De Japanse regisseur Akira Kurosawa noemde ‘The Young Lions’ een van zijn 100 meest favoriete films. Je kunt de goedkeuring van mindere goden binnen de filmwereld krijgen. De film was gebaseerd op de bestseller van Irving Shaw. In Shaw’s oorlogsroman The Young Lions volgen we drie mannen -twee Amerikanen en een Duitser- gedurende de periode kort voor de Tweede Wereldoorlog tot aan het einde van deze oorlog. Een roman die ook inging op het antisemitisme binnen het Amerikaanse leger en de meest duidelijke uitwas die voortgekomen is uit dit sentiment, namelijk de Holocaust.

De film werd vooral echter een groot succes door de aanwezige acteurs, namelijk twee van de grootste Method-actors binnen Hollywood namelijk Marlon Brando en Montgomery Clift en de uitermate populaire zanger/acteur Dean Martin. Vooral voor de laatste was THE YOUNG LIONS een belangrijke test. Dean Martin was de helft van een zeer populair komisch duo dat hij samen met Jerry Lewis vormde. Maar rond deze tijd was deze samenwerking verbroken omdat Martin het wel zat was om voortdurend de aangever van Jerry Lewis te zijn. De vraag was, kon Martin een film alleen dragen en zou hij zich staande weten te houden in een serieuze film inplaats van een komedie. Als regisseur werd Edward Dmytryk aangetrokken die al eerder in ‘Raintree Country’ (1956) met Montgomery Clift had gewerkt.

De film begint in 1938 in Duitsland. Daar is Christian Diestl (Marlon Brando) in Zuid Duitsland ski-instructeur. Naast een mogelijkheid om een aardig centje bij te verdienen, biedt het Christian de mogelijkheid om vrouwen te versieren. Nu heeft hij zijn zinnen gezet op de Amerikaanse toeriste Margaret Freemantle (Barbara Rush). Alhoewel Margaret een relatie met de zanger Michael Whiteacre (Dean Martin) is ze zodanig gecharmeerd door de ski-leraar dat ze er in toestemt om een avondje uit te gaan met de blonde Duitser. En daar schrikt ze als ze merkt hoe diep het Nazisme zich al in de Duitse samenleving geïnfiltreerd heeft. Ook Christian Diestl ziet Adolf Hitler als de oplossing voor Duitsland. Teleurgesteld verbreekt Margaret het contact. Als de oorlog uitbreekt gaat Diestl het leger in en daar maakt hij al snel carriere. Voordat hij het goed en wel beseft heeft is, is hij al luitenant. Tijdens de campagne in Frankrijk wordt hij in Parijs gestationeerd maar hij haat het veilige leventje.

Hij wenst aan het front te zijn. Dat krijgt hij geregeld als hij tijdens zijn verlof een bezoek brengt aan Gretchen Hardenberg (May Britt), de vrouw van zijn kapitein (Maximilian Schell). De twee hebben een affaire met elkaar en aangezien Gretchen goede contacten heeft met de legertop is het snel geregeld dat Diestl en kapitein Hardenberg overgeplaatst worden naar Rommel’s Afrika Corps.

Ondertussen leren Michael Whitacre (Dean Martin) en Noah Ackerman (Montgomery Clift) elkaar kennen als beiden gekeurd worden voor dienst. Terwijl Michael er alles aandoet om onder zijn diensttijd uit te komen, kan Noah niet wachten om onder de wapenen geroepen te worden. Op een feestje van Michael leert Noah Hope Plowman (Hope Lange) kennen. Tussen de twee ontstaat al snel een hartstochtelijke relatie, ondanks het feit dat Hope’s vader aanvankelijk moeilijk kan verkroppen dat zijn dochter iets begonnen is met een Jood. Ook tijdens zijn legeropleiding wordt Noah voortdurend geconfronteerd met het antisemitisme. Ondertussen loopt de campagne in Afrika niet goed en Rommel’s leger is op de vlucht. Tijdens deze chaotische terugtocht rijden Diestl en Hardenberg op een mijn. Diestl komt er redelijk ongeschonden vanaf maar Hardenberg is zwaar verminkt. Tijdens een ziekenhuisbezoek weet Hardenberg Diestl te misleiden om hem een bajonet te brengen, iets waarmee hij zich niet veel later ombrengt. Hoe verder de oorlog vordert, hoe gedesillusioneerder Diestl raakt. Voor de geallieerden verloopt de oorlog steeds voorspoediger en na de landing in Normandie vinden Whiteacre en Ackerman elkaar weer. Uiteindelijk kruisen de drie levens zich nadat de Amerikanen in Duistland een concentratiekamp bevrijd hebben.

Ten opzichte van het boek week ‘The Young Lions’ als film behoorlijk af. Schrijver Irwin Shaw was daar niet blij mee. Hij vond het irritant dat het beschreven antisemitisme binnen het leger binnen de roman in de film behoorlijk afgezwakt was, het afwijkend slot kon hij niet ook al niet waarderen maar wellicht het meest storende vond Shaw het feit dat het karakter Christian Diestl zo positief getransformeerd werd in de film.

Regisseur Edward Dmytryk en scenarioschrijver Edward Anthalt hebben deze keuze gelegitimeerd door te zeggen dat dit een vooral eerlijker beeld van de Duitser in de Tweede Wereldoorlog gaf. Dat klinkt fraai en genuanceerd maar er speelde ook een duidelijk andere, veel meer economische reden mee, namelijk dat West-Duitsland steeds meer een exportmarkt voor Amerikaanse films werd en men wenste deze steeds belangrijker wordende afzetmarkt niet voor het hoofd stoten.

‘The Young Lions’ is een voor zijn tijd een vrij genuanceerder oorlogsfilm geworden met het hart op de juiste plaats. Misschien minder duidelijk en expliciet dan Shaw’s oorspronkelijke roman maar de film loopt niet weg van thema’s als antisemitisme en de holocaust. Anthalt’s scenario heeft ook een bittere ondertoon die ondanks een wat zoetsappige slotscene nooit helemaal verdwijnt. Joseph MacDonald’s wat grimmige zwart-wit camerawerk maakt de film alleen maar sterker.. Niet verwonderlijk dus dat ‘The Young Lions’ commercieel en ook kritisch succes werd.

Zo wordt ‘The Young Lions’ een meer dan behoorlijke oorlogsfilm maar echt groots wordt hij helaas niet. Dat komt omdat het scenario en de wijze waarop Dmytryk het verhaal vertelt, redelijk anekdotisch is. De film mist vloeiendheid . Maar misschien wel het meest storende in de film is het acteerwerk. Vooraf zou dit toch de film worden waar men de twee grootste Method-Actors in een film zou zien en mocht men toch op acteergebied vuurwerk verwachten. Dat gebeurt helaas niet. Clift en Brando hebben geen scenes met elkaar. Ja in het slot zou dat wel zijn maar dan wordt Brando’s rol ingevuld door een dubbel. Maar degene die ons kijker het meest laat zitten in Marlon Brando, door velen toch gezien als de grootste acteur die Hollywood heeft opgeleverd. Maar Brando is in ‘The Young Lions’ de zwakste schakel. Toegegeven, het hem toebedeelde accent helpt niet maar het is vooral de onevenwichtigheid waarmee Brando in deze film speelt. Het schommelt tussen pathetiek en luiheid in maar een goede balans er tussen wordt door Brando in deze film nergens gevonden. Op momenten loopt Brando als een mompelende slaapwandelaar in de film. Clift heeft zich ook wel eens negatief over Brando als acteur uitgesproken. In Clift’s ogen was Brando vooral een lui acteur die maar een derde van zijn potentieel gebruikte. Degene die zich echter in al dit acteergeweld verrassende goed handhaafde, was Dean Martin. Met deze film toonde hij dat hij wel degelijk in staat was om een dramatische rol te spelen en dat hij in staat was om een film te dragen. Een jaar later zou Dean Martin te zien zijn in misschien wel zijn beste rol uit zijn carrière, namelijk als de dronkaard in Howard Hawks western ‘Rio Bravo’ .

Regie: Edward Dmytryk.
Acteurs: Marlon Brando, Montgomery Clift, Dean Martin, Hope Lange, Barbara Rush, May Britt, Maxmillian Schell, Dora Doll, Lee van Cleef, Liliane Montevecchi, Parley Baer, Arthur Franz, Hal Baylor, Herbert Rudley, John Banner, L.Q. Jones.

Waardering: 6,5.

Deel: