Kensington, een band waarbij veel mensen zich niet meer kunnen voorstellen dat ze ooit in zalen hebben gespeeld als: EKKO Utrecht of Altstadt Eindhoven. Of toen der tijd in 2007, dat ze behoorde tot de line-up van het door heel Nederland reizende festival Popronde. Nu 7 jaar later hebben ze grote hits als ‘Let Go’, ‘Home Again’ en ‘Streets’ op hun naam staan, kregen ze goud voor hun albums ‘Vultures’ en ‘Rivals’, spelen ze een uitverkochte clubtour door Nederland, gaan ze begin 2015 touren door 8 landen in Europa en staan ze op 20 februari in een uitverkochte Heineken Music Hall. Het zijn niet alleen maar vier jongens uit Utrecht. Ze zijn in al die jaren gegroeid tot mannen die een icoon zijn geworden in de muziek-industrie. Een maand geleden begonnen ze aan hun clubtour door Nederland die tot de verbazing van alle bandleden binnen 2 maanden was uitverkocht. De tour begon in Rowtown Rotterdam en na 11 shows sloten ze de tour af in hun hometown Utrecht.

Het geluid van 2.000 man galmde door de zaal toen de eerste noten van ‘All For Nothing’ werden gespeeld. De refreinen werden rustigaan meegezongen en het publiek stond er nog wat stijfjes bij te kijken. Ondanks dat het een knaller van een opening was moest de zaal nog duidelijk op gang komen. Maar het duurde niet lang voordat de hele zaal de voeten van de vloer ging springen. Na wat wisselingen tussen oud en nieuw werk gooide de band hoge ogen toen ze het nummer ‘Go Down’, afkomstig van het 2e album ‘Vultures’, hadden omgetoverd tot een donker mysterieus gitaarnummer met een duidelijke klik tussen de zanger Eloi Youssef en gitarist Casper Starreveld. Dit duidde perfect de groei en ontwikkeling van de band door de jaren heen aan. In de zaal hoorde je zacht gefluister van de mensen die probeerden te achterhalen welk nummer ze gingen spelen. Dit haalde het effect van het in een nieuw jasje gestoken nummer een beetje weg. Op die enkele mensen na was de zaal verder muisstil. Mysterieuze klanken dwaalden door de ruimte en de bandleden bewogen bijna slow motion over het podium. Door combinatie van de geweldige lichteffecten leek het bijna alsof je aan het wachten was totdat je in een vaart naar beneden ging in de meest enge achtbaanrit van je leven.

Maar ondanks dat de show vanaf het begin al stond als een huis, werd de zaal pas echt helemaal ingepakt na hun fenomenale cover ‘Take Me To Church’. Donker, maar toch vol kracht. De zanger die zijn moment pakte en opging in het gehele nummer en zo de zaal vol kippenvel liet kijken door zijn gruizige stem. Door de kracht die het nummer met zich meebracht was het lastig om weer mee te gaan in de nieuwe sound die de band tegenwordig creëert. Maar door de geweldige opbouw van het nummer ‘Don’t Walk Away’ naar het african pop nummer ‘System’ door naar het, door de gitarist zelf benoemde Lion King-achtige nummer, ‘Done With It’ was de zaal weer klaar om geheel uit z’n dak te gaan tijdens hun eerste hit, die ze pakten in 2010, ‘Let Go’. Alles viel op zijn plek. Overal werd in de zaal gesprongen, armen werden op de schouders geslagen, en iederen zong uit volle borst mee als eerbetoon aan de band.

De Volkskrant zei ooit dat niemand de tekst van ‘War’ zou meezingen. Maar niets is minder waar, toen de band vroeg om uit volle borst de longen uit het lijf te schreeuwen. Door middel van lachende en dirigerende aanwijzingen van de gitarist wordt er in het midden van de zaal uit volle borst: “We won’t go to war” gezongen, waarna het balkon volgde met een oorverdovende “HÉ!”. Ook tijdens het nummer is er een echo te horen van hard meebrullende fans. Het nummer knalt live zo hard uit elkaar dat het vocaal af en toe overschaduwt door de instrumentale sound, maar dat neemt niet weg dat het ijzersterk werd uitgevoerd.

Zoals veel mensen al hadden verwacht sluit de band af met hun eerste mega hit ‘Home Again’. Een nummer dat altijd zal blijven leven onder de fansingtons. Een nummer dat door iedereen uit volle borst wordt meegezongen en tijdloos in de set van Kensington zal kunnen blijven staan. De band vraagt dan ook of iedereen nog één keer alles wil geven. Zingen, springen, en bij elkaar in de nek. Het moet een epische knaller worden zoals de gitarist het zelf zei. En dat werd het ook. Het gebrul bleef nog lange tijd doorgaan, zelfs nadat de band het podium al had verlaten. Flauwtjes werden er door een paar mensen in de zaal “We want more” gezongen en een aantal fans proberen een ‘Where do we go when the streets are calling’-explosie op te zetten. Dit enigszins zonder succes maar dat weerhield de band niet om het podium voor de tweede keer te betreden. De encore werd gestart met het nummer ‘Perfect Family Day’. Een nummer wat voorheen alleen nog maar akoestisch gespeeld werd. Tijdens het nummer laat de band weer hun duistere, donkere, mysterieuze kant zien (die de band ook zeker heeft). Het is een kippenvel-nummer wat af en toe een beetje raar in elkaar gestoken is en waar men ook niet zo goed weet wat men er mee aan moet. Door het abrupte einde blijft het plubiek een beetje verslagen en overweldigd achter. Maar dat werd al snel doorbroken door de woorden “Where do we go when de streets are calling”, die de zanger van de band met zijn ruizige rock stem door de zaal laat galmen. De vuisten gaan de lucht in en een brullende echo van “CALLING, CALLING” vliegt door de zaal. Ook dit is weer z’n Kensington-nummer dat voor altijd tijdloos in hun setlist zou kunnen staan. Het is hard, het is pakkend en bovenal erg sterk.

Aan het applaus en de overweldigende reacties van het publiek leek het alsof dit het laatste nummer zou zijn, maar niets is minder waar. De band kiest ervoor om de setlist te eindigen met ‘Little Light’. Een betere keuze hadden ze niet kunnen maken. De telefoons schieten in de lucht want iedereen wil dit prachtige nummer voor eeuwig kunnen terugkijken. Het is een nummer dat je zowel op het album als live kippenvel geeft over je gehele lichaam. Een aangrijpende tekst die wordt samengevoegd met de instrumentale sound brengt je in een een soort mengelmoes waarin je alleen maar gelukzalig, overdonderd en enthousiast kunt zijn. De band geeft alle energie nog een keer in het laatste nummer dat aan het einde wordt uitgebruld, gepaard met een oordovend applaus door 2.000 man in de Ronda zaal van TivoliVredenburg. Het is een nummer dat zo donker, duister, krachtig en energiek eindigt dat het publiek zowel hongerig naar meer als voldaan achterblijft.

Ondanks dat er een aantal mensen de opmerking hadden dat band er af en toe bijstond alsof ze er geen zin in hadden, waren de meeste reacties: episch, onbeschrijfelijk goed en een optreden van hoog niveau. Alles klopte, van geluidstechnisch tot aan de preformance van de band. Tijdens de clubtour heeft Kensington bewezen dat ze meer dan klaar zijn om Europa te veroveren tijdens hun Rivals Euro Tour.

Foto (c) Ariane van Ginnike, archief Maxazine

Deel: