In 1993 bestond Rowwen Hèze inmiddels al weer acht jaar en had zich op de nationale podia inmiddels meer dan bewezen als dialect-feestband. Festivalweides en feesttenten door het hele land werden al jarenlang aan de lopende band op de kop gezet. Bier vloog meer door de lucht dan dat het de dorstig meezingende kelen smeerde. Nadat de live registratie van het legendarische Pinkpop optreden van 1992 de gouden status wist te behalen, stond band voor de niet geringe opgave om een opvolger te maken.

‘Station America’ is niet eens het meest succesvolle album van Rowwen Hèze. Toch is het in de ontwikkeling van de band en in hoe het door een zeer breed publiek hoog werd gewaardeerd met zekerheid het album waarmee Rowwen Hèze volwassen werd.

In principe is ‘Station America’ een conceptalbum, dan wel een album dat zeker niet uit losse nummers bestaat maar als centraal thema de roots van de band en zanger/tekstdichter Jack Poels heeft. Het album is vernoemd naar het voormalige spoorwegstation van het dorp America. Van het album werden ook maar twee singles getrokken te weten ‘Rowwen Hèze’ en veel later ook nog het feestnummer ‘Ay, Ay,Ay’. Wellicht dat het ontbreken van grote single-hits er mede debet aan is dat het album nooit het verkoopsucces werd dat andere albums van Rowwen Hèze wel waren.

‘Station America’, dat onder productionele leiding stond van niemand minder dan Boudewijn de Groot, markeert min of meer het ‘coming of age’ van Poels als tekstdichter. De teksten zijn een weerspiegeling van het leven van Poels in het geïsoleerde Peeldorp America, een soort van laboratoriumproefopstelling, waarin alles wat de Limburgse cultuur eigen is en maakt onder een vergrootglas ligt. De kleine dorpsgemeenschap van America als blauwdruk voor het verlangen van Limburgers en Nederlanders naar een tijd waarin alles niet per se beter was, maar in ieder geval beter bij de sociale structuur van een dorp paste.

Melancholie, Peel-blues, noem het hoe je het noemen wil, maar Poels tilt met zijn teksten dit album naar eenzame hoogte. ‘De Zwarte Plak’ een prachtig verteld verhaal over het gehucht ‘de Zwarte Plak’, waar de opa van Jack Poels een boerderij had die in de Tweede Wereldoorlog dienst deed als hoofdkwartier voor het verzet. Als luisteraar doe je de ogen dicht en word je meegenomen door de prachtig meanderende melodie en het prachtige verhaal.

‘Werme regen’ waarin met weemoed teruggedacht wordt aan een mooie zomer, waarin de metafoor van warme regen wordt gebruikt als het moment van opperste geluk. Prachtig gearrangeerd met viool, accordeon en akoestische gitaar. een nummer dat zijn weerklank vindt in alle generaties. Niet alleen feestende en bierdrinkende bronstige pubers luisterden meer naar Rowwen Heze. Nee, hun publiek werd vergroot tot mensen van alle leeftijden. Rowwen Heze stapt met dit album onder de bierregens uit en laat zien een waardig woordvoerder te zijn voor alle Limburgers.

Wellicht onverwacht maar als Jack Poels gevraagd wordt naar de essentiële nummers die de identiteit van Rowwen Hèze vertegenwoordigen, noemt Poels alleen ‘De lamp geit oet’ van ‘Station America’ om dit album te vertegenwoordigen. Laat dat juist weer een typisch feestnummer zijn. Op het album staan twee bewerkingen van andermans nummers. ‘Ay, Ay, Ay’ is oorspronkelijk van Pierre van Duijl van de ‘Dopegezinde gemeente’ en ‘Allemoal veur os’ is een bewerking van Daniel Lanois nummer ‘Jolie Louise’. De manier waarop de band dit deed, is echter van onnavolgbare klasse, wat mede de oorzaak is dat ‘Station America’ met recht een Legendary Album mag worden genoemd.

Deel: