Op deze zomerse zondagmiddag, 27 mei, stond Laurence Jones geprogrammeerd in De Bosuil in Weert. Laurence is midden twintig, maar al lang geen onbekende meer. Eerder dit jaar bracht hij zijn vijfde album, ‘The Truth,’ uit. Laurence stond al eerder in Weert: zowel in De Bosuil als op het Bospop Festival.

Jordi Martin mocht openen. In 2016 trad hij ook op in De Bosuil, toen nog onder zijn echte naam Jordi Repkes. Destijds kwam hij best onzeker over. Ondertussen heeft hij progressie gemaakt, dat was te zien tijdens ‘Fighting Forces’, het eerste nummer. Al is hij als frontman nog aan de voorzichtige kant. Dit was het eerste concert dat in deze bezetting werd gespeeld. Je zag dat ze dit met plezier deden. Maar bij de interacties leek het nog een beetje ‘aftasten’. Er waren enkele gitaarwissels, Jordi vertelde tijdens het stemmen iets over het volgende nummer. Toch viel er af en toe een korte stilte. ‘Smile in the crowd’ is een blues nummer. Tijdens een goed stuk gitaarspel was Jordi duidelijk in zijn element. Serge Dusault liet mooi toetsenwerk horen.

‘Brother o Brother’ komt van het debuutalbum ‘Times like these’. Bassist Jos Kamps (o.a. Eric Steckel) zorgde voor de achtergrondzang. De stemmen van Jos en Jordi vormden een prima combinatie. Drummer Rick van Wort (o.a. Jett Rebel) gebruikte voor het intro van ‘So small’ drumstokken met zachte uiteinden, en liet zijn cimbalen zachtjes rinkelen. Jordi zong klein, en met emotie. Toch leek het of hij zich niet helemáál gaf. Gedurende een instrumentaal stuk van ‘Run away’ gebeurde dit wel. Hopelijk kan Jordi Martin met deze bezetting blijven spelen, zodat ze als band samen kunnen groeien.

De bandleden van Laurence Jones begonnen ‘What would you do’ te spelen. Laurence liet nog even op zich wachten. Hij toonde zich van af de eerste seconde een heuse frontman. Voordat hij begon te zingen vroeg hij met flair: “How’re you doing?” In ‘Don’t you let me go’ vroeg Laurence non-verbaal om hem na te zingen. Daar gaf men graag gehoor aan. “Dank je wel!” was zijn reactie.
Hierna werd ‘Gone away’ gespeeld. Greg Smith begon met gave bas grooves. Toetsenist Bennett Holland deed de achtergrondzang. Tijdens een instrumentaal stuk liep Laurence naar voren en ging vlak voor zijn fans spelen. Hij gaf zich natuurlijk helemaal. Dit was super!

Terwijl hij van gitaar wisselde, vertelde Laurence dat ‘Thunder in the sky’ één van de eerste nummers is die hij ooit zelf schreef. Dit geweldige nummer begint heel rustig, drummer Phil Wilson ging mee in deze flow. Laurence zong heel gevoelig, het leek wel of hij tranen in zijn ogen had. De fans luisterden ademloos. Greg ging zó op in de muziek, dat het leek of hij zich niet meer bewust was van zijn omgeving. De rust was fantastisch. In een pianissimo (= heel zacht) gespeeld deel betoverde Laurence zijn fans. Het was zo stil om mij heen, dat je de camera’s hoorde klikken. Dit prachtig opgebouwde nummer werd subliem gespeeld. Heel terecht klonk er tussentijds applaus. Daarna maakten zang en muziek nog meer indruk. Na dit betoverende nummer speelden ze ‘All along the watchtower’. Laurence liet zijn gitaar even met rust om te kijken en te luisteren naar het Hammond spel van Bennett. Laurence zat op het ‘drummers podium’, en genoot zichtbaar. Natuurlijk pakte hij zijn gitaar weer ter hand en speelde fantastisch. Jimi Hendrix zou trots geweest zijn!

Na het stampende blues nummer ‘Before you accuse me’ was het tijd voor ‘Take me’. Voor aanvang gaf Laurence aan dat stilte in de zaal van belang was. Wie toch wilde praten werd verzocht dat even buiten te doen. Dat verzoek werd gewaardeerd. Phil had een shaker in ene hand en een drumstok in de andere. Na een power stuk werd er steeds zachter en zachter gespeeld. Het publiek was muisstil. Laurence zat op een monitor, en zong zònder microfoon. Dit was een magisch moment. De opbouw naar meer tempo en volume was wederom subliem. Van deze magie rolden we in een totaal andere sfeer. We werden omvergeblazen door het rockende ‘Foolin’ me’, Laurence stal de show door met zijn tanden te spelen. Het is onvoorstelbaar hoe goed deze man kan spelen. Na ‘What’s it gonna be’ maakten dit viertal een gezamenlijke buiging. Nog voordat ze de kans hadden om het podium te verlaten riepen we: ”We want more”. Toch verdwenen de mannen. Bennett kwam als eerste terug voor ‘I Will’. Hij gaf een ingetogen solo weg. Onder luid applaus kwamen de overige drie mannen terug. De toegift was misschien een beetje kort. Maar Laurence Jones gaf ons een gave middag! Hij zette de show geheel naar zijn hand.

Foto’s (c) Josanne van der Heijden

Deel: