Als je werkelijk John Lennon McCullagh heet, dan moet er wel muzikaal bloed door je aderen lopen. Dit 15 jarig talent uit Doncaster, South Yorkshire heeft het. Als je vader je dan meeneemt tijdens een roadtrip langs een Bob Dylan tournee, dan moet de vonk wel overslaan. Het dwong hem muziek te gaan schrijven en maken.

Met twaalf zelf geschreven nummers debuteert hij met zijn album North South Divide. John Lennon McCullagh - North South DivideHet album, geproduceerd door Alan McGee, is in één dag opgenomen in het oude atelier Pulp’s in Sheffield. Door de korte tijd waarin alles op band is gezet, krijgt de plaat haar eigen onbevangen geluid. Hier en daar wat rafelig waardoor dit volwassen album een vleugje jeugdigheid mee krijgt. “Thuis klonk altijd al The Beatles, Paul Heaton en Dylan”, aldus John. Deze invloeden zijn duidelijk waarneembaar in de songs en performance. De rauwe zangstijl en de aanwezigheid van de begeleidende gitaar hebben veel weg van Bob Dylan (zoals in ‘It Never Rains’) en Johnny Cash (in ‘Short Sharp Shock’). In ‘The Ballad of Blue Poet’ klinkt een jazz achtig ritme door. Bij de track ’55 Blues’ moest ik even snel aan Mumford en Sons denken.

Voor een singer songwriter biedt de plaat voldoende afwisseling. Naast de gitaar bespeelt hij de mondharmonica. In gitaar en zang zit voldoende overtuigingskracht om de songs inhoud te geven. Af en toe klinkt de zang nog wat gehaast of blijkt de songtekst wat lastig te zingen te zijn. Dan luistert als een hobbel. Zijn mondharmonica klinkt hier en daar wat onnodig scherp en onrustig. Hoewel er in bijvoorbeeld in het laatste nummer ‘White Rose’ weer een knap stukje gevoel zit. Hij laat er een ingehouden en gecontroleerde beheersing horen van zijn vaardigheid op de harmonica. Er kan wel wat geschaafd worden aan deze ruwe diamant, maar alstublieft niet te veel.

Deel: