De Zwitsers van Yello zijn terug! Het geniale electro-duo, bestaande uit Dieter Meier en Boris Blank, brak in 1985 definitief door met de hit ‘Oh Yeah’, dat de soundtrack behaalde van Ferris Bueller’s Day Off, maar ook gebruikt werd in films als The Secret of My Success, Uncle Buck, American Pie Presents: The Book of Love, K-9, Captain Underpants: The First Epic Movie. En dat terwijl de band al hits als ‘Vicious Games’ en ‘I Love you’ op hun naam had staan.

Door het grote succes in de filmindustrie gingen de deuren definitief open voor de twee, die daarna met ‘The Rhythm Divine’, samen met Shirley Bassey, maar zeker ook met het aanstekelijke ‘The Race’ doorstegen naar een van de eerste techno/EDM artiesten die geschaard mogen worden in het rijtje met Noorderburen Kraftwerk. Het grote verschil tussen die twee grootheden is dat de Zwitsers wat zwaardere electro maken, met vaak een iets humoristischere doorklank.

Vier jaar na ‘Toy’ is ‘Point’ inmiddels weer het 14e studioalbum van Yello. En dat in inmiddels 41 jaar. Waar men in de beginjaren de albums in de verschillende markten nog wel eens moest verdelen tussen verschillende platenlabels, zitten de mannen alweer heel wat jaren vast bij Universal Records of een van diens onderlabels. En dat terwijl de band in Europa nog ontdekt werd door niemand minder dan Robin Scott, die zelf als M de wereld veroverde met ‘Popmusic’. Qua stijl zat Yello natuurlijk ook in hetzelfde straatje en daar is met ‘Point’ geen verandering in gekomen.

Het album begint met ‘Waba Duba’ direct bekend in de stijl waarin we Yello direct herkennen. Het Yellistische scatten, afgewisseld met de typerende staccato van Meier, wordt begeleid door de zware elektronische bass-saxofoon die we herkennen van ‘The Race’. Het is het begin van een album vol duistere, diepe klanken, zoals alleen Yello die kan combineren. ‘Way Down’ gaat daarbij wat richting de Brazilectro van Da Lata, terwijl ‘Out of Sight’ doet denken aan de jaren ’90 New Beat van Technotronic. Yello blijft echter ondanks die herkenningspunten innovatief, en trekt op ‘Point’ wederom alle registers open.

Bij ‘The Vanishing of Peter Strong’ lijkt weer iets te worden teruggegrepen op ‘Waba Duba’, waarbij het einde met flipperkastgeluiden weer nog verder terug in de tijd lijkt te grijpen, die van ‘The Race’ oorspronkelijk. Dat er wordt teruggegrepen is deels te begrijpen, aangezien Meier en Blank alles inmiddels al meermalen hebben meegemaakt. Hoe vernieuwend Yello ook is en blijft, je vergeet al snel dat Blank inmiddels 68 jaar is, en Meier de 75 reeds heeft aangetikt. Wie zegt dat Electro/Ambient/Techno/EDM alleen voor jonkies is?

Met ‘Rush for Joe’ trekken de heren nog voorzichtig richting de jazz, met referenties naar verschillende jazz-klassiekers, en salsa, waarmee Yello zich definitief onsterfelijk maakt vanwege de magistrale samenloop van klanken en stijlen die het duo weet te combineren. Meier en Blank weten ook na 41 jaar nog steeds te boeien, blijven vernieuwen, maar ondertussen toch zo vertrouwd herkenbaar. Met ‘Point’ zetten de heren dan ook een sterk album neer zonder dieptepunten. Het enige dieptepunt zal waarschijnlijk zijn dat Yello wederom niet op tournee zal gaan, want touren… dat deden de mannen slechts eenmaal. Ach, zolang ze maar muziek blijven maken zoals dit album, dan komt het wel goed. (8/10) (Polydor/Universal Music)

Deel: