De 18e Southern Bluesnight kent weer vele hoogtepunten.

Op de zaterdagavond van 29 maart vond in het Parkstad Theater Heerlen de, alweer, 18e editie van de Southern Bluesnight plaats. Voor hen die niet tot 19.30 uur konden wachten had de organisatie een leuke verrassing in petto, want zij konden vanaf 14.00 uur al in het theater terecht voor een radio uitzending van L1. In het programma van Hubert van Hoof en John Hendrix was bijna het complete affiche te gast en gaf alvast een voor proefje van hetgeen men ’s avonds mocht verwachten.

Uit de ervaring die ik in voorgaande jaren heb opgedaan, weet ik dat ik vanavond voor deze recensie weer vele meters zal afleggen tussen de drie podia en doordat de optredens elkaar helaas overlappen moet men deze recensie van moment opnames eigenlijk als een reisverslag zien, want je bent helaas niet in staat om ieder concert af te kijken. Het is zelfs een ontdekkingsreis, want het is de kracht van deze bluesnight dat men naast grote namen ook aanstormende talenten –waar je soms nog nooit van gehoord hebt- programmeert en dat leidt vaak tot grote verrassingen!

Goed voorbereid heeft uw “reisleider” zijn stevige stappers aan getrokken en als om19.30 uur de deuren open gaan is het na enkele minuten al behoorlijk druk. Dit heeft er ongetwijfeld mee te maken dat The Nines als openingsact geboekt zijn, want deze band kan nu al op een grote fan-base rekenen. Men dient echter tot 19.45 uur te wachten voordat The Nines, de winnaars van de BRUL Contest, hun opwachting maken. Dat geeft Howlin’ Stone, (een andere finalist van deze contest) die als buskers waren aan getrokken, de gelegenheid om alvast warm te draaien en dat werd door de aanwezigen zeer gewaardeerd.

The Nines is een nog vrij jonge band uit Venlo die sinds de toevoeging van zangeres Kristel Roulaux nu al met hun hoofden boven het bluesrock maaiveld uit steken. Kristel eindigde in 2009 als derde bij Popstars en weet met haar rauwe stem net dat ontbrekende extra toe te voegen aan de band die verder bestaat uit Roel Konings–gitaar, Dave Wijnans–basgitaar en Tom Wetzels op de drums.                 Met hun frisse, fruitige, maar ook dampende interpretatie van bluesrock, wisten zij de jury te overtuigen dat zij een plaats op deze bluesnight waard waren. Zij beginnen hun set, die uit een mix bestaat van eigen werken en enkele covers, met ‘Cool Chick’, gevolgd door ‘Supersticious’. Hun uitvoering van de Stevie Wonder hit swingt de pan uit en ik heb de indruk dat de band sinds de blues-contest gegroeid is. Ze hadden al weken naar dit optreden toegeleefd en afgaande op het speelplezier voelt het voor hen waarschijnlijk als een bevrijding en met succes! Van hun promo EP hoor ik een bijzonder fraaie uitvoering van ‘You’ voorbij komen en later in de set ook nog ‘Heart of Stone’. Na een fantastische uitvoering van ‘Groove Breaker’ (The Hoax, een van hun inspiratie bronnen) sluiten zij hun set af met ‘Crazy’, ook alweer afkomstig van eerder genoemde EP. The Nines lieten een buitengewoon goede indruk achter en waren een ideale opener, zelfs meer als dat. Ik moet me nogal sterk vergissen als zij in de toekomst niet de Limburgzaal onveilig zullen maken, waar hun show nog beter uit de verf zal komen als op dit kleinere podium. Eerst is het wachten op hun eerste album, daarna gaat de rest ongetwijfeld vanzelf.

Onderweg naar Albert Castiglia kom ik langs Ernest (van Aaken) die vanavond het prototype van een busker vertegenwoordigd. Uitgerust met alleen een gitaar van eigen makelij, zijn grote hobby, onderhoud hij de voorbijgangers met bluescovers als:’Hellhounds on My Trail’, ‘Poor Black Mattie’ en ‘Stop Breaking Down’. Ook hij kan op ruime belangstelling rekenen, al wil het met de vrijwillige gaven van de luisteraars niet echt lukken en blijft de bodem van zijn geopende gitaarkoffer zichtbaar.

Aangekomen bij, de voor mij onbekende, Albert Castiglia worden de oordopjes ingebracht want deze geboren NewYorker weet van wanten en dat komt het beste tot zijn recht met een maxima aan toegestane decibellen. Albert, Joe Voye (drums) en Matt Schuler (bas) weten wel hoe ze een zaal op de kop moeten zetten en nummers als ‘The Fat Cat Shuffle’ en ‘Bad Year Blues’ kunnen op veel bijval van het zwetende publiek rekenen. Het is bloedheet in de Limburgzaal en dat doet Albert besluiten om tijdens ‘Freddy’s Boogie’ een biertje te nuttigen terwijl hij, showpikkie als hij is, met één hand gewoon door speelt. Natuurlijk wordt ook zijn nieuwe cd “Solid Ground” gepromoot met nummers als ‘Have You No Shame’ (een rustpuntje in deze uptempo show) en ‘Put Some Stank on It’. Al met al een prima optreden dat ik graag had willen afkijken, maar ik was ook erg benieuwd naar het Erwin Helfer Chicago Boogie Trio en om een goed plaatsje in de Rabo zaal te krijgen verlaat ik, ook zwetend, vroegtijdig dit concert.

Na het elektrische gitaar geweld van The Nines en vooral Albert Castiglia, is het alsof je in de Rabo zaal een andere wereld binnen stapt. De zaal is bij aanvang van het concert van het Erwin Helfer Chicago Boogie Trio, slechts matig gevuld en daarmee wordt deze kleine, levende legende (er werd in Chicago zelfs een straat naar hem vernoemd) geen eer aan gedaan. Ik geef toe dat ik zelf ook even moest acclimatiseren tijdens de opener ‘Bright Lights, Big City’ (dat een medley vormt met ‘Big Boss Man’, aldus zangeres Katherine Davis na het concert). Zonder elektronische foefjes en dergelijke staat hier een trio op de planken die het alleen doet met piano-Erwin Helfer, stembanden- Katherine Davis en saxofoon- John Brumbach. Deze benadering van de blues zal niet bij iedereen kippenvel opleveren, dat is sowieso een kwestie van smaak, maar dat hier een super trio op de planken staat is wel duidelijk. Lekker onderuit gezakt in het rode pluche laat ik het 2e nummer, een slow blues over me heen komen. Na dit prachtige nummer, waarvan mij de titel is ontgaan, neemt Katherine plaats op een bankje en volgen er twee instrumentale nummers waarbij een eigen boogie uitvoering van ‘Swanee River’. Bij het vijfde nummer neemt John Brumbach ook plaats op het bankje en is het star-time voor Erwin Helfer die een flitsende boogie de zaal in laat rollen en het publiek op zijn teken Yeah! laat roepen. Bij alle nummers die volgen weet dit super trio de juiste toon te zetten, alles is op elkaar afgestemd en in balans. Zo ook de setlist, die nummers bevatte als ‘After Hours’, ‘Down Home Blues’, Jambalaya’ en ‘Take the A Train (Duke Ellington) Mijn bewondering voor hen steeg met de minuut. Het waren niet alleen de boogie-woogie liefhebbers die aan hun trekken kwamen, maar ook zij die saxofoon muziek preferen hadden niet te klagen Zoals het door John Brumbach o zo gevoelig gespeelde ‘St. James Infermary’. Jammer dat de publieke belangstelling bij hun laatste show in Europa iets tegen viel, ze hadden meer verdiend.

In mijn haast om bij Tom Attah en Katie Bradley te geraken laat ik Catfish & Cotton even voor wat het is om daarna op de terug weg naar de Limburgzaal aandacht aan hen te besteden. Dat was helaas een misrekening want als ik, na genoten te hebben van Tom en Katie, op weg ben naar het concert van Taildragger, hebben zij hun instrumenten al ingepakt.

Tom Attah mag dit jaar met zijn beeltenis het affiche sieren en roept niet alleen met zijn outfit herinneringen op aan Robert Johnson, ook zijn blues komt zeer authentiek over. Ik had hem ’s middags al gezien en vooral gehoord met o.a. ‘Catfish Blues’ en was zeer onder de indruk van zijn speelstijl: energiek, maar toch met respect voor zijn instrument. Tom heeft een enorm inlevingsgevoel in zijn benadering van de blues en dat is bewonderenswaardig voor iemand die ook graag naar harde bands als Evanescence luistert. Na enkele nummers voegt Katie Bradley zich bij hem en zij weet al snel door haar zang en harmonicaspel, maar ook met haar innemende, vriendelijke persoonlijkheid, het publiek voor haar te winnen. Haar eigen band heeft ze thuis gelaten en zij is er maar wat trots op om vanavond naast Tom Attah te staan, die in de UK al grote bekendheid geniet. Op hun set list staan natuurlijk enkele “Klassiekers” zoals: ’Baby What You Want Me To Do’, I Got My Mojo Working’ en ‘I’ll Rather Go Blind’, maar er worden ook nummers van elkaar gespeeld zoals: ‘Catfish Blues’ en ‘How Long Has It Been’ van Tom Attah en de slow blues ‘Be Careful With My Baby’, van Katie.  Zoals ik in het begin al schreef zijn er ieder jaar verrassingen en dit jaar zijn zij dat voor mij samen met Albert Castiglia.

Taildragger & Fossen Struijk Band. De Chicago blues is vanavond goed vertegenwoordigd want ook James Yancy Jones, beter bekend als Taildragger, is een grootheid op dit gebied. Deze vermaarde, inmiddels 74 jaar jonge, zanger, die net als Jim Byrnes al eens eerder op het affiche stond, is alleen al reden genoeg om op tijd in de Limburg zaal aanwezig te zijn. Als hij zich dan ook nog eens laat begeleiden door de Fossen Struijk Band, ook alweer zo’n band die zelf al volle zalen trekt, dan kon het daar wel eens druk zijn. En dat was het!..er was bijna geen doorkomen aan. Als ik eindelijk een plekje vooraan gevonden heb heeft Taildragger het podium al verlaten en gooit in de zaal zijn charmes in de strijd bij het vrouwelijke publiek. Met zijn soms huilende, maar vooral rauwe stem (Howlin’Wolf was zijn grote voorbeeld) en zwaaiende armen weet hij het publiek met nummers als ‘Don’t Start Me Talkin’, How Many More Years’en ‘Baby Please Don’t Go’ op te zwepen tot een kolkende massa. Charisma kan hem niet ontzegd worden. Op de slow blues ‘Just Sittin’ Here’ is een glansrol voor Robert Fossen-gitaar/harmonica en Peter Struijk-gitaren weggelegd, die op hun beurt weer op de solide begeleiding van Jan Markus-bas en Eduard Nijenhuis-drums kunnen rekenen. De band speelt de hele avond rete-strak en klinkt ondanks dat men Taildragger maar een paar keer per jaar ontmoet als een eenheid. Dit is pure, rauwe Chicago blues in optima forma en probeer daar maar eens op stil te blijven staan. Gezien de drukte en goede sfeer was het optreden van Taildragger en de Fossen Struijk Band waarschijnlijk het hoogtepunt van deze editie van the Southern Bluesnight!

Maar,… we hebben nog 3 bands te gaan, dus hup, daar ga ik weer richting Rabo zaal waar Jim Byrnes gelijktijdig met Little Steve & The Big Beat (in de theater foyer) aan zijn optreden begint. Ik kies in de eerste plaats voor Jim Byrnes omdat ik Little Steve dit jaar nog wel vaker zal zien. De sympathieke Canadese zanger/acteur heb ik ’s middags al mogen ontmoeten tijdens de radio uitzending waar hij zijn favoriete muziek mocht draaien en dat inleidde met buitengewoon leuke anekdotes over de artiesten die hij ontmoet had. Hij zou er makkelijk een avond mee kunnen vullen, maar eenmaal op het podium is het enkel de muziek dat telt. Hij stond hier 4 jaar geleden ook en samen met ‘The Sojourners’ speelde hij toen de zaal plat met een set die door gospelmuziek gedomineerd werd. Vanavond zal het vnl. country blues zijn (tenminste in die tijd dat ik daar aanwezig was) en hij opent met ‘I’m Movin’ On’, wat ook de openingstrack van zijn Country album “I Hear The Wind In The Wires” is. De titel van de 2e song is mij ontgaan, maar zou afkomstig zijn van zijn laatste album “St. Louis Times”. Verder gaat het met ‘Long Time Gone’, waarna voor mij het hoogte punt uit zijn show volgt, waarvan ik helaas maar van 6 nummers getuige ben. Jim heeft weer een geweldige begeleiding om zich heen weten te verzamelen en het is gitarist Lindsay Mitchell (bij een bepaalde lichtinval lijkt hij sprekend op acteur Donald Sutherland) die met een fantastische solo helemaal los gaat op het Ray Charles nummer ‘I Believe to My Soul’. Ook dit keer weet Jim Byrnes de zaal weer in te pakken en graag had ik tot het einde willen blijven, maar om ook nog een glimp van Little Steve op te vangen trek ik een sprintje naar  de foyer.

Little Steve & The Big Beat. Steven van der Nat, beter bekend als Little Steve, timmert al een tijdje stevig aan de weg.  Peter Case zij ooit eens tijdens een optreden dat alle goede muzikanten Little, Big of Blind voor hun naam hebben staan en dat is op Little Steve zeker van toepassing. De gitarist/zanger houdt er tegenwoordig 2 agenda’s op na want naast een groeiend aantal optredens met zijn eigen band, doen ook Mike and the Mellotones steeds vaker een beroep op hem. Het blijft jammer dat de optredens elkaar overlappen waardoor ik nummers als ‘How About It’ (waar mee de set gestart werd) en ‘Mother in Law Blues’gemist heb. Ik kom er in tijdens het soulvolle ‘Slip Away’ en het is meteen duidelijk dat the Big Beat veroorzaakt wordt door het geluid van de blazers. Met name de baritonsax van Evert Hoedt bezorgd mij met zijn diepe, donkere klanken rillingen. De band, die naast Little Steve en Evert verder bestaat uit Martijn van Toor-tenorsax, Guido Willemsem-drums en Bird Stevens op bas, gaat verder met ‘Working Overtime’, een eigen werk. De lekkere shuffle is afkomstig van hun debuut EP waarop ook de rock’n roller ‘Count on You’ staat, dat ook deze avond gespeeld wordt. Een zeer onderhoudende set met daar in o.a. T-Bone Boogie’, ‘Double Trouble’ en ‘Don’t You Do It’, blijft de aandacht vast houden en zorgt voor een goede stemming. Een prima optreden van deze band die pas in december 2012 werd opgericht. Ook zij doen mij uitkijken naar hun eerste cd!

Mijn afgetrainde lichaam begint langzaam maar zeker vermoeidheidsverschijnselen te vertonen, maar met de sterke wil en het doorzettingsvermogen dat mensen van mijn generatie kenmerkt, lukt het mij om toch nog bij de start van de als headliners aangetrokken Lucky & Tamara Peterson aanwezig te zijn. Die start is iets later als gepland, mijn geluk, omdat de band niks aan het toeval wil overlaten en alles dubbel gecheckt wordt. Voordat Lucky zijn opwachting maakt mag zijn band warm draaien en het is gitarist Shawn Kellerman die vanaf de eerste seconden de show steelt. Als een razende gaat hij tekeer met spectaculaire solo’s die je normaalbij een heavy metal band zou verwachten. Je krijgt medelijden met zijn gitaar, die door het zinvolle geweld vele sporen van verslijt toont. Zo is de slagplaat bijvoorbeeld vervangen door een oude elpee. Geweldig!

Na deze intro neemt Lucky plaats achter zijn keyboard en Hammond en rolt er een, gelikte, maar spetterende show van Funk, Soul en Blues de zaal in dat het publiek niet onberoerd laat. Dat danst, zingt en klapt mee op nummers als ‘Shake’, ‘It Ain’t Safe’, ‘Jodie’, ‘Trouble’ en ‘Locked Out Of Love’. Daar ik niet bekend ben met het werk van Lucky Peterson, gaat mijn dank uit naar zijn bassist, die zo vriendelijk was om deze titels voor mij op te schrijven!

Vooral het mannelijke publiek kijkt uit naar de komst van Tamara, maar zij komt pas na 45 minuten als Lucky met zijn gitaar het publiek in gaat en alle aandacht op hem gevestigd is. Bijzonder mooi hierbij is als hij helemaal achter in de zaal zijn zender uit zet en akoestisch en zonder microfoon een bluesnummer zingt. Het geluid in de zaal verstomt en maakt plaats voor stilte. Bijna niemand heeft in de gaten dat Tamara dan al op het podium staat en als zij ‘Knockin’ begint te zingen draait het publiek zich in één ruk om. Daarna volgt er een sensationele show die aan Ike & Tina Turner in hun beste dagen doet denken en zij besluiten hun show dan ook met hun versie van ‘Proud Mary’. De toegift wacht ik niet af omdat ik ook nog graag iets van de jam in de foyer wil zien, maar daar aangekomen is deze al bijna voorbij.

Rest mij nog te vertellen dat ik het eerder genoemde Howlin’Stone verschillende keren tegenkwam op weg naar weer een andere band. De jonge, gedreven band uit Reuver die tegenwoordig als een trio door het leven gaat, (Tom Janssen-zang/gitaar, Daan Geerlings-gitaar/zang en Gijs Huijbers-drums) blijkt maar liefst 3 complete sets gespeeld te hebben en komt daardoor in aanmerking voor de Hardest Working Band Award, ….als die zou bestaan. Ook hun repertoire bestaat uit “Klassiekers”, ik noem: ‘Route 66’, ‘Going Down’, ‘Shake Your Money Maker’ en ‘I Put A Spell On You’, maar ook eigen werken afkomstig van hun album ‘Caught By The Blues’. Opvallend is de stem van Tom die al erg doorleefd over komt. De jonge band is zeer actief in het zuiden, hebben daardoor al veel podium ervaring opgedaan en lijken nog steeds te groeien. Het einde hiervan is nog niet in zicht!

De organisatie kan wederom, ondanks mogelijke concurrentie van een bluesestafette in Roermond en een Jazzfestival in Hoensbroek, terugkijken op weer een in alle opzichten geslaagde Southern Bluesnight. Na meer info en setlisten verzameld te hebben keer ik moe maar voldaan in het diepst van de nacht huiswaarts.

Uw “reisleider” groet u. (Een gulle gave is niet nodig, een berichtje op deze site is ook wel goed.)

 

 

Deel: