In een goedgevulde Melkweg in Amsterdam werd het publiek gisteravond verwend met een fenomenaal concert van de Britse progressieve rockband Van der Graaf Generator. Nadat Peter Hammill, Guy Evans en Hugh Banton onder luid applaus hun plek hadden ingenomen werd er afgetrapt met het nummer ‘Interference Patterns’.

Meteen werd duidelijk dat het een goede avond zou gaan worden. Hammill is nog steeds goed bij stem en weet enorm veel power uit zijn magere lijf te persen. Dat hij ook een ballad kan vertolken bewees hij vervolgens met ‘Your Time Starts Now’ en ook dat nummer werd door de fans met een ovatie beloond. Daarna was ‘Mr. Sands’ aan de beurt, gevolgd door ‘Flight’. Wie goed kijkt en luistert moet wel diep respect hebben voor de drummer van VdGG. Als er in de georganiseerde chaos die deze muziek is een foutje wordt gemaakt door Hammill of Banton zou dat niet heel erg opvallen, of in ieder geval niet erg vervelend zijn.

Als Evans echter een misslag zou maken brengt dat het geheel uit balans en je ziet hem dan ook goed opletten tijdens zijn spel of één van beide genoemde andere heren geen onverwachte grillen gaat uithalen. Na ‘Bunsho’, ‘Lifetime’ en ‘Childlike Faith in Childhood’s End’ komt dan het nummer waarop iedereen wachtte: Het epische ‘A Plague Of Lighthouse Keepers’ dat in 1971 op het album ‘Pawn Hearts’ de volledige B-kant in beslag nam. Het origineel duurde bijna 24 minuten en de versie die voor ons in de Melkweg werd gespeeld kwam aardig in de buurt van die lengte. Toch zijn er verschillen te horen: natuurlijk missen we de onnavolgbare tonen van de saxofoon van David Jackson aangezien die geen deel meer uitmaakt van de band. De heren hebben dat opgelost door de karakteristieke tussengeluiden uit het Hammond-orgel van Banton te laten komen. Dat ís een oplossing, maar het klinkt tóch anders.

Verder zit er een gedeelte in waarin Hammill, in tegenstelling tot in de originele uitvoering, een tekst ‘spreekt’ in plaats van schreeuwt. Dat maakt hij later ruimschoots goed door de rest van het nummer met zóveel overtuigingskracht te zingen dat zelfs de grootste criticus zou moeten toegeven dat deze band nog steeds een topact is. Het publiek is dan ook uitzinnig en de Melkweg wordt gevuld met het geluid van klappende handen. Hard. En lang. Uiteraard komen de mannen, die al backstage waren, nog een keer terug en trakteren ons op de toegift: ‘Gog’. Blij en voldaan loopt de zaal leeg. Het publiek heeft zich vermaakt, en ik vermoed de band ook…

Deel: