Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.Thaba –
December/Sedimonthole
De release van Thaba ’s ‘December/Sedimonthole’, het laatste album van de Zuid-Afrikaanse zanger Khusi Seremane en de Amerikaanse producer Gabriel Cyr, is uiteindelijk een treurige aangelegenheid geworden door het overlijden van Seremane. Het album is echter alsnog uitgebracht als eerbetoon aan Seremane. Heerlijke intieme downtempo sound van de band gecombineerd met de nieuwe invalshoeken die Seremane en Cyr zich eigen maakten, ditmaal gelieerd aan Zuid-Afrikaanse muziekcultuur. De naam van de plaat, ‘Sedimonthole’, is Tswana voor december. Het is de maand van het jaar waarin Seremane’s familie het gezinshuis, de thusho, bezocht. ‘December/Sedimonthole’ is een album waar meerdere genres een plek vinden, van de maskanda- en mbaqangagitaar in ‘Bullets (Work & Deliver)’, waarop de Braziliaanse percussioniste Mauro Refosco meedoet tot de kosmische jazz van hoogtepunt van het album ‘The Avarian’. De titeltrack, ‘December’, het laatste nummer op het album dat Seremane en Cyr samen schreven, bevat een enorme berg liefdesverdriet. Met de zang van Seremane en de medewerking van musici als Nyasha Chiundiza en Billy Monama is ‘Sedimonthole’ ook muzikaal een rijke en soulvolle reis. ‘December/Sedimonthole’ is niet alleen een ode aan Seremane maar ook een eerlijke en introspectieve zoektocht naar rouw en heling. (William Brown) (7/10) (Eigen productie)
Medler Sextet – River Paths
De Amerikaanse multi-instrumentalist Michelle Medler komen we in veel gedaanten tegen. Zo speelt ze in verschillende ensembles in evenzoveel verschillende genres, van salsa tot de swing jazz uit de twintiger jaren van de vorige eeuw. In haar eigen Medler Sexter voert bop de boventoon waarvan dit ‘River Paths’ het meest recente resultaat is met zes totaal – jawel – verschillende composities. Al is het woord ‘scène’ wellicht beter op haar plaats, want de muziek van Medler is bijna filmisch. Elk stuk creëert een volstrekt eigen sfeer, met een eigen dynamiek. Van het lome ‘Smoldering’ tot de funk van de Fender Rhodes en de soul van de trompet op een onbedwingbaar ritme in ‘Philly Soul Strut’. Op ‘River Paths’ bewijst Medler niet alleen een goede componist te zijn, maar ook een uitstekende arrangeur. Natuurlijk is de hoofdrol voor haar eigen saxofoon, maar het is allemaal in balans met de partijen voor trombone, trompet en piano. Componist, arrangeur en producent, want ook de productie nam ze zelf ter hand, met hulp van Dennis Carter, naast drummer ook oprichter van twee gerenommeerde en onder jazzmusici geliefde studio’s. De productie verdient een aparte vermelding, vooral dankzij de twee tracks waarmee het album opent en afsluit. In opener ’Subway Jam (Morning)’ en afsluiter ‘Subway Jam (Evening)’ krioelen we als mieren door de tunnels van een metrostation waar op een hoek, tussen twee perrons in, een jazzband staat te spelen. We komen langzaam dichterbij, de muziek wordt luider, duidelijker. Dan zien we de muzikanten, oog in oog. Zij spelen en wij blijven staan. We luisteren, laten ons meevoeren als een rivier die door het landschap meandert, met telkens een ander uitzicht. We pakken de volgende trein wel. (Jeroen Mulder) (8/10) (OA2 Records)
Kasiva Mutua – Desturi
Kasiva Mutua, percussionist uit Kenya, kwam onlangs met haar debuutalbum ‘Desturi’. Oorspronkelijk opgeleid door haar grootmoeder in traditionele ritmes, heeft Mutua naam gemaakt als drummer in een cultuur waar dit voor vrouwen niet vanzelfsprekend is. Het album, waarvan ‘Twende Mbele’ de tweede single is, bevat 11 tracks waarin popmuziek wordt gecombineerd met percussie-elementen. De productie is verzorgd, maar het songmateriaal mist de kracht om werkelijk te beklijven. De muziek positioneert zich tussen verschillende stijlen, zonder een duidelijke eigen identiteit te ontwikkelen. Hoewel competent uitgevoerd, ontbreekt het aan memorabele momenten die het album zouden onderscheiden van het uitgebreide aanbod op de wereldmuziekmarkt. ‘Desturi’ toont Mutua’s technische vaardigheden, maar als artistiek geheel blijft het in het middensegment hangen – niet slecht, maar ook niet bijzonder indrukwekkend. Het is een album dat waarschijnlijk vooral bij festivals een podium zal vinden, maar weinig blijvende impact zal hebben. (Jan Vranken) (6/10 (Delicious Tunes)
Rhiannon Giddens & Justin Robinson – What Did the Blackbird Say to the Crow
Fiddle en banjo muziek it North- Carolina. Rhiannon Giddens en Justin Robinson nemen ons mee naar de veranda’s en huiskamers van North Carolina met hun nieuwste album ‘What Did the Blackbird Say to the Crow;. Deze verzameling van 18 traditionele nummers voelt authentiek en oprecht, alsof je direct naast de muzikanten zit tijdens een spontane jamsessie. De opnames, gemaakt in de huizen van hun mentoren Joe Thompson en Etta Baker, vangen niet alleen de muziek maar ook de natuurlijke omgeving – regendruppels, cicaden en vogelgezang vormen een natuurlijk achtergrondkoor dat de luisterervaring verrijkt. Robinson’s vurige vioolspel en Giddens’ meesterlijke banjo creëren samen een tijdloze sfeer. Nummers als ‘Rain Crow’ en ‘John Henry’ laten hun vocale harmonie schitteren, terwijl instrumentale stukken zoals ‘Brown’s Dream’ hun technische vaardigheid tonen. In een tijd waarin gepolijste producties de norm zijn, is het moedig en verfrissend om muziek te maken die zo dicht bij de wortels blijft. Dit album verdient een 8/10 juist vanwege deze authenticiteit en de moed om traditie in zijn puurste vorm te presenteren. Een essentiële aanwinst voor liefhebbers van old-time string music en folk. (Jan Vranken) (8/10) (Nonesuch Records)
Rose Room – It’s Been a Long, Long Time
Het interbellum tussen de twee alles verwoestende oorlogen op het continent was een tijd met tegenstrijdige gezichten. Het continent stond politiek onder hoogspanning door de opkomst van het fascisme, maar daar was in menig Parijse club weinig van te merken. Daar maakte een Belgische muzikant furore met een nieuwe muziekstijl, waarbij het ritme werd aangegeven met korte aanslagen op een gitaar. Django Reinhardt werd daarmee de grondlegger van de jazz manouche; de gipsyjazz, ook wel swing genoemd. Het is het genre waarin het Schotse Rose Room al vijftien jaar zeer succesvol is. Op dit ‘It’s Been a Long, Long Time’ laten ze de tijden van de Parijse Hot Club-Swing herleven. Nu is jazz manouche ook een gevaarlijk genre: niet zelden worden dit soort platen een soort persiflage op het werk van Reinhardt of diens tijdgenoten, door slechte arrangementen of omdat stukken domweg te slordig waren uitgevoerd. En goede swing staat of valt bij de uiterst strakke uitvoering. Elk detail telt. Dat heeft Rose Room goed begrepen: de muzikaliteit van dit ensemble uit Glasgow staat buiten kijf. Maar belangrijker dan de uitstekende arrangementen en de perfecte uitvoering, is de passie die vooral klinkt in de zang van Seonaid Aitken. Luister eens naar ‘I wish You Love’ of ‘I Found a New Baby’: twee tracks die worden gedragen door de stem van Aitken en waarin Rose Room bewijst dat je jazz manouche in een eigen stijl kunt brengen. En juist om die reden is dit een fraaier eerbetoon aan de grondlegger van dit genre dan menig schaamteloze kopie. (Jeroen Mulder) (8/10) (Rose Room)