“Jongens waren ze – maar aardige jongens. Al zeg ik ‘t zelf. Ze zijn nu wijzer geworden, stakkerig wijs zijn ze…..”

Als vanzelf parafraseer ik de beroemde openingszin van Nescio’s ‘Titaantjes’ als ik terugdenk aan de lentedag in mei waarop ik Richard Janssen en Robin Berlijn van Fatal Flowers sprak in de Amsterdamse Jordaan.

Stof danste door de zonnestralen die, gefilterd door de vitrage, het gezellige buurtcafe binnenstroomden. Perzische tapijtjes op de donkerhouten tafels, de meeste gasten aan de koffie, maar zo rond het middaguur werd er toch ook al her en der een glas pils gedronken. De twee mannen, die vlak in de buurt repeteerden voor hun komende reünietour kwamen stipt op tijd op de fiets aan. Richard lustte wel een koffie verkeerd, vanwege het feit dat hij er dan een stukje peperkoek bij geserveerd kreeg en Robin wilde thee. Echte thee graag, geen kruiden of fruit. Het moest rooibos worden, er was geen echte thee. De leadgitarist van Nederlands meest besproken band van het moment moest het er maar mee doen.

Groot nieuws was het voor rockminnend Nederland, dat 30 jaar nadat de Fatal Flowers ophielden te bestaan er ineens een reünietour werd aangekondigd voor 2019. Volgens Richard Janssen en Robin Berlijn was dat tot voor kort geleden nog helemaal geen idee waar zij zelf mee bezig waren. “Onze levens zijn gewoon doorgegaan. We zijn ons ding blijven doen. De Fatal Flowers waren deel gaan uitmaken van onze herinnering”, aldus Berlijn terwijl hij een slok van zijn rooibosthee neemt.

Toen echter Frank Satink, festivalprogrammeur van onder meer Dauwpop, zich bij de mannen meldde met het idee om weer als Fatal Flowers te gaan optreden werd het ineens wel degelijk een levensvatbaar idee. “Er waren door de jaren heen natuurlijk wel meer mensen geweest die opperden om de Fatal Flowers weer bij elkaar te brengen”, aldus Janssen. “Toen Satink met het idee kwam, gaf ik hem dan ook weinig kans. Ik vroeg hem of hij werkelijk dacht daar mensen op af zouden komen.” Anders dan de anderen echter, wist Satink te komen met een realistisch plan waarin niet alleen Dauwpop, maar ook andere optredens zo concreet werden neergezet dat het niet bij een idee bleef, maar dat het een project werd dat levensvatbaar bleek te zijn.

Ondanks dat het wel degelijk de bedoeling is de Fatal Flowers weer te drogen te hangen na het laatste optreden van de reünietournee is het de band wel weer snel gelukt om het oude arbeidsethos dat in de jaren ’80 zo kenmerkend voor hen was weer op te pakken. In de jaren ’80 waren ze volgens Richard Janssen al een band die er volledig voor ging, bereid om alles aan kant te zetten. Alles om als band resultaat neer te zetten. Die drive hebben de Flowers ook nu nog steeds.

Foto (c) Michel Schoots

In de jaren ’80, die muzikaal gedomineerd werden door elektro en synthpop aan de ene kant en mierzoet gekweel van de likes als Phil Collins aan de andere kant waren de Fatal Flowers een band in een wellicht te kleine niche markt. “We waren als band inderdaad niet te framen”, aldus Richard Janssen. “We hadden ook geen specifieke voorbeelden. Punk was dood, new romantics had je dan wel als stijl, maar dat was toch echt heel anders. Eind jaren tachtig kreeg je dan grunge en cross-over die heel groot werden, en daar tussenin zaten de Fatal Flowers.”

“Het was in die tijd een heel leuke tijd voor bands, zoals die van de zogenaamde Amsterdamse gitaarmaffia. Bands als de onze, maar ook bijvoorbeeld Spo-Dee-O-Dee. In Amsterdam was een grote live scene van kroegen waar we vanaf het begin meteen wel drie keer per week live konden optreden.”

In dat vacuüm kon de band zich aanvankelijk goed ontwikkelen en profileren, maar na verloop van tijd werd dat toch minder. In een recent interview met Music Maker benoemt Richard Janssen dit als een ‘glazen plafond’. De band had zeker nog door kunnen gaan, maar het perspectief om zich als band door te ontwikkelen werd allengs minder.

