Gordon Sumner loopt al meer dan vier decennia rond met de bijnaam ‘Sting’. Geen mens die hem meer met zijn echte naam aanspreekt. Gek eigenlijk. Soit. De man is al even lang ook een icoon in de popmuziek. Begonnen als postpunker en frontman van The Police heeft hij zich ontwikkeld tot een artiest die in vele genres kan shinen. Naast de piketpaaltjes die hij samen met the Police in de rockgeschiedenis sloeg met albums als ‘Outlando’s d’Amour’ en ‘Zenyatta Mondatta’, won hij het grote publiek met soloalbums als ‘The Dream of the Blue Turtles’ en met ‘Nothing like the Sun’ bleek de voormalige punker zelfs in gesophisticeerde jazz kringen bon-ton te kunnen worden. Wat een artistieke ontwikkeling had Sumner doorgemaakt!

Eigenlijk moeten we nu in retrospectief vaststellen dat het daarna ook wel een beetje gedaan was. Sting werd bijzonder reflectief en zong albums vol over zijn kindertijd, maakte een plaat met Shaggy en ging uitgebreid zitten herkauwen op zijn werk met the Police. Het is eigenlijk al veel te lang geleden dat er een album van Sting uitkwam dat mensen meer deed doen dan niet bijster geïnteresseerd een wenkbrauw optrekken. Nu is er dan ‘The Bridge’. Het album bevat 13 nummers en tikt net de drie kwartier aan.

Klinken doet het album prima. Dat kan je goed overlaten alle rockdino’s die nu nog platen maken. Ondanks dat het goed klinkt is het een gemakzuchtig album geworden. Sting grijpt terug op het idioom van met name ‘The Dream of the Blue Turtles’, maar dan beduidend minder uptempo. De man is inmiddels ook al zeventig jaar, dus dat is oké Het album begint helemaal prima, met een van de beste tracks: ‘Rushing Water’. Ga daar maar eens lekker voor zitten. Lekker spelend met de vocalen en een best nog rockend refrein doet dit meteen denken aan de goede oude tijden.

‘If its love’ dan, een liefdesliedje van een oudere heer. ‘Love has no season’ zingt hij aandoenlijk of een kinderlijk eenvoudig melodielijntje. En hij doet het erom, een stukje fluiten erdoorheen ook nog. Gegarandeerd dat dit een oorwurm wordt. Lekker positief ook, hebben we wel nodig these days. Zo gaat het eigenlijk het hele album door. Het album is een soort van afgezwakte, brave opvolger van ‘Blue turtles’. Let wel, daar zou menig artiest zijn linkerarm voor willen geven, om eens in zijn carrière een dergelijk album te mogen maken.

Eigenlijk alleen bij ‘Captain Bateman’ schijnt de zon ineens uitbundig door de ramen naar binnen. Een prachtig nummer. Mooie lyrische tekst, dynamisch, een mooie vioolpartij, dit nummer is helemaal af. Aan het einde van het album sluit Sting af met een cover van Otis Redding’s ‘Sitting on the dock of the Bay‘. Waarschijnlijk vindt hij het zelf een mooi nummer, want het is een versie die weinig tot niets toevoegt aan het origineel en ook op dit album er een beetje met de haren bijgesleept is. Nou ja, je bent Sting en je kan lekker doen wat je zelf wilt op je eigen platen, dus lekker blijven doen.

Samenvattend is ‘The Bridge’ een goed album, dat aan de andere kant echter niets toevoegt aan de catalogus van Sting. Het is wederom meer van hetzelfde. En dat zelfde is eerder al veel beter gedaan door hem. Nou ja, zelfs deze recensie is een beetje obligaat geworden. Dan weet je wel hoe laat het is. (7/10) (A&M Records)

Deel: