Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
NinémiA – Weapons of Math Destruction
Wat krijg je als je muzikanten uit Cyprus, Polen, Wit-Rusland én een drummer van Megadeth samenbrengt? Het debuutalbum ‘Weapons of Math Destruction’ van NinémiA, en dat is me een rit. Christos Agathokléous, het Cypriotische brein achter dit sterke project, heeft hier echt iets bijzonders neergezet. Vanaf opener ‘Psychotropic Plague’ weet je meteen dat je iets zwaars en compromisloos te wachten staat. De Poolse zanger Mikolaj Krzaczek voegt een interessante scherpte toe aan het geheel. Zijn stem doet soms denken aan de eigenzinnige Serj Tankian van System of a Down, wat verrassend goed werkt bij de donkerdere insteek van de band. Maar laten we het over die drums hebben. Dirk Verbeuren (Megadeth) is op alle tien tracks messcherp. Zijn spel is absurd strak, of hij nu door het vier minuten durende ‘Same Old Story (S.O.S)’ beukt of het elf minuten durende, instrumentale titelnummer stevig verankert. De toetsenpartijen van Derek Sherinian op ‘The Acquired Savant’ zorgen voor een welkome extra laag, terwijl nummers als ‘Oppenheimer’ duidelijk maken dat de band geen zwaardere thematiek uit de weg gaat. Met een speelduur van 70 minuten is dit een flinke zit, maar dankzij de afwisseling blijft het boeiend. Deze internationale samenwerking werkt. ‘Weapons of Math Destruction’ komt hard aan en laat je achter met honger naar meer. (Norman van den Wildenberg) (9/10) (Nimenia Records)
Danny Grisset – Travelogue
De Amerikaanse pianist en componist Danny Grisset is een van de meest gewilde muzikanten in de moderne jazz en maakt al zeker twintig jaar een ruime hoeveelheid vlieguren aan de zijde van diverse grote namen. Toch wil het met een solo-carrière waar Grisset sinds 2006 aan bouwt, internationaal maar niet echt lukken. Da’s raar. Zet dit ‘Travelogue’ op en weer verrast over het energieke, vloeiende spel en vooral het briljante gevoel voor ritme en timing. Begeleid door drummer Bill Stewart en bassist Vicente Archer brengt Grisset tien voornamelijk eigen composities als reflectie op het leven van een rondreizend jazzartiest. Elke frequente reiziger, neem ‘vlieguren’ vooral heel letterlijk, zal het herkennen: de momenten van rust als je eenmaal op plek van bestemming bent (‘Whisper Not’), afgezet tegen de onvermijdelijke hectiek van het reizen zelf. En altijd het gevoel onderweg te zijn, het missen van thuis (‘The Long Way Home’), zonder jezelf eenzaam te voelen in een volgende grote stad (‘The People in the City’). Desondanks hebben we zo nu en dan heimwee en verliezen we onszelf in sombere gedachten (Here’s That Rainy Day’), maar altijd is er een volgende reis waar we ons op verheugen (‘Spin Cycle’). Het komt allemaal terug in de tien tracks op ‘Travelogue’. Grisset weet daarbij perfect een sfeer neer te zetten in het klassieke jazzjasje van piano, bas en slagwerk. Een klassiek jasje dat overal mee naar toe reist en dat nergens misstaat. (Jeroen Mulder) (8/10) (Savant Records)
Peter Gabriel – Sophia Gardens
Meer dan veertig jaar na het originele concert heeft Yard Stick eindelijk Peter Gabriel’s optreden in Cardiff’s Sophia Gardens Pavilion officieelook op de streamingservices uitgebracht. Helaas hadden ze dit beter achterwege kunnen laten. Wat ooit als bootleg circuleerde tussen verzamelaars, blijkt in officiële vorm nog steeds een auditieve beproeving. De geluidskwaliteit is ronduit abominabel – een combinatie van krassende mono-opnames en stoffige stereosporen die meer weg hebben van een clandestiene cassetterecorder dan van een professionele radio-uitzending. Gabriel’s stem verdrinkt regelmatig in de modderige mix, terwijl de instrumenten klinken alsof ze door een kussen worden gespeeld.
Historisch gezien is deze registratie wel interessant. Het concert vond plaats kort voor de release van zijn baanbrekende ‘Melt’album en bevat vroege versies van latere klassiekers zoals ‘We Do What We’re Told (Milgram’s 37)’. Voor de echte Gabriel-devotee is deze nu eindelijk via streamingdiensten toegankelijk. Toch blijft de vraag: was dit nu echt nodig? Sommige schatten blijven beter begraven, en deze opname had rustig in de bootleg-onderwereld mogen blijven waar hij thuishoorde. (Jan Vranken) (5/10) (Yard Stick)
Becca Wilkins – Rêverie
Het zijn vermoedelijk de twee bekendste nummers van Charles Aznavour: ‘La Bohème’ en ‘Emmenez-moi’. Om niet te zeggen dat dit ware monumenten zijn waar je heel voorzichtig mee moet omgaan. Zoals bij alle Franse chansons gaat het primair om de tekst en hoe je deze brengt, de muziek is feitelijk ondergeschikt aan de woorden. De uit Londen afkomstige zangeres Becca Wilkins waagt zich op ‘Rêverie’ aan het vertolken van niet alleen Aznavour, maar ook Brel, Piaf en Montand komen voorbij in nieuwe jazz-interpretaties. Een Britse die chansons zingt? Geen probleem: Wilkins groeide deels op in Normandië en beheerst de taal; aan de uitspraak van het Frans valt derhalve niets af te dingen. We moeten het op deze cd vooral hebben over de arrangementen. In de originelen zijn die vaak sober gehouden om de tekst zoveel mogelijk ruimte en daardoor kracht te geven. Hoe anders zijn de rijke arrangementen waarop Wilkins deze gedichten ten gehore brengt. De zangeres wordt begeleid door een trio dat een heerlijke jazzsaus over de chansons giet. Voor het eerst sinds Aznavour komt ‘Emmenez-moi’ nu weer onder de huid, dankzij het piano-arrangement in het eerste deel, het invallen van de bas en drums in het tweede deel, waardoor het ineens een ‘swing’ krijgt, en dan die prachtige stem van Wilkins. Of ‘Amsterdam’ van Brel waar Wilkins alleen wordt begeleid door een trommelslag die gedurende het nummer steeds luider wordt, dwingender. Pièce de résistance, om in de sfeer te blijven, is het ‘Hymne à l’amour,’ van Piaf. Het is de opening en de afsluiter van het album. In de opening wijkt het arrangement sterk af van hoe La Môme het ooit aan de eeuwigheid toevertrouwde, inclusief het wisselen van toonsoorten, maar in het tweede deel, de afsluiter, blijft Wilkins toch dicht bij het origineel. Bij Piaf kun je niet voorzichtig genoeg zijn. (Jeroen Mulder) (8/10) (Lamplight Social Records)
Yeule – Evangelic Girl is a Gun
Yeule, het muzikale project van Singaporese artiest Nat Ćmiel, heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een van de meest intrigerende stemmen in de experimentele elektronische muziek. Na het veelgeprezen ‘softscars’ (2023) keert yeule terug met ‘Evangelic Girl is a Gun’, een album dat hun artistieke evolutie perfect illustreert. Het album klinkt bijzonder goed geproduceerd en presenteert een toegankelijke, brede en goed definieerbare moderne sound die glitch-pop, alt-rock en trip-hop naadloos verweeft. Yeule heeft hier een geluid gecreëerd dat zowel experimenteel als commercieel aantrekkelijk is, zonder concessies te doen aan hun artistieke visie. Een absolute hoogtepopper is ‘The Girl Who Sold Her Face’, een track met een onweerstaanbare groove die zelfs genoeg hitpotentie heeft om de mainstream te bereiken. Door het hele album heen zweeft de geest van een vroege David Bowie rond, zowel qua feel als sound, die theatrale intensiteit en genderfluïde expressie die Bowie zo iconisch maakte. Met hypnotiserende melodieën en een fascinerende verkenning van identiteit en transformatie is ‘Evangelic Girl is a Gun’ een heel erg goed album geworden dat yeule’s positie als innovatieve kracht in de hedendaagse popmuziek verder verstevigt. (Jan Vranken) (8/10) (Ninja Tune)