Op een gegeven moment heeft Richard Janssen dan ‘de knuppel in het hoenderhok’ gegooid zoals hij het zelf verwoordt. “Richard trok de stekker uit het stopcontact, en toen was er ineens geen stroom meer”, vult Robin Berlijn lachend aan. Er was geen ruzie, geen onenigheid, het kwam zoals het kwam. Berlijn: “Het werd geaccepteerd als een soort fait accompli.” Nu, dertig jaar later, is de muziekwereld compleet veranderd. Met de komst van streaming- mediaplatforms, en social media zijn de mogelijkheden om een steeds groter wordend publiek te bereiken enorm gegroeid, er is geen ‘glazen plafond’ meer. Toch zijn er geen plannen om de draad weer op te pakken en nu dan door het glazen plafond heen te breken.

Richard Janssen: “Het is echt de bedoeling om na deze reünietour, die dus geen comeback is, alles weer op te bergen en terug te gaan naar waar we allemaal nu mee bezig zijn.” Het lijkt bijna of hij het niet alleen tegen mij vertelt maar toch ook een beetje tegen zichzelf. Ik kietel hem nog wat meer. “Stel je voor dat dadelijk tijdens deze tour jullie een aanbod wordt gedaan waardoor je geen last meer hebt van glazen plafonds. Het aanbod waar je geen ‘nee’ op kan zeggen?” Heel even is het stil. Robin bestelt nog een kop rooibosthee. Een lachje speelt om de lippen van Richard Janssen, zijn ogen gaan van links naar rechts. “Ik kan me dat niet voorstellen” zegt hij uiteindelijk, en na een nog kortere stilte vervolgt hij met: “Maar ik heb het wel eens vaker bij het verkeerde eind gehad de afgelopen maanden, dus misschien is het verstandiger er verder geen uitspraken over te doen. Het is in ieder geval niet onze insteek, en dat voelt wel goed.”

Vooralsnog zal Richard Janssen dus weer terugkeren naar zijn woonplaats Berlijn waar hij onder meer werkt aan het sound design van theaterproducties. Robin Berlijn heeft nog nieuws te brengen. Hij vind het op zijn 48e hoog tijd worden voor een soloalbum en is bijna klaar met opnames daarvan. Bedoeling is om in juli, na de reünietour de draad weer op te pakken, en het album helemaal af te maken. Berlijn doet alles zelf in eigen beheer, en pas als het album helemaal klaar is zal hij een distributeur ervoor gaan zoeken.

Foto (c) Clemens Rikken

Beide mannen nemen nog een slok van hun linksdraaiende rooibosthee en de koffie verkeerd met stukje peperkoek. Ik zet nog een keer aan in het interview maar nee, er zijn echt geen andere plannen. Robin Berlijn valt zijn oude strijdmakker en frontman bij “Het is juist heel fijn te weten waar we aan toe zijn. We zijn altijd een band geweest die sterk geconcentreerd met ons werk bezig was. We weten nu heel goed waar we aan toe zijn en tot einde juni gaan we er helemaal voor. We zijn met niets anders bezig.”

Als ik dan nog vraag of ze misschien nagedacht hebben over het uitbrengen van een live-album of een videoregistratie van de finale show komt er weer geen 100% ontkennend antwoord. “Daar hebben we nog niet over nagedacht, maar we zouden zomaar wat microfoons op kunnen hangen in Paradiso.”

“Jongens zijn ze – maar aardige jongens. Al zeg ik ‘t zelf. Ze zijn nu wijzer geworden, stakkerig wijs zijn ze…..”

Op 30 mei aanstaande trappen de Fatal Flowers hun reünietour af op het inmiddels uitverkochte Dauwpop Festival in Hellendoorn. Op het podium worden ze op toetsen gecompleteerd door JB Meijers, die we niet alleen kennen als toetsenist bij the Common Linnets, maar ook van zijn werk bij Tröckener Kecks en de Dijk. 14 shows later komt er dan een definitief einde tijdens het laatste uitverkochte concert in de Amsterdamse rocktempel Paradiso. Daarna zal de legendevorming rond de Fatal Flowers als de Capo di tutti capi van de Amsterdamse gitaarmaffia de tand des tijds blijvend doorstaan.

Foto (c) Robert Muda van Hamel

Deel: