Zijn eerste muzikale stappen zette hij in San Francisco als onderdeel van de band Tommy Tutone. Inmiddels is Jim Keller alweer een aantal jaar woonachtig in en werkzaam vanuit New York. Eerst als directeur van het bedrijf van Philip Glass. Vanaf 2005 brengt hij zijn eigen muziek uit. We hebben er zeven jaar op moeten wachten en nu is eindelijk zijn vierde soloalbum uitgekomen met de titel ‘By No Means’.

Op het album staan elf zelfgeschreven nummers, die eigenlijk elf korte verhaaltjes in een muzikale omlijsting zijn. Naast Keller (zang, akoestische gitaar) horen we als begeleiders David Hidalgo (gitaren), Bob Glaub (bas), Michael Urbano (drums, percussie) en Mitchell Froom (toetsen). Froom tekende samen met David Boucher voor de productie. De muziek van Jim Keller is (gelukkig) niet in een laatje weg te stoppen.

Het is een variatie van pop, rock, folk met invloeden van blues en r&b. Het geheel is een sober en relaxed aandoend album geworden, waar de kracht meer ligt in de betekenis van de teksten en de muzikaliteit dan in volume en het aantal noten dat per seconde gespeeld kan worden. Het zijn stuk voor stuk pareltjes die rustig beluisterd dienen te worden.

Nummers die wat betreft een bijzondere vermelding verdienen zijn het bluesachtige ‘I Don’t Want To Fight Anymore’, het zeer donker, haast Leonard Cohen-achtig, gezongen ‘Maria Come Home’ en ‘Pretending’, dat is opgedragen aan Ricky Nelson. Een zeer fraai album. (7/10) (Continental Record Services)

Deel: