, vol muziek, verhalen en de warme humor die The Kik zo uniek maakt.