Zondagavond stond de rode zaal in Doornroosje in Nijmegen gevuld met Dotan-fans, die stonden te popelen om te genieten van zijn ‘A Little Light in the Dark’-tour. Het voelde volgens Dotan als thuiskomen. De zaal was gevuld met fans die nu eindelijk de kans kregen om hem live te ervaren in een intieme en onvergetelijke setting.
Het concert begon met veel spanning: de band verscheen onder schaars licht eerst op het podium, gevolgd door Dotan zelf. Na het eerste nummer, ‘Heavy’, nam Dotan even de tijd om het publiek toe te spreken. Hij introduceerde het thema van de avond met een luchtige opmerking over de lampjes die het publiek bij binnenkomst van de zaal gratis mee mocht nemen: “Jullie mogen zelf bepalen wanneer jullie hem tijdens het volgende nummer (‘Carry You’) inzetten, maar als je ‘A Little Light in the Dark’ hoort, ben je te laat!” lachte hij. Het was een knipoog naar de symboliek van licht in de duisternis, en de zaal reageerde enthousiast. De donkere zaal werd langzaam verlicht door de subtiele lampjes die Dotan had laten maken voor de tour, met het logo van de tour erop.
Dotan vervolgde met ‘Diamonds in My Chest’, een uptempo nummer waarbij het publiek helemaal meegenomen werd in de energie van het moment. Een moment van rust kwam met ‘Let the River In’, dat begon als een intieme akoestische uitvoering. Naarmate het nummer vorderde, kwam de band in volle kracht, en pakte Dotan de trom en versterkte daarmee de klanken van de drummer.
Het volgende nummer, ‘There Will Be a Way’, werd met enthousiasme ontvangen toen Dotan de microfoon pakte en het podium overliep. De fans klapten luid en volgden hem overal. Met ‘Hungry’ kwam de zaal opnieuw tot leven. Het nummer werd luidkeels meegezongen. Dotan vertelde dat het lied oorspronkelijk geschreven was als een verdrietig nummer over het verliezen van geloof in echte liefde, maar dat het inmiddels verschillende betekenissen had gekregen door ‘verkeerde’ opvatting van de fans. Het publiek had het altijd als een optimistisch anthem opgepakt, en die energie was duidelijk voelbaar in de zaal.
Hierna bracht Dotan een moment van introspectie met ‘Porcelain’. Het was een intieme uitvoering, waarbij de zaal in stilte leek te hangen bij de breekbare klanken van het nummer. Het contrast tussen de intensiteit van de voorgaande nummers en de stilte die volgde, zorgde voor een emotionele diepgang.
Dotan vervolgde met een uitvoering van ‘Without You’, waarbij de intro werd begeleid door een solo van de blazerssectie. Het nummer kreeg hierdoor extra diepgang en dit werd erg gewaardeerd door de fans. “OMG!!” klonk het door de zaal, als reactie op het moment waarop Dotan en zijn band zich rondom één microfoon verzamelden voor een unplugged versie van ‘Amsterdam’. Dotan vroeg het publiek om stil te zijn, maar de slappe lach bij een groepje fans voorin bleef nog even hangen. “Gaat het?” vroeg de zanger lachend. Na even gelachen te hebben met de hele zaal, werd het muisstil, iedereen verstijfd door de intieme klanken.
Dotan vervolgde het concert met een persoonlijke anekdote. Hij vertelde over hoe zijn familie en de familie van zijn partner eerder niet accepteerden dat ze op mannen vielen. Dotan maakte een grap over de wapencollectie van zijn schoonvader, en hoe hij het niet aandurfde om hem boos te maken. Na verloop van tijd accepteerden de families hun relatie, en de vader van zijn partner beloofde hen altijd te verdedigen. Dotan vertelde verder dat ze op een zondag met de ouders van zijn partner naar de kerk gingen, waarbij de moeder had gezegd: “But there’s no kissing and no touching.” Dit gaf de naam aan het volgende nummer, en ‘No Kissing on a Sunday’ werd met een solo-akoestische uitvoering gebracht. Het was een prachtig, kwetsbaar moment waarvan Dotan van tevoren had gezegd dat hij het nog wel spannend vond om het voor groot publiek ten gehore te brengen.
Met ‘Fall’ bracht Dotan de energie weer omhoog. Het was een krachtig nummer dat de zaal opzweepte, en iedereen klapte in het ritme. De band was in topvorm, en de dynamiek tussen Dotan en het publiek zorgde voor een fantastische sfeer. Dit werd voortgezet met ‘Drown Me in Your River’, waar het publiek wederom veel energie teruggaf. Bij ‘Numb’ zong de zaal samen met Dotan. Het was bijna onmogelijk om niet mee te zingen met dit iconische nummer, en het voelde alsof de band en het publiek één waren. Dotan en zijn band verlieten kort het podium, maar de energie bleef hangen.
Dotan keerde terug voor de encore en bracht ‘7 Layers’ ten gehore. Dit nummer werd nog intiemer doordat Dotan midden in het publiek ging staan, en hen vroeg om door hun knieën te gaan, zodat iedereen hem kon zien en horen. Het was een magisch moment toen de hele zaal hem in stilte kon horen zingen, unplugged, midden in de mensenmassa. Dotan klom het podium weer op, en met ‘Louder’ keerde de energie weer terug. De zaal zong en klapte uitbundig mee. Dotan gaf alles, en het publiek deed hetzelfde.
Het concert eindigde met ‘Home’, het nummer waarmee Dotan beroemd werd. Het was het perfecte einde van een avond vol emotie en energie. De zaal zong elke regel mee. Dit was de kers op de taart van een onvergetelijke avond.
Foto’s (c) Larissa Derks