Massada, de Nederlands-Molukse band opgericht in Huizen welke in de jaren '70 en '80 hun grootste hits scoorden met onder andere 'Latin Dance', 'Arumbai' en 'Sajang é' was vorige week de band welke in onder de aandacht bracht. Vandaag – in alweer deel 90 van 'Do you remember … – zoek ik het weer in het Amerikaanse. Hits scorende in de jaren '60 en '70 waren ze zeer succesvol met nummers als 'The Sun Ain't Gonna Shine (Anymore)', 'Make It Easy on Yourself' en 'No Regrets'. Deze keer in 'Do you remember ….. The Walker Brothers´.

The Walker Brothers was een Amerikaanse popband bestaande uit Scott Engel (artiestennaam Scott Walker), John Walker (wiens echte naam John Maus was, maar de Walker naam al sinds zijn jeugd gebruikt), en Gary Leeds (artiestennaam Gary Walker). Na verhuist te zijn naar Engeland hadden ze halverwege de jaren ´60 een aantal top 10 albums en singles met onder andere nummer één noteringen met ´Make It Easy on Yourself´ en ´The Sun Ain't Gonna Shine (Anymore)´, welke het beiden in de V.S. tot de top 20 haalden. Zij zorgden voor een unieke tegenhanger van de Britse invasie in de V.S. door het feit dat ze een Amerikaanse band waren welke in het Verenigd Koninkrijk veel meer succes had dan in hun eigen land , dit gedurende de periode de Britse bands als de Beatles de V.S. domineerden.

The Walker Brothers Trio is opgericht in 1964 door John Walker (zang, gitaar), Scott Engel (bas, zang), en drummer Al "Tiny" Schneider. Vóór de oprichting had John Walker – wie als proffesioneel arties de naam Walker al een aantal jaren gebruikte – had hij al meerdere keren samen met zijn zus als het duo John en Judy opgetreden en verschillende niet echt succesvolle singles uitgebracht. Scott Engel was bassist bij het instrumentale bandje genaamd The Routers. Walker en Engel, tesamen met twee andere musici, tourden in 1963 door het midwesten van de V.S. onder de naam The Surfaris.

 

Nadat The Walker Brothers Trio werd gewijzigd in The Walker Brothers, tekenden Walker en Engel een contract bij het mercury Records label alwaar ze een single getiteld 'Pretty Girls Everywhere' uitbrachten om vervolgens de hoofdact te worden van de fameuze Gazzari's Club in Hollywood. Ook traden ze op tijdens de Shindig! tv show, een creatie van Jack Good en tijdens de wekelijkse Ninth Street A Go Go tv show. Eind 1964 leerden ze drummer Gary Leeds kennen, welke eerder bij The Standells drumde en recentelijk op tournee was met zanger P.J. Proby. Leeds – tesamen met Brian Jones – overtuigden ze dat de band's rock & roll en blues stijl het goed zou doen in "swinging London", waar Proby al veel succes had.

Vóór hun vertrek namen The Walker Brothers hun tweede single getiteld 'Love Her' op, onder supervisie van Nick Venet en arrangeur Jack Nitzsche met Scott Engel als leadzanger (Voorheen nam John Walker de leadzang voor zijn rekening). Ook waren ze te zien op het witte doek in de film ´Beach Ball´ en stuurden ze diverse demo´s naar platenmaatschappijen in de U.K. Met Leed´s stiefvader als geldschieter reisden Walker, Engel en Leeds in 1965 af naar de U.K. voor een verkennend bezoek. Daar aangekomen was producer Johnny Franz slim genoeg om The Walker brothers een contract te laten ondertekenen. Binnen een korte tijd hadden Walker en Engel zich van een platencontract verzekerd bij Philips Records – een onderdeel van Mercury – en traden ze meerdere keren op in verschillende lokaties in de U.K. met Leeds op de drums.

Hun debuutsingle, 'Pretty Girls Everywhere' had matig succes; hun tweede single 'Love Her' werd opgepikt door de radiostations en behaalde in juni 1965 de top 20 in de  UK Singles Chart. Het nummer was een cover van een Everly Brothers nummer wat op de b-kant stond van hun single 'The Girl Who Sang The Blues' (1963). Twee jaar later bracht Philips de band's versie van 'Make It Easy on Yourself' (Een Burt Bacharach en Hal David ballad eerder opgenomen door Jerry Butler) uit. Het nummer werd gezongen door Scott Engel (intussen zichzelf Scott Walker noemend), gearrangeerd door Ivor Raymonde en geproduceerd door Johnny Franz, onder begeleiding van een orkest en begeleid door sessiemuzikanten, in de stijl van Phil Spector's producties. Onder de sessiemuzikanten bevonden zich  Alan Parker en Big Jim Sullivan.

In augustus 1965 bereikte de single 'Make It Easy on Yourself' de top 10 van de Britse hitlijst, en later de nummer één positie. Laterd in dat jaar behaalde het nummer de 16e plek in de US Billboard Hot 100. Het nummer ging in de U.K. ruim 250.000 keer over de toonbank, wereldwijd maar liefst 1 miljoen keer, daarmee bereikte 'Make It Easy on Yourself' de gouden status. Hun derde Britse hit 'My Ship Is Coming In' (origineel een uit 1965 daterend nummer van soul zanger Jimmy Radcliffe) was de opvolger van 'Make It Easy on Yourself'. Met de single 'The Sun Ain't Gonna Shine Anymore' behaalden The Walker Brothers binnen zes maanden wederom de nummer één positie in de U.K. Hun populariteit in het Verenigd Koninkrijk – in het bijzonder die van Scott – behaalde vooral bij de tienermeisjes een hoogtepunt, en hun fanclub in dat land zou zelfs groter zijn dan die van de Beatles.

Ondanks het feit dat 'The Sun Ain't Gonna Shine Anymore' in de V.S. de top 20 behaalde, hadden ze in hun vaderland minder succes. Gedurende de jaren '66 en '67 bleven The Walker Brothers hits scoren in de U.K. met Scott in een prominentere rol in hun liedjeskeuze en arrangementen, maar helaas met dalend commerciëel succes. Vanwege problemen met hun werkvergunning werden ze gedwongen om voor zes maanden het Verenigd Koninkrijk te verlaten. Vanwege de evoluerende popmuziek begon de muziek van The Walker Brothers een beetje ouderwets te klinken. Door de druk van het sterrendom, problemen in de groep en artistieke meningsverschillen begon de groep eind 1967 te verzwakken. Scott raakte in een depressie (hij zou meerdere pogingen tot zelfmoord gedaan hebben) en zocht toevlucht in een klooster. Meningsverschillen tussen Scott en Maus zorgden ervoor dat de band uit elkaar ging.

Na een in 1967 gehouden tournee door de U.K. tesamen met Jimi Hendrix, Cat Stevens en Engelbert Humperdinck, het jaar daarop gevolgd door een tournee door Japan ging de band officiëel uit elkaar. Scott, John en Gary bleven soloplaten uitbrengen, met Scott (wie in 1967 al een soloplaat uitbracht) als de meest succesvolle van de drie en daarmee een grote schare volgers crëerde. Eind 1974 besloten Scott, John en Gary om de band nieuw leven in te blazen. Het jaar erop brachten The Walker Brothers het album 'No Regrets' uit. De titeltrack kwam uit als single en behaalde begin 1976 de 7e plaats in de UK chart. Na het album 'No Regrets' brachten ze tesamen nog twee albums uit. te weten 'Lines' (1976) en 'Nite Flights' (1978), welke minder succesvol waren dan 'No Regrets', ondanks het feit dat de experimentele stijl van Scott's nummers de grondslag waren voor zijn latere solocarriére.

The Walker Brothers probeerden het ook op het gebied van het cabaret, ookal wilde Engel niet meer live zingen. Het contract bij GTO Records liep af en volgens John Walker verloren de bandleden elkaar langzaam uit het zicht. John startte een carriéren in het aanpassen van gitaren, realiseerde een eigen opname studio in Californië en begon in 2004 weer op te treden. Gary Walker is nog steeds actief in de U.K. Scott Walker neemt sporadisch nog op en houd zich verder bezig met het culturele werk, waaronder het Meltdown Festival. Het grootste deel van het verhaal over The Walker Brothers is te lezen in de biografie van Scott Walker getiteld 'A Deep Shade of Blue', wat gepubliceerd werd in de U.K. ondanks het feit dat John en Gary het niet helemaal eens waren met de inhoud van het boek. Vervolgens publiceerden ze in 2009 hun gezamelijke autobiografie 'The Walker Brothers: No Regrets—Our Story'. Op 7 mei 2011 overleed John Walker op 67-jarige leeftijd in zijn huis te Los Angeles aan de gevolgen van leverkanker.

Deel: