Het Luikse Uhoda Jazz Festival trok zich zaterdag helemaal niets aan van de voorjaarsregen die het publiek achter de façades van het oude stadscentrum joeg. Hoe harder het buiten regende, hoe gezelliger het werd aan de bar van Hotel de Clercx, het centrale middelpunt van het festival waar jazzliefhebbers, muzikanten, verdwaalde straatmadeliefjes en mensen met moeilijke brillen elkaar wisten te vinden in hun liefde voor de jazz, elkaar of het vermoeden van een betere toekomst, al was het maar voor een nacht.

De zaterdagavond van het festival bleek er wederom een om door een ringetje te halen. Er was ruimte voor het ontdekken van nieuwe geluiden, of het herontdekken van oude geluiden die een nieuwe jas hadden aangetrokken. Het avontuur wachtte in de theaters van de oude binnenstad. Om de muziekhonger te stillen, lichtte Maxazine er voor vandaag twee artiesten uit. Een uit nieuwsgierigheid naar het onbekende, de Senegalese zangeres Maina die haar internationale debuut maakte op het festival in Luik, en Shabaka, de Engelse multi-instrumentalist die de instrumenten waar we aan gewend zijn in de jazz heeft ingeruild voor een tas vol exotische fluiten, waaronder de Japanse Shakuhachi-fluit. Een avond vol ontdekkingen dus.

Maina

Maina Sourang is afkomstig uit de meest noordelijke stad van Senegal, Saint-Louis, meer precies uit Ndar, het schiereilandachtige aanhangsel van de stad, gelegen tussen de monding van de Senegal rivier en de Atlantische Oceaan, waar de vissers elke ochtend weer hun pirogues de oceaan induwen om hun dagelijks brood te verdienen. Maina werkt al heel wat jaren aan haar carrière waarin ze ervoor kiest om niet de mbalax te spelen. Zij kiest ervoor zich te laten inspireren door jazz en pop, zoals bijvoorbeeld Nina Simone, naast haar West-Afrikaanse roots, en dat blijkt in de praktijk prima samen te kunnen gaan. De zangeres liet zich in Luik begeleiden door een internationale begeleidingsband met een Togolese toetsenist, een trompettist uit Congo-Brazzaville en een Senegalese percussionist, die dit keer eens niet de djembé had meegenomen, maar de begeleiding speelde op twee omgekeerde kalebassen en een waterkalebas, waardoor er een grotere rijkdom in de begeleiding ontstond.

Maina heeft een prettige, goed getrainde zangstem in het mezzo-sopraanbereik. Haar muziek is jazzy, tegen het popidioom aan, waarin ze haar roots niet vergeet. Een grote bijdrage daaraan komt van de zeer inventief spelende Ibou op de kalebas. Je hoort in haar muziek de invloed van de overleden grootmeester Habib Faye waarmee ze nog heeft samengewerkt. Luister maar eens naar ‘Sama Yaye’, dat met trots het Faye-keurmerk draagt. ‘Sante Yalla’ wist te betoveren, ondanks de wat basic begeleiding, vergeleken met de studio-opname, maar het was een mooie showcase van haar stem. Het optreden in Luik viel goed in de smaak bij het aanwezige publiek en met Maina hebben we waarschijnlijk andermaal een artiest uit Senegal erbij gekregen die kan groeien om een groter publiek te bereiken. Het is nu wachten op een eerste volledig album van de zangeres.

 

Shabaka

De Engelse Shabaka Hutchings speelde later op de avond in het oudste theater van de stad, de Tocadero, weggestopt in een zijstraatje van een winkelstraat. Shakbaka, geboren in Londen maar opgegroeid op Barbados, speelde in zijn jeugd veel in calypso-bands en dansorkesten. Hij was een begenadigd saxofonist en houtblazers kenden geen geheimen voor hem. De laatste jaren heeft hij echter gekozen voor een radicaal andere aanpak, en het was dan ook een wonderlijke aangelegenheid op het podium van de Trocadero. Shabaka trad aan met een begeleidingsband van een pianist, een analoge synthesizer set-up en twee harpisten. Dat alleen is natuurlijk al voldoende om de aandacht te trekken. Shabaka had een grote leren zak bij zich met een grote variëteit aan traditionele fluiten. Dwarsfluiten, blokfluiten, rieten fluiten, bamboefluiten, metalen fluiten. Ze waren er allemaal. Het ensemble speelde een dwarsdoorsnede van zijn laatste twee releases. En het moet gezegd, de spirituele tovenarij die de man beoefent, kende zijn weerslag. Hij varieert zijn spel van percussief tot bijzonder fraai en melodieus, van klassiek tot wereldmuziek, alles komt voorbij.

Een compositie als ‘Insecurities’ weet de zaal muis- en muisstil te krijgen. Je zag de communicatie tussen de muzikanten die in deze samenstelling pas voor de tweede keer met elkaar speelden. Is dit jazz? De vraag zal gesteld worden. Zeker, is het antwoord. Zoals Shabaka het zelf uitlegde is dit een zoektocht, terug naar de wortels van de muziek, waarin niets voor waar wordt aangenomen, en waar sommige antwoorden anders bleken te zijn dan wat wij altijd voor waar hadden aangenomen. Daarin zit de verwondering en de vernieuwing. Muziek zoals je die nog nooit gehoord hebt, is bij uitstek jazz. Shabaka zal niet de die-hard puristen meekrijgen, maar eenieder die zijn ziel openstelt voor schoonheid zal geraakt worden door de muziek van Shabaka. Als je de kans krijgt hem te gaan zien spelen, grijp die dan met beide handen aan.

En zo deed het Uhoda Jazz Festival precies waarvoor er jazzfestivals zijn. Mensen verbazen met nieuwe namen en nieuwe muziek.

Foto’s (c) Jan Vranken

Deel: