Het is Bruis gelukt om ondanks alles weer een geweldig festival in Maastricht neer te zetten. Met opnieuw een eigenzinnige mix van gevestigde namen en opkomend talent. Dit jaar, door alle reisperikelen, nog meer toegespitst op Nederlands en, zoals altijd sterk in de meerderheid, Belgische acts. Na een aantal verhuizingen is de editie 2021 met twee podia neergestreken nabij muziektempel Muziekgieterij. Een prachtige plek in het hippe stadsdeel Sphinxkwartier. Alle ingrediënten waren aanwezig voor drie prachtige dagen. Zeker voor diegenen die een kaartje hadden kunnen bemachtigen. Omdat het aantal bezoekers per dag door de overheid moest worden teruggebracht van 3000 naar 750 kregen ‘de gelukkigen’ zowaar een privéfestival voorgeschoteld.

Vrijdag

De vrijdag leverde meteen al mooie momenten op. Niet alleen vanwege de muziek, maar zeker ook vanwege het samenzijn van het publiek op een festival. Bier, gras, muziek en vrienden… Dat werd gevierd, waardoor de aandacht van het publiek soms meer naar elkaar uitging dan naar de acts. Heel jammer, want The Homesick loste alle hoge verwachtingen moeiteloos in. Subpop heeft een goede zet gedaan door dit drietal in te lijven. De songs zijn tegendraads, maar ritmisch en klinken haast bezwerend door het meeslepende repetitieve karakter van de lang uitgesponnen nummers. Heel sterk gebracht, maar misschien meer geschikt na zonsondergang in een intiemere setting.

Zoals op het kleinere, tweede podium, waar Elle Hollis wel tot haar recht kwam. Als winnaar van Nu of Nooit bracht ze een lekker warme nazomer set. Poppy maar spannend genoeg, met een mooie, volledig in control-stem bracht ze zowel de dansbare nummers als de meer ingetogen songs met een groot enthousiasme voor haar Maastrichtse thuispubliek.

Het eigenzinnige Rats on Rafts was een absoluut hoogtepunt. De Rotterdammers beklommen het hoofdpodium met recht. Met een kruidige mix van stijlen brachten ze een topgerecht op het Bruis bord: van een hoekige eighties vibe á la B-52’s, Feelies en Talking Heads, tot een donkere krautrock en post punk. Goed ingespeeld met eerste en tweede stemmen, spoken word en zanglijnen die je bij de strot grijpen. Helaas lukte dat maar ten dele bij het publiek dat te druk met zichzelf bezig was om zich te verdiepen in deze ondoorgrondelijk mooie set.

Aan de overzijde van het zeer gezellig ingerichte Bruis-terrein mocht Robin Kester haar set op het juiste tijdstip over het veld laten zweven. De ondergaande zon bracht een extra dimensie bij de meest ingetogen en gevoelige, soms breekbare, songs. De stem klonk goed, met een aangenaam randje en ze nam het publiek mee in haar wereld, waarin de nummers heel mooi gelaagd werden opgebouwd, om te exploderen in een mooie, lang opgebouwde finale van ‘Sweat and Fright’.

Eigenlijk voelde het tot nu toe als een lang voorprogramma voor de hoofdact: dEUS. Voor het eerst gaf het hele publiek zich over. En terecht. Met een ijzersterke set bewezen Tom Barman en de zijnen dat er nog steeds geen slijt zit op deze band, integendeel. Goed ingespeeld, met Tom Barman opvallend goed bij stem en energiek als altijd, met zichzelf, de bandleden en het publiek. En met gitarist Mauro Pawlowski, die tijdelijk het gat invult door het vertrek van Bruno De Groote.

Door een gebrek aan nieuwe songs (Tom Barman: “Volgend jaar komt het nieuwe album”), werd het een best of festivalset, waarbij ze nog steeds laten zien een meester te zijn in het opbouwen van een nummer: ‘Instant Street’, ‘Suds and Soda’ en ‘Roses’ trekken het publiek mee naar telkens een nieuw extatisch hoogtepunt.

En wat doe je dan als je als jonge band High Hi bent geprogrammeerd op het kleine podium, na dEUS? Het hoogtepunt proberen te verlengen. En dat lukte eigenlijk heel goed. Het drietal bracht de nummers van hun debuutalbum Firepool, aangevuld met twee nieuwe songs, vooral met heel erg veel enthousiasme. Met de twee bekende singles ‘94A9’ en ‘Daggers’ als respectievelijke opener en afsluiter, droop het spelplezier er bij het drietal van af, gretig opgepikt door het publiek. Meest dansbaar, maar ook meeslepend, zoals in het mystieke ‘Borders’. Klasse!

Zaterdag

Op zaterdag zat de sfeer er al snel in. Zeker toen het Belgische Ramkot, zoals verwacht, de moshpit weer in ere had hersteld, na de anderhalve meter. Net nadat hun landgenote Silvie Kreusch een goede set had neergezet op het hoofdpodium. Zowel artistiek, vocaal als visueel voldeed ze aan de hoogstaande verwachtingen.

Verwachtingen die er ook waren bij Ruben Block, de charismatische frontman van Triggerfinger. Zou hij solo Triggerfinger – part two zijn? Nee, absoluut niet. Hij heeft nu de beschikking over een toetsenist en een extra gitarist, wat hem muzikaal veel meer mogelijkheden biedt. En die benutte hij in een veelzijdig optreden.

Waar de fans van Triggerfinger misschien teleurgesteld waren, moeten de fans van het eerste uur van Balthazar, dat later zou optreden, aangenaam verrast zijn. Gelaagde, lang uitgesponnen spannende songs. Misschien minder overrompelend naar wel prettig indalend. Minder rock, maar meer indie, waarbij Rubens donkere stem heel goed tot zijn recht komt. Balthazar zelf kwam tevoorschijn met een heel strakke, professionele set. Goed voor de grote podia en sportpaleizen. En zeker ook voor het veld van Bruis. In tegenstelling tot dEUS werd het geen ‘best of’ set, maar beperkte de band zich hoofdzakelijk tot het recente album ‘Sand’, waarvan vele nummers in een lange versie werden gespeeld. En waarbij Maarten Devoldere zich presenteerde als de natuurlijke frontman, die net als Jinte Deprez zeer goed bij stem was. Gewoon gedegen en goed.

Tussen Ruben Block en Balthazar zat het totaal onbekende, maar overrompeld goede Pays P. Tot hun eigen verbazing brachten de drie Fransen het publiek in extase met hun donkere dynamische songs. Slechts begeleid door drum, gitaar en effecten nam zangeres Laura Boullic de mensen mee in haar meeslepende show, vol drama en mimiek. En iedereen geloofde haar en liet zich graag meevoeren in deze donkere trip. Let op Pays P.

Zondag

Op zondag opende Madoux de laatste dag met een ijzersterk optreden. Deze nog relatief onbekende lady van de dark pop heeft alles om een grote dame te worden. Haar zang is prachtig, zuiver, van laag naar hoog, van ingetogen naar expressief. En haar oeuvre is nu al opvallend veelzijdig. Al deze aspecten werden vakkundig uitgespeeld voor een aandachtig luisterend thuispubliek. Van rustig Ingetogen naar dansbaar, van poppy naar lekker schurend alternatief. En met een wonderschone versie van ‘Let’s Dance’. Bowie kan trots zijn…

Dat mag Willem Smit ook zijn, de zanger van het Amsterdamse zevental Personal Trainer. Vol in de zon gingen al snel zijn shirt en schoenen uit om alle energie ook fysiek een uitweg te gunnen. Het publiek werd opgezweept door hun meeslepende, energieke set, waarin Willem zijn gesproken zang en oneliners begeleidde met aanstekelijke dansmoves, met een grote knipoog. Maar ook alle credits aan de band die er, fout woord sorry, een feestje van maakte met aanstekelijke tweede stem, percussie en de tegenwoordig onvermijdelijke schuiftrombone.

Later op de dag bracht De Staat een set die je mag verwachten van een band met zo’n naam en faam. Niets verrassends, op een enkel nieuw nummer na, maar gewoon gedegen, onder aanvoering van zanger en publieksmenner Torre Florim. Dat publiek kreeg waar het voor kwam en reageerde zoals je ondertussen bij deze Nederlandse topact kunt verwachten. Op de flink opgewarmde Bruisweide was het al niet anders. Niet verrassend, maar ook helemaal niets mis mee, integendeel.

Wel verrassend voor het grote publiek, maar dan weer niet voor de kenners, was de fantastische afsluiting op het kleine podium: The Haunted Youth, de band rond de Belgisch Limburgse Joachim Liebens. Met hun nummer ‘Teen rebel’ wonnen ze de Nieuwe Lichting en schoot de populariteit in België de hoogte in. Ook deze avond zorgde hij met een meeslepende set voor een grote schare nieuwe fans. Zijn donkere, melancholieke en meest autobiografische songs beklijven meteen, geholpen door zijn intense en emotionele podiumact. Het enthousiaste publiek werd als toetje getrakteerd op een lange, indrukwekkende versie van hun nieuwe single ‘Coming Home’.

‘Coming Home’ leek ook een toepasselijke titel voor de echte afsluiters Goose, die al menigmaal op dit festival stonden. De Belgische grootmacht bood het publiek de laaste kans om alle energie en zweet er nog één keer uit te persen bij hun dik twintig jaar elektrorock materiaal. Bruis ging dan ook dampend en zeer voldaan ten onder, aan het eind van deze gedenkwaardige editie. Waar, ondanks alles, een geweldig festival werd neergezet dat weer bruist: bruist als vanouds. TOP !!!

Foto’s (c) Christophe Dehousse

Deel: