Het Absolutely Free Festival (AFF) kende afgelopen weekend zijn 22ste editie. Een tweedaags festival, dat gerust ‘onderscheidend’ genoemd mag worden, aan de voet van de C-Mine in het Belgisch Limburgse Genk. Gratis (!), maar met elk jaar een prachtig affiche. Hoe krijgen ze dat voor elkaar? Tijd om organisator Lennart Janssen aan het woord te laten.
Dat doen we backstage op zijn ‘eigen’ festival, terwijl de geluiden van Eosine onze ruimte binnen dwarrelen. Lennart vertelt met gepaste trots. “Het festival ontstond in de jaren ’90. Maar vanaf 2008 zie je duidelijk de contouren van het huidige festival, zoals onze duurzaamheid. Maar we wilden vooral een tegenreactie op de inwisselbare line ups van andere festivals. Toen 2012 het team werd verjongd, werd ook onze huidige muzikale richting bepaald: de focus op alternatieve en avontuurlijke geluiden.
Daarvoor hebben we een heel uitgebreid programmatieteam, met muzikanten, producers en anderen die effectief in de sector werken. Over heel Vlaanderen, waardoor we heel snel jonge Belgische bands kunnen oppikken. Zo hadden we al in oktober 2023 het Gentse Lézard vastgelegd. We voelden dat het een interessant geluid was. Daarna begon het voor hen echt te lopen, zoals het winnen van Soundtrack. We vertrekken dan ook niet vanuit uitstraling of grootte. We kijken wat ons triggert. En natuurlijk mag je niet alleen programmeren wat je zelf leuk vindt. Dan mis je al snel iets. En je moet natuurlijk afwisseling hebben in je line up. Al komt ons publiek toch voornamelijk voor de gitaarbands. Dat werkt ook het best bij ons.”
En zo wordt er een aantal maanden aan het affiche gewerkt. “We vertrekken vanuit de headliners. Die gaan de kleur van het festival bepalen. Tegelijk leggen we ook al wat kleinere bands vast. En dan maar bouwen… Zo is The Murder Capital dan postpunk, maar wel iets bredere. Daar kun je, zeker op je mainstage, wel onder gaan bouwen. Gisteren hadden we Gilla Band als headliner. Dat is een wel heel specifiek geluid. Die moet je niet na The Bony King of Nowhere zetten. Dus dan pak je Tramhaus en Gurries.” Een pittige line up… “ Lennart lacht. “Maar hij klopt wel. Als we een elektronische headliner zouden hebben, zoals vorig jaar Dan Deacon, dan zoeken we het ook meer in de elektronische niches.”
Daarbij wil het Absolutely Free Festival ook de rol van springplank hebben. “We proberen artiesten te boeken vóór hun grote doorbraak. Zodat het publiek naar hier komt om ze zelf te kunnen ontdekken.” Lennart verwijst naar het affiche van vorig jaar. “Fat Dog, Deadletter en Lambrini Girls lagen negen maanden tevoren al vast. Daarna zijn ze ontploft. Fat Dog en Deadletter worden nu zelfs regelmatig op Studio Brussel gedraaid. En we worden steeds meer opgenomen in het groeiplan van artiesten. Bij Belgische, maar ook buitenlandse agencies. Met het idee om dit jaar op AFF te staan en volgend jaar door te stromen naar de grotere festivals. Daarbij werken we vrij nauw samen met het Micro Festival in Luik. We kijken samen welke bands matchen. Zo kunnen we agencies meteen twee spots aanbieden. Soms zelfs drie, want we werken ook samen met het Luxemburgse Congés Annulés. Zoals in 2022 met Pink Siifu & Negro6!’. Hem hadden we in ons eentje nooit naar hier kunnen halen.”
Even terug naar het eigen festival. Aan de voet van cultuurcentrum C-Mine, de culturele erfenis van de steenkoolmijn Winterslag in Genk. Hoe Genks is AFF eigenlijk? “We zijn honderd procent Genks, ook met onze identiteit. We zijn net zo koppig en eigenzinnig! We gaan hier ook zeker niet weg. We horen bij de stad en bij de regio. Hier werkt een gemotiveerd team van zo’n twintig man. En ook de cateraars op het terrein, de foodtrucks, komen alle uit Genk. Maar we hebben wel een nationale en Euregionale uitstraling. Zo krijgen we ook steeds meer Nederlanders over de vloer. Dat doen we bewust met de programmatie. Door de interessante snoepjes uit Nederland naar hier te halen, zoals Tramhaus.”
En als we het toch over Nederland hebben. Dan ook maar meteen over geld… “Hoe doen jullie dat: een gratis festival, met zo’n line up?” “AFF is een volledig onafhankelijke vzw.” Voor de Nederlandse lezers: een ‘vereniging zonder winstoogmerk’, een non-profit organisatie dus. “En gelukkig krijgen wij subsidie. Anders kunnen wij dit niet. Maar muzikaal gezien kunnen wij doen wat wij willen. Natuurlijk binnen de financiële en wettelijke kaders. Met in 2019 een natuurlijk kantelpunt: moeten we gaan downsizen of juist gaan professionaliseren? We kozen voor het laatste. Zo werk ik nu in loondienst voor de organisatie en heb ik zes mensen onder mij, die meest halftijds in dienst zijn.”
Met deze basis kon AFF de laatste jaren sterk groeien. Voor de duidelijkheid: de letters AFF stonden altijd voor Absolutely Free Festival. Tegenwoordig is het de naam van de organisatie. Die dus onder andere het festival organiseert. Maar intussen nog veel meer doet. “Zoals het Little Waves festival, in coproductie met C-Mine. Maar we doen ook de club AFF Bootstraat in Hasselt, hebben speciale lokatieconcerten en zijn de regionale trekker en organisator van Soundtrack… O ja, en we hebben natuurlijk nAFFt, waar we onze jeugdige vrijwilligers opleiden.”
Tijd voor een heel persoonlijke vraag. “Of ik nog groter wil groeien…? Ik weet het niet. Kijk, ons publiek is in twee groepen op te splitsen: de muziekliefhebber, die op het affiche afkomt. En mensen die het hier gewoon gezellig vinden. Ik wil niet dat het publiek het gevoel krijgt ”ik ben hier op het zoveelste major festival”. Ik vind het dan belangrijker om kleiner te blijven, maar wel genoeg bezoekers te krijgen om uit de kosten te komen. Ik heb dan ook niet per se die neiging om gigantische stappen te zetten.”
Tot slot: gedurende het gesprek viel vaak de naam Gilla Band, één van de headliners. Niet voor niets, blijkt nu. “Dat is mijn droomband. Gilla Band is de belichaming van waar het Absolutely Free Festival voor staat: die dwarsheid, die eigenzinnigheid. Die ‘je m’en focus’, richting alles en iedereen” Voor de Nederlanders: die schijt hebben aan alles…. “Gilla Band is misschien een buitenbeentje, maar dat zijn wij dan ook.”
Foto’s (c): Christoph Dehousse