Met de snikhete en uitputtende vorige dag nog in de benen, is het bij aanvang van Bospop dag twee een stuk rustiger op het veld. Met een line-up met wat minder grote namen waren er uiteindelijk pakweg 15.000 bezoekers. Minder dan op de zaterdag het geval was, maar zeker ook een mooi aantal.

Op vrijdag (de dag voor Bospop) mocht Jetbone in de tent op veel waardering rekenen. Zondag mochten de mannen van de groovy rock & roll op het grote podium openen. Aan hun inzet zal het niet gelegen hebben, maar het publiek had toch net meer aandacht voor zichzelf om ergens op het veld te settelen. Met kleedjes, blote buiken en en topjes werd het festivalterrein zowaar langzaam omgetoverd als zijnde het strand in Zandvoort.

Het pareltje van dit jaar was te vinden in de rocktent. Tevens de enige vrouwelijke ‘frontman’ van het festival. Nona, deze uit het zuiden van het land afkomstige zangeres had nog nooit op zo’n groot podium gestaan. Haar rauwe en toch fijne stem heeft een oprechte ziel. Hopelijk mag ze binnenkort meerdere grote podia betreden.

Daar waar de eerste dag vooral de popmuziek centraal stond, was het zondag vooral de beurt aan de rock. Met The Cadillac Three uit Nashville op mainstage startte een ronkende dieselmotor. Brutaal lonkten de rockers naar de blues en country.

In de grote tent namen het Schotse viertal van King King het stokje over met hun onvervalste classic rocknummers. Ook hier sijpelde de blues erdoorheen. De zon stond inmiddels weer vol aan de hemel. Er was weinig schaduw en de koele plekjes waren schaars. Het was bloedheet en het festival bleef terecht mensen attenderen op het gratis water dat volop overal te krijgen was. Ondertussen liepen mensen met emmers water en sponzen rond om de festivalgasten af te koelen.

Ook op het hoofdpodium was een Schot te vinden: Colin Macleod. In 2010 liet hij met zijn debuutalbum ‘Fireplace’ voor het eerst van zich horen. Nu acht jaar later rockte hij met een aanstekelijke atmosfeer.

Het optreden van het Belgische Novastar, de derde alweer op Bospop, werd omlijst door twee zoons van countryheld Willy Nelson. Voor Novastar speelde J. Micah Nelson ’s Particle Kid. Helaas maar voor een halfvolle tent. Desondanks gaf hij alles en was hij aan het einde van het optreden al solerend terug te vinden op de boxen voor het podium. Zijn broer Lucas Nelson bleef daarentegen wat dichter bij het genre van zijn vader. Samen met zijn band Promise of the Real bood hij het publiek een prima optreden. Daarbij werd hij enkele nummers vergezeld door zijn broer Micah. Door het afwisselen van de acts op hoofdpodium en rocktent was de muziek tot ver op het terrein goed te volgen. Het achterste gedeelte met de catering kon genieten van de disco muziek uit de cocktailbarbus.
Een bijzondere plek was gereserveerd voor fotowerk van Brian Griffin, die onder andere de beroemde foto maakte van Joe Jackson in zijn witte puntschoenen. Te zien in deze kleine expositie was het proces hoe foto’s platenhoezen werden.

Terug naar het festival waar met spanning werd gewacht op het optreden van Billy Idol. Maakte hij zijn live reputatie nog waar? Een volmondig “Ja!” is het antwoord. Vanaf het begin knalde de rock over het podium de wei in. Het icoon van de jaren tachtig zat nog vol met bruisende energie. Hij was dan ook veelvuldig te vinden op de trap voor het hoofdpodium. Het uitdelen van gesigneerde bordjes, drumstokken en andere hebbedingetjes deed wat over-de-top aan. Het publiek smulde er echter van. De stem van de Britse zanger vertoonde weinig slijtage en hij zette samen met zijn band een ijzersterk optreden neer. ‘Rebel Yell’ werd gevolg door een drumsolo en pas na ‘White Wedding’ ging de storm weer liggen.

De rust werd overgenomen door Jonathan Jeremiah in de tent. Met zijn fijne soulstem bezorgde de singer-songwriter de bezoekers een heerlijke set nummers. De begeleiding door strijkers maakte het geheel helemaal af.

Toen de eerste tonen klonken op het hoofdpodium was de breuk van Live in 2009 snel vergeten. Ed Kowalczyk nam het publiek vanaf het eerste moment mee naar oude hits en Live klassiekers als ‘Dolphin’s Cry’ en ‘I Alone’. Uiteraard was er ook aandacht voor de nieuwe single ‘Love Lounge’. Het was weer als vanouds. Een dik uur goede stevige rocknummers.

Het laatste optreden voor deze editie in de rocktent kwam op naam van Southside Johnny & The Asbury Jukes. De uit New Jersey afkomstige zanger is goed bevriend met Bruce Springsteen. ‘Hearts Of Stone’ kwam uit diens pen en ook ‘The Fever’ werd ten gehore gebracht. Op Bospop profileerde Southside Johnny zich prima met zijn rauwe stem en mondharmonica.

Zucchero had de eer het festival op mainstage af te sluiten. Met een prachtig decor, goede band en orkest was de zanger een krachtige muzikale afsluiting. Het optreden van de Italiaanse grootmeester Fornaciari stond als een huis en was een waardig slot van deze editie. De trein die Bospop heette vertrok weer. Op naar station ‘Editie 39′ waar hij zal stoppen op zaterdag en zondag 6 en 7 juli 2019.

Foto’s (c) Marcel Hakvoort

Deel: