Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Colorado Jazz Repertory Orchestra – Golden Lady
Men neme: een kloeke ritmesectie, een flinke partij aan koperwerk van diverse makelij en een powerhouse met een strot waarmee je bomen kunt ontwortelen. Dat mix je met soul, gospel en jazz, inclusief een mash-up van Stevie Wonder’s ‘Golden Lady’ en ‘Golden’ van Jill Scott en zie daar: een plaat die de status van een beschermd monument zou moeten krijgen, als eerbetoon aan zwarte, vrouwelijke songwriters. Maar het moet gezegd dat dit vooral te danken is aan de formidabele zang van Tatiana Ladymay Mayfield. Zonder die vocalen zou dit album van het Colorado Jazz Repertory Orchestra een stuk minder interessant zijn. Bovendien schreef Mayfield mee aan eigen composities, zoals het persoonlijke ‘Metamorphosis’, een hoogtepunt op het album. Dat geldt ook zeker voor de opener ‘Hold Tight’, met een geweldige saxofoonsolo van Bob Reynolds. De soul in de stem van Mayfield is voelbaar in wat langzamere songs zoals ‘Golden Lady’ en ‘It’s Whatever’, tracks die een mooie afwisseling vormen met meer up-tempo werk. Juist in die stukken valt ook op hoe ingenieus de arrangementen zijn voor de blazers en strijkers. Maar zoals het album opent, zo sluit Colorado Jazz Repertory Orchestra de plaat ook af: met de knaller ‘You’ll Never Get To Heaven (If You Break My Heart)’. Al met al een prima plaat, maar vooral dus door de vocalen van een dame met stembanden van goud. (Jeroen Mulder) (7/10) (Colorado Jazz)
Edenya – The Secret Destination You Are Looking For
De Franse band Edenya speelt een mix van (prog) rock, ambient en folk. De eerste paar tracks zijn overwegend kalm. Toch ligt het tempo in een deel van bijvoorbeeld ‘The Outing’ iets hoger, en zijn er enkele rockende elementen. De verschillen in volume tussen de kalme en de rockende delen is te klein. Hierdoor mist de muziek intensiteit. Ook het geluid van de cimbalen is wat blikkerig. De melange/afwisseling tussen rock en folk (en viool) is goed. ‘Foreign Ground’ heeft een boeiende compositie, en bevat een prima wisselwerking/samenspel tussen onder andere Arabische/oosterse invloeden, rockend/akoestisch gitaarspel en djembe. Met vlagen zijn er te veel herhalingen in de verder prima titeltrack. Een aantal nummers zijn (groten)deels klassiek georiënteerd. De muziek mist soms wat warmte, en raakt me daardoor minder dan ik zou willen. De hoge zang heeft een vrij scherpe klank, in ‘Lady’ klinkt de zang niet overal stabiel. Ik merk wel dat het album met emotie gezongen en gespeeld is, maar dat komt niet helemaal goed tot zijn recht. Jammer, want de meeste nummers hebben wel een goede opbouw. (Esther Kessel-Tamerus)(7/10) (Bad Dog Promotions)
Tingvall Trio – Pax
Na meer dan twee decennia blijft het internationaal bezette Tingvall Trio ons verrassen met hun toegankelijke pianotrio-jazz. Voor ‘Pax’ trok het trio, de Zweedse pianist Martin Tingvall, de Cubaanse contrabassist Omar Rodriguez Calvo en de Duitse drummer Jürgen Spiegel – naar hun favoriete ARTE SUONO studio in Italië. Het resultaat is hun meest authentieke en emotionele werk tot nu toe. Het album opent krachtig met ‘Open Gate’, maar toont meteen de verfijnde dynamiek die ‘Pax’ kenmerkt. Tingvall’s composities bewegen zich moeiteloos tussen intieme ballades zoals ‘A Promise’ en energieke anthems als het aanstekelijke ‘Cruisin”, een nummer dat moeiteloos kan wedijveren met hun klassieke hit ‘Hummingbird’. De albumtitel heeft een diepe betekenis: in tijden van mondiale onrust roept Tingvall op tot bezinning en vrede. Productietechnisch klinkt ‘Pax’ helderder en directer dan hun voorgaande albums. Het trio heeft nooit zo ongepolijst en levensecht geklonken, waarbij elke nuance van Rodriguez Calvo’s warme baslijnen en Spiegel’s subtiele ritmiek perfect wordt gevangen. Hoogtepunten zijn naast ‘Cruisin” ook het melancholische ‘Life Will Go On’ en de fragiele schoonheid van ‘Goodbye’. ‘Pax’ bevestigt waarom het Tingvall Trio acht keer de Jazz Award in goud ontving. Dit is toegankelijke jazz van het hoogste niveau, die zowel het hart als het hoofd raakt. (Jan Vranken) (8/10) (Skip Records)
Halestorm – Everest
Met ‘Everest’ heeft Halestorm hun meest ambitieuze en experimentele album afgeleverd. Voor hun zesde studiowerk werkten de rockers uit Pennsylvania samen met producer Dave Cobb, bekend van zijn werk met countrylegendes, in Savannah, Georgia. Het resultaat is een donkere, rauwe plaat die de grenzen van hun sound durft te verleggen. ‘Everest’ toont vanaf opener ‘Fallen Star’ een band die bewust afstapt van hun vertrouwde recept. De titeltrack bouwt langzaam op naar een dreigende climax, waarin Arejay Hale’s drumwerk een nieuwe dimensie toont. Lzzy Hale’s stem klinkt emotioneler dan ooit, vooral in het prachtige ‘Like A Woman Can’,een song die je doet denken aan hun doorbraakhit ‘Love Bites (So Do I)’ maar dan met meer soul en kwetsbaarheid. De productie van Cobb geeft de songs een ongekende intensiteit. Nummers als het furieuze ‘WATCH OUT!’ en het experimentele ‘K-I-L-L-I-N-G’ tonen Halestorm op hun zwaarst, terwijl tracks als ‘Rain Your Blood On Me’ een antwoord vormen op huidige maatschappelijke thema’s. Niet elk experiment slaagt even goed, sommige songs missen de directheid van hun klassieke materiaal. ‘Everest’ is geen gemakkelijk album, maar wel een dat groeit bij elk beluisteren. Het toont een gerijpte band die durft te experimenteren zonder hun identiteit te verliezen. Voor wie houdt van progressieve ontwikkeling in hardrock is dit een fascinerend statement. (Anton Dupont) (8/10) (Atlantic Records)
Ron Blake – Ron Blake SCRATCH Band
Het was een intrigerend voorproefje, de track die een week geleden op de streaming platforms verscheen. ‘Lift Every Voice and Sing’: het ‘zwarte volkslied’ dat in 1900 als gedicht werd geschreven door James Weldon Johnson en door zijn broer J. Rosamond Johnson op muziek gezet. Muziek die nu door saxofonist Ron Blake opnieuw werd geïnterpreteerd, bijgestaan door bassist Rueben Rogers en drummer John Hadfield. In een dergelijk minimale bezetting moet elk noot raak zijn en de luisteraar in vervoering brengen. En dat doet het. Rogers leidt de hymne op bijzonder delicate wijze in met een verfijnd spel, waarin hij noten letterlijk in elkaar laat vloeien, ook door te spelen met het stemmechaniek van de bas. Het kippenvel blijft daarna dik op de huid staan als we de eerste klanken uit de saxofoon horen. Het schept torenhoge verwachtingen voor de rest van het album, getiteld ‘SCRATCH band’. De plaat opent met ‘Bassman’, een interpretatie die de toon zet voor de gehele plaat. Rogers en Blake geven elkaar kleur, stuwen elkaar naar grote hoogtes terwijl de brushes van Hadfield het onwrikbare vertrouwen geven van een zachte landing zodat een stuk altijd tot een goed einde wordt gebracht. Dat geldt niet alleen voor de standards op het album, maar beslist ook voor de eigen composities waaronder het funky ‘Appointment’ en het afsluitende ‘April’s Fool’: sax en bas dansen met elkaar in bijzondere ritmes, met ruimte voor elk om te excelleren in solo’s, maar nooit laten ze elkaar echt los. En de luisteraar? Die wil alleen maar meer van dit. (Jeroen Mulder) (9/10) (7tēn33 Productions)