IJsland lijkt altijd garant te staan voor eigenzinnige muziek; muziek die niet gemakkelijk in een bestaand genre te stoppen is. Dat geldt ook voor Apparat Organ Quartet, bestaand uit vier IJslandse organisten en liefhebbers van synthesizers (waaronder de filmcomponist Jóhann Jóhannsson) en een drummer. De overeenkomst met Kraftwerk is heel gauw gemaakt, maar door de hardrock invloeden van de drummer en de melancholische melodieën à la Sigur Rós, is het zeker geen rip-off van de Duitse pioniers op het gebied van elektronische muziek. Ondanks dat eigenzinnige karakter van de muziek, ligt hun tweede album ‘Pólýfónía’ niet zwaar op de maag.

Vooral het begin van het album is sterk. De structuur van de opener ‘Babbage’ is typisch voor het hele album; rauwe synths en hoog tempo in het begin waardoor de daaropvolgende melancholische melodie nog meer uit de verf komt. ‘Cargo Frakt’ wordt ingeleid door hardrockbeats, gevolgd door de robotstemmen die bij Kraftwerk ook veelvuldig gebruikt werden. De hardrockbeats van de drummer en de orgelmuziek wisselen elkaar de rest van het nummer af. Vervormde stemmen komen ook voor in ‘Konami’, maar dit nummer heeft het tot één van de hoogtepunten van dit album geschopt door de afwisseling van deze monotone robotstem met een hoge melodieuze vrouwenstem.

Liefhebbers van gekke biepjes en synths zullen ‘Pólýnesía’ waarschijnlijk het hoogtepunt van het album noemen. Hierna wordt het album iets minder te behappen. ‘Pentatronik’ en ‘Macht Parat den Apparat’ kunnen er nog mee door, maar wat volgt lijken meer de restjes van het begin. Afsluiter ‘Söngur Geimunglingsins’ heeft mooie elementen, maar is te langdradig om te blijven boeien.

Wie kan ik ‘Pólýfónía’ aanraden? Heel simpel: liefhebbers van Kraftwerk. Vooral de beginnummers zijn erg sterk en de mindere nummers op het eind zijn niet zo storend dat het een slecht album is. Dit is simpelweg een redelijk album gemaakt door muzikanten die hun liefde voor analoge apparatuur graag delen. (6.5/10) (Crunchy Frog Recordings/V2)

Deel: