‘Rebel Moon BLues’, het nieuwe album van de Canadese rockzangeres Sass Jordan ligt eindelijk in de schappen. Met ’Rebel Moon Blues’ gaat Jordan terug naar de bron, naar de blues van mannen als Willie Dixon, Elmore James, Freddie king en ze waagt zich zelfs aan Gary Moore. Het album bevat op één nummer na alleen covers, 8 in getal en werd samen met haar begeleidingsband, die serieus luistert naar de naam ‘The Champagne Hookers‘ in slechts drie dagen tijd opgenomen. Detail is dat de albumcover foto gemaakt werd door Maxazine-fotograaf Patrick Strouken, tijdens haar optreden in de Nieuwe Nor in Heerlen vorig jaar. Kudo’s dus voor Patrick.

Het album trapt af met ‘Leaving Trunk’ en ja hoor het gaat meteen over whiskey zuipen en teruggaan naar Memphis voor de ware liefde. Lekker cliché dus. Het nummer grooved wel lekker. De mondharmonica doet lekker mee en legt her en der samen met de gitaar een lekker vet rifje neer. Het is begrijpelijk dat Jordan, die toch al meer dan een miljoen albums verkocht in haar carrière, voor deze aanpak kiest. Haar stem is ervoor gemaakt, Blues is tijdloos en zo lekker in drie dagen tijd een albumpje opnemen kost niks.

Opzienbarend is het echter niet. Er zijn duizenden en duizenden bandjes over de hele wereld die lekker zo de blues spelen, zonder ooit uit een oefenhok te komen. Prima dus, maar dit album hoef je niet te kopen voor muzikale hoogstandjes, mooie arrangementen of opzienbarende interpretaties. ‘My Babe’ dan; De Chicago blues standard van WIllie Dixon wordt door Jordan bloedeloos gebracht. Punt. Die kan je gerust zo ongehoord doorspoelen. Next.

Dan waagt Jordan zich aan Keb Mo’s ‘Am I Wrong’. Daar waar Mo’s uitvoering uitblinkt in eenvoud en doeltreffendheid, stem, prachtig gitaarspel en footstomps, transformeert Jordan ook dit pareltje in een dertien in een dozijn bluesnummer. Had dat nou niet gedaan. Het album wordt overeind gehouden door de stem van Jordan. Die is zo blues als het kan zijn. Ze zingt ook beter dan ooit tevoren, dat moet gezegd worden, maar dit album is niets meer dan een overbodig tussendoortje. Ze zal een reden gehad moeten hebben om weer een tour te plannen.

‘Palace of the King’ is het beste nummer van het album. Hier is met aandacht aan de backing vocals gewerkt en het gitaarspel is goed te pruimen. Niet spectaculair of zo, maar het nummer komt tot zijn recht. ‘The Key’, het enige Sass Jordan nummer op het album, heeft wat R&B invloeden, wederom mooie backing vocals, maar daar zit dan weer een fantasieloos pianoriffje doorheen te pielen. Gewoon irritant.

Misschien is dat wel het grootste pluspunt van het album. De tracks die gekozen zijn geven een mooie bloemlezing van het genre dat overal zo uitgemolken wordt. Blues is een soort van allemansvriend geworden. Iedereen denkt de blues te kunnen spelen en velen kunnen het ook. Daarmee komt de lat voor een echt goed blues album hoog te liggen. En die lat wordt hier niet gehaald. ‘Too much Alcohol’ is gewoon zo cliché dat het niet leuk meer. Dit is het niveau van met elkaar wat zitten geiten in de oefenruimte voordat je echt begint met de repetitie.

Als laatste nummer waagt Sass Jordan zich dan ‘Still Got the Blues’ van Gary Moore. Dat had ze gewoon niet moeten doen. Haar versie is totaal overbodig, voegt helemaal niks toe, is niet spannend. De gitaarsolo die zo kenmerkend is voor het nummer wordt hier gespeeld alsof de gitarist het al 6 keer heeft geprobeerd, maar het lukt maar steeds niet.

De echte bluesliefhebber laat het album best links liggen. Dat gezegd hebbende zal de komende tour van Sass samen met haar ‘Champagne Hookers’ vast heel gezellig zijn. Als ze dan ook nog wat van haar oude hits speelt worden dat toch nog heel geslaagde avonden. (5/10) (Stony Plain Records)

Deel: