Het is dit jaar 40 jaar geleden dat het debuutalbum van Dire Straits uitkwam. Met ‘Sultans of Swing’ als grootste hit, en ook het nummer wat deuren opende voor de band. De band Dire Straits is sinds 1995 niet meer actief en de kans dat er ooit nog een reünie plaats zal vinden is klein, erg klein zelfs. De reden? Frontman Mark Knopfler heeft inmiddels solo meer albums uitgebracht en dit jaar komt er een negende album bij (zijn filmmuziek en de cd met Emmylou Harris niet meegerekend). Opgenomen in zijn eigen British Grove studio’s, en geproduceerd door zijn compagnon / vriend / keyboardspeler Guy Fletcher en Knopfler zelf. ‘Down the Road Wherever’ bevat nummers over zijn tijd in Deptford met de Dire Straits, voetbalfans en over een muzikant die al liftend door de sneeuw zijn weg naar huis vindt.

Het album begint met ‘Trapper Man’ een zeer uptempo nummer, en een fantastisch gekozen opener van het album. Na de eerste tien seconden een zacht keyboardgeluid komen de drum en gitaar erbij en gaat het nummer los. Een Trapper man is een persoon die vaak maandenlang de wildernis introk om daarna weer terug te komen met dierenvachten om te verkopen. Wellicht gaat het in dit nummer om de dubbele betekenis dat veel mensen rijk zijn geworden over de rug van die zogenaamde Trapper man. Het ‘You Need The Trapper Man’ zit aan het einde van het nummer goed in je hoofd.

Het album gaat verder met de tweede single ‘Back on the Dancefloor’, wederom een nummer met een heerlijke groove erin. Het is een nummer welke je even vaker moet horen om de schoonheid ervan in te zien. ‘Nobody’s Child’ is een typisch Knopfler-nummer, een rustig kabbelende akoestische gitaar met een Gibson-achtige solo over het hele nummer. Je waant jezelf met dit nummer op een paard in de woestijn. Een heerlijk dromerig nummer.

Om vervolgens wakker geschud te worden door ‘Just A Boy Away From Home’, over dit nummer vertelt Knopfler een verhaal dat zijn vader in het ziekenhuis lag na een hartaanval: “He was in Newcastle General, which is very close to the football ground. He was lying awake in the middle of the night, and he heard a lad walking on the deserted street outside singing ‘You’ll Never Walk Alone.’ Of course, he was a Liverpool fan and he’d been to the match—or who knows, he might have missed it somehow. But there he was in Newcastle singing his song. My dad found it inspiring, the spirit of it. The track includes a full, stirring reprise of the famous melody. “It just felt good to play it on the slide,” says Mark. “I thought, ‘I’ve started, so I may as well finish.’ And it’s fun for the band to play.” Een heerlijk versie van het bekende “You’ll Never Walk Alone” in dit nummer gespeeld met een slide. Dit nummer zou zeker niet misstaan als afsluiter van de komende concerten. Je verlaat gegarandeerd met een glimlach de zaal.

Na het wat rustige ‘When You Leave’, een nummer wat heel erg jazz aanvoelt, volgt de eerste single ‘Good On You Son’. Het was begin september het eerste geluid van het nieuwe album en veel fans waren het er direct over eens, het klonk meer richting het Dire Straits-geluid dan wat Knopfler de afgelopen jaren heeft uitgebracht. Vooral de saxofoon in dit nummer is een welkome afwisseling en geeft een heel ander geluid aan het nummer. ‘My Bacon Roll’, een wat vreemde titel voor waar het nummer over zou kunnen gaan. Van wat ik lees en hoor gaat het om een man die zijn werk heeft verlaten en terecht komt in een eettentje waar hij een bacon roll bestelt. En een bacon roll is dan weer een typisch Engels ontbijt. Vreemde titel, heerlijk nummer.

Aan het begin van ‘Nobody Does That’ denk je haast dat Knopfler ‘Voodoo Child’ van Jimi Hendrix gaat spelen, maar na een paar seconden gaat het nummer toch een heel andere kant op. Een echt funk nummer met geluiden die zo uit de jaren ’70 gehaald zijn. Vooral het gebruik van de blazerssectie in dit nummer maakt het een heerlijk nummer om naar te luisteren. ‘Drovers Road’ gaat meteen de hele andere kant op. Meer rust en meer richting de Schotse hooglanden. In dit nummer komt de wat rauwere stem van Knopfler goed naar voren. Meer grommend, meer emotie. ‘One Song At A Time’ is het nummer waar de titel van het album naar vernoemd is, en is meteen een ode aan Chet Atkins. ‘Down The Road Wherever’ is a line from ‘One Song At A Time.’ I remember my pal Chet Atkins once saying that he picked his way out of poverty ‘one song at a time.’ Maar het is meteen ook de gedachten aan de begindagen van Dire Straits.

‘Floating Away’ is mede door de achtergrondzangeressen een mooi staaltje Knopfler, het doet qua gevoel wat denken aan zijn eigen nummer ‘Rudiger’. Hadden we met ‘When You Leave’ al een jazz-achtig nummer op het album, met ‘Slow Learner’ komt er nog een jazznummer bij op het album. In dit nummer is veel ruimte gemaakt voor piano en trompet. Het is niet snel een nummer wat je bij Knopfler verwacht, maar het pakt zeer goed uit op dit album. ‘Heavy Up’ is weer totaal de andere kant op. Een zeer verrassend nummer, zeer vrolijk en bijna dansbaar nummer. Na ruim 4 minuten is er ruimte voor een minimale gitaarsolo wat overgaat in een trompet solo. Typisch vakantienummer.

‘Every Heart in the Room’ en ‘Rear View Mirror’ zijn beide bonustracks welke beschikbaar zijn op de Deluxe Edition van het album. Het zijn beide typische Knopfler-nummers. Waarbij gezegd moet worden dat ‘Every Heart in the Room’ een heerlijke solo heeft op de slide gitaar. Ik kan me nog herinneren dat Mark Knopfler ooit in een interview gezegd heeft dat hij wel eens goed slide gitaar wilde leren spelen. Ik denk dat hij dat inmiddels goed onder de knie heeft. ‘Rear View Mirror’ is een wat meer uptempo nummer, wat wederom een jazz-achtig sausje over zich heen heeft. Gezien het verleden en het feit dat Jim Cox aangekondigd wordt aan het begin van zijn solo, zal het mij niks verbazen als dit nummer een zogenaamde ‘onetaker’ is. Met 2.29 veruit het kortste nummer van het album.

Afsluiter van het album is ‘Matchstick Man’ waar alleen Knopfler en de gitaar op te horen zijn. De tekst slaat op Knopfler zelf die als jonge gast al liftend in trucks stapte om maar op tijd thuis te zijn voor kerst. “I got a lift up the old A1 and he let me off at a high crossroads in the Midlands. The sun was shining, there was snow everywhere and I could see for miles. There was nothing moving anywhere. I’m standing there with my guitar case and bag and this realization of what I’d chosen to do with my life. To me, it was exactly what I wanted to do. It’s just a snapshot of me then. From the air I would have been a tiny matchstick figure in this vastness of snow with his dream of being a musician.”

Het was lang wachten voor de fans op nieuwe muziek van Knopfler, maar met dit album heeft hij zich weer overtroffen. Het is een album met vele gezichten geworden en als geheel past het perfect in elkaar. Van jazz-achtige nummers tot vrolijke bijna dansbare nummers. Het album is met nummers als ‘One Song at a Time’, ‘Just a Boy Away From Home’ en ‘Matchstick Man’ zijn meest persoonlijke album geworden. Vanaf volgend jaar gaat Knopfler weer touren en als de geruchten kloppen dan kan het wel eens zijn laatste wereldtour zijn. Of het zo is, en of hij dan net als Eric Clapton een paar dagen in de Royal Albert Hall staat is alleen maar giswerk, een ding staat vast, dit is zeker niet zijn laatste album. (9/10) (Mercury Records)

Deel: