Het vinyl kraakt muziek tot leven als een oude herinnering die opborrelt uit de donkere hoeken van een wegcafé. Vijf jaar na zijn overlijden stijgt Joseph Aldenzee’s stem op uit de groeven van ‘Pompen of Verzuipen’ met dezelfde uitdagende helderheid die zijn te korte opnamecarrière kenmerkte. Het album arriveert als een ansichtkaart uit een parallelle tijdlijn, dragend nieuws van wat had kunnen zijn. Een echo uit langvervlogen tijden.
In 1977 kerfde Aldenzee zijn initialen in het Nederlandse muzieklandschap met zijn eerste album ‘Schud mijn Hand,’ uitgebracht op het Belgische label Parsifal. Zijn gearticuleerde, poëtische confrontaties vonden verwantschap met artiesten als Boudewijn de Groot, Joost Nuissl en Bots – troubadours die melodie met boodschap balanceerden. Maar terwijl zij de hoofdwegen van succes bewandelden, leek Aldenzee vastbesloten de stoffige zijwegen te verkennen, compromisloos en eigengereid.
Toen executives bij Parsifal terugdeinsden voor Aldenzee’s reggae-experiment ‘Kom toch Bij me,’ verdween het vervolgalbum op de plank, om er nooit meer vanaf te komen. Het is onmogelijk deze track nu te horen zonder te denken aan hoe Doe Maar later reggaeritmes zou inzetten om Nederland te veroveren, wat ons doet afvragen of Aldenzee simpelweg een paar afslagen vooruit was op de culturele snelweg.
In plaats daarvan nam hij een omweg naar commercieel werk, en creëerde anonieme hits zoals ‘De Rode Ridder’ onder het pseudoniem D. Deckmyn/J. Dortmunder – een flexidisc promotieplaatje dat bij Nederlandse huishoudens binnenkwam met waspoeder. Je kunt je Aldenzee bijna voorstellen tijdens familiebijeenkomsten, ogen rimpelend van ondeugd terwijl hij dit verhaal vertelde, een outlaw-artiest die erin slaagde zijn kunst binnen te smokkelen in nietsvermoedende huishoudens.
Het nieuwe album zelf, liefdevol tot leven gewekt door zijn zonen en een neef, voelt als een familietrip door Aldenzee’s creatieve landschap. De zes geremasterde demo’s behouden hun rauwe directheid terwijl ze arrangementen tonen die uitgebreider zijn dan zijn debuut ooit kon doen vermoeden. Zijn folk-fundamenten blijven intact, maar de structuren die erop gebouwd zijn onthullen een artiest die gretig grenzen verkende, en zelf alle muziek tot zich nam, midden in de culturele wereld stond en is blijven staan.
‘Adieu’ staat als een bijzonder hoogtepunt – een afscheidsbrief die een poëtische gifpil in zijn vaarwel laat glijden, onthullend hoe de Peelfilosoof onomwonden omging met emotionele eerlijkheid. Waar anderen hun scherpe kantjes misschien hadden verzacht na overleg met vertrouwelingen, denderde Aldenzee voorwaarts met een ‘what you see is what you get’-houding die zelfs decennia later verfrissend ongefilterd aanvoelt.’ Veel geluk me je nieuwe eikel’ zing Aldenzee ‘ Zo eentje om mee te neuken, zo eentje uit de Nassaulaan’. Echter dan dit wordt het leven niet. Mooi.
De gelimiteerde vinylpersing geeft deze release het gevoel van een gekoesterd artefact – iets om door te geven tussen de handen van degenen die de betekenis ervan begrijpen. Hoewel ‘Pompen of Verzuipen’ waarschijnlijk geen Aldenzee-revival in het bredere culturele bewustzijn zal inspireren, staat het als een verweerde wegwijzer die wijst naar een alternatieve geschiedenis van de Nederlandse popmuziek.
Terwijl de naald deze liedjes tot leven krast, is er het onmiskenbare gevoel dat we getuige zijn van iets historisch belangrijks, niet vanwege commercieel succes, maar omdat authentieke stemmen als die van Aldenzee ons eraan herinneren waarom we überhaupt stoppen om te luisteren. (7/10) (Clipmusic Publishing)