Er zijn van die momenten in de geschiedenis van de popmuziek die je later kunt aanwijzen als het einde van een tijdperk. Zondagavond was zo’n moment, toen Derek William Dick, beter bekend als Fish, voor de allerlaatste keer op een Nederlands podium stond. De tot de laatste staanplaats uitverkochte Muziekgieterij in Maastricht was het decor voor een emotioneel afscheid van een artiest die al vier decennia een bijzondere band heeft met het Nederlandse, en in het bijzonder het Limburgse publiek. Een band die werd gesmeed op die gedenkwaardige juni-middag in 1984, toen Fish met Marillion het Pinkpop-publiek in Geleen aan zijn voeten kreeg tijdens de Fugazi-tour. Wat toen begon als een romance tussen de charismatische Schotse frontman en het Limburgse publiek, eindigde gisteravond als een waardig afscheid van oude vrienden.
De samenstelling van het publiek in de Muziekgieterij vertelde het verhaal van Fish’ rijke muzikale erfenis. Ja, ze waren er ook: de middelbare dames met kort, kittig kapsel die in 1984 hun dochter ‘Kayleigh’ hadden genoemd en ongeduldig achterin de zaal wachtten op dat ene bekende nummer. Maar zij vormden slechts een kleine minderheid in een zaal die vooral gevuld was met echte liefhebbers. Het merendeel van het publiek, grotendeels de vijftig gepasseerd maar daarom niet minder gepassioneerd, was hier niet voor één hit maar voor het grotere verhaal. Ze kwamen voor de man die de progrock toegankelijk maakte zonder artistieke concessies te doen. Tussen de doorgewinterde fans, velen gehuld in t-shirts van tours uit vervlogen tijden, stonden ook opvallend veel jongere gezichten. Een nieuwe generatie die de voetafdruk die Fish in de rockgeschiedenis heeft achtergelaten op waarde weet te schatten, en begrijpt dat zijn erfenis veel verder reikt dan die ene radiohit.
Toen de zaallichten doofden en de eerste tonen van Rossini’s ‘La Gazza Ladra’ door de speakers klonken, ging er een golf van herkenning door de zaal. Het was geen toeval dat Fish koos voor deze ouverture, die onlosmakelijk verbonden is met Marillion’s ‘The Thieving Magpie’, het live album dat zijn Marillion-jaren documenteerde. Het was zijn eerste knipoog naar het verleden op een avond die er nog vele zou kennen. Toen de band ‘Vigil’ inzette, werd meteen duidelijk dat Fish nog steeds beschikt over die karakteristieke, machtige stem die hem al vier decennia onderscheidt van zijn tijdgenoten. Het nummer onderstreepte ook direct waar Fish voor staat: geen commerciële artiest, maar een schrijver die ’toevallig’ zanger werd. Toen de laatste regels ‘But when I can’t scream no more and I need reassurance, I listen to the crowd’ door de Muziekgieterij galmden, barstte het eerste grote applaus van de avond los. Het publiek begreep de betekenis: op deze laatste Nederlandse show zou Fish die bevestiging nog één keer krijgen van zijn trouwste fans.
Fish omringde zich deze avond met een band van vertrouwelingen – muzikanten die hem al jaren trouw vergezellen op zijn muzikale reis. Het was een tournee die eigenlijk al in 2018 gepland stond, toen nog met de Nederlandse gitaarvirtuoos Marcel Singor in de gelederen. Corona gooide destijds roet in het eten na slechts één show in Schotland, maar het uitstel heeft de band alleen maar hechter gemaakt. Vooral de vocale chemie tussen Fish en Elizabeth ‘Lizzy’ Antwi was een genot om te aanschouwen. Antwi, die al sinds 1999 met Fish samenwerkt en als sessiemuzikante haar stem leende aan talloze Britse hits uit de jaren negentig, bewees weer eens haar toegevoegde waarde. Haar soulvolle stem vormde een perfect contrast met Fish’ karakteristieke geluid, wat vooral tot uiting kwam in ‘Just Good Friends’. Het nummer, oorspronkelijk geschreven voor een samenwerking met Moya Brennan van Clannad en later opgenomen met Sam Brown, kreeg in de Muziekgieterij een nieuwe dimensie. De chemie tussen Fish en Antwi maakte het nummer bijna theatraal, waarbij de twee stemmen elkaar perfect aanvulden en versterkten. Het bewees nog maar eens dat Fish meer in zijn mars heeft dan alleen progressieve rock; de man kan ook een ijzersterke popsong schrijven als hij dat wil. Het was een van die momenten waarop de muzikale veelzijdigheid van de Schot ten volle tot zijn recht kwam.
Wie dacht dat Fish zijn Marillion-verleden zou vermijden, kwam bedrogen uit. Met maar liefst vijf nummers uit zijn periode met de band liet hij zien dat hij vrede heeft met zijn muzikale geschiedenis. Opvallend, en voor sommige fans wellicht een gemis, was het ontbreken van materiaal van zijn laatste meesterwerk ‘Weltschmerz’. Maar Fish had iets anders in petto voor het Maastrichtse publiek. Op de vooravond van Wapenstilstandsdag kreeg de zaal een integrale uitvoering van het epische ‘The High Wood’ van het album ‘A Feast of Consequences’. Een bijzonder moment, want dit complexe vijfdelige epos over de Eerste Wereldoorlog toont Fish op zijn best als verhalend schrijver. Van de huidige staat van het High Wood, waar nog steeds de lichamen van meer dan 8000 soldaten rusten, via de laatste cavaleriecharge bij Crucifix Corner, tot aan de moderne parallel met een soldaat die op uitzending gaat naar Afghanistan – Fish wist de geschiedenis tot leven te brengen met een intensiteit die de zaal muisstil kreeg. Het was een herinnering aan zijn gave om complexe, historische verhalen te verweven met persoonlijke emoties, een talent dat hem onderscheidt van veel van zijn tijdgenoten.
Er schuilt soms een zekere ironie in het leven. Uitgerekend ‘Kayleigh’, het nummer waar die dames met hun kittige kapsels achterin de zaal zo lang op hadden gewacht, bleek gisteravond de enige echte misser in een verder vlekkeloze show. Fish, die op dit punt in de toegift al meer dan twee uur zijn ziel en zaligheid had gegeven en aan zijn 27ste show van de tour bezig was, worstelde zichtbaar met zijn ademsteun. Maar het maakte eigenlijk niet uit. Het was als een kleine oneffenheid in een verder perfect tapijt van herinneringen, waarin juweeltjes als ‘Lavender’ en ‘Heart of Lothian’ veel meer glans gaven aan het afscheid dan die ene radiohit ooit zou kunnen. Het publiek, dat al die jaren de ontwikkeling van Fish van provocerende frontman tot gerijpte verhalenverteller had meegemaakt, toonde zich dankbaar. De handen gingen massaal de lucht in, en Fish, zichtbaar geëmotioneerd maar voldaan, genoot. Hij wist: dit was precies zoals het hoorde te zijn, een waardig afscheid van een publiek dat hem al die jaren had begrepen.
Toen Fish in een eerder interview in 2020 met Maxazine al sprak over zijn naderende pensioen, zei hij: “Ik wil in stijl afscheid nemen van mijn publiek. Zoals ik al zei; I’ve been there, I’ve done it and I sold a wardrobe full of t-shirts.”
Zondagavond in de Muziekgieterij bewees hij dat dit geen loze woorden waren. Het was een afscheid in stijl, waarbij de zanger nog één keer liet zien waarom hij al vier decennia tot de groten der aarde behoort. Niet als de man van die ene hit, maar als een artiest die progressieve rock toegankelijk maakte zonder zijn artistieke integriteit te verliezen. Als een verhalenverteller die complexe thema’s als oorlog, liefde en verlies weet te vangen in songs die onder je huid kruipen. En bovenal als een performer die zijn publiek altijd op de eerste plaats heeft gezet. Toen de laatste tonen wegstierven en Fish met een laatste groet het podium verliet, besefte iedereen in de zaal: dit was meer dan een concert, dit was het definitieve einde van een tijdperk. Maar wat een tijdperk was het. Veertig jaar na die eerste kennismaking op een zonovergoten Pinkpop-weide in Geleen, nam Limburg definitief afscheid van een van haar meest geliefde muzikale vrienden.
Foto’s (c) Harry Heuts