Ondanks de absentie van bassist Michael League, die werd vervangen door de wellicht net zo geweldige Kevin Scott, werd de Tilburgse Paradox zondagavond overvallen door een gezonde lading muzikaal geweld. Forq, de band die je zou kunnen zien als een gelikte spin off van Snarky Puppy, gaf een concert in de enige echte jazzclub van het Zuiden. Goed, eerlijk is eerlijk, de band een spin off noemen van Snarky Puppy is niet geheel terecht, aangezien drummer Jason Thomas niet afkomstig is uit de Grammy winnende complexiteit en ook vaste toetsenist Henry Hey er niet bij speelt. Maar met Snarky-gitarist Chris McQueen op de linkerflank en oorspronkelijk Michael League op rechts bestaat Forq voor 50% toch wel uit Puppy’s. Drummer JT Thomas, die Forq als doelman van achteruit bedient van zijn maatgevende ritme, zagen en hoorden we eerder bij Roy Hargrove, D’Angelo en Marcus Miller, en aanvallende middenvelder Hey richtte onder andere Ruder op en speelde met Jeff Watts en David Bowie. Tezamen trokken de mannen ten strijde op het veld dat Paradox heet.

Scofield meets Hancock

De strijd werd in Tilburg gestreden op een manier die verrassend genoemd mag worden. Vier muzikanten die stuk voor stuk garant zouden staan voor een avondvullend soloprogramma, leken hun kunsten voortvarend ten tonele te brengen. Hetgeen de mannen brachten mag echter niet vernieuwend worden genoemd, de manier waarop was dat zeker wel. Het ene moment leek het podium gevuld met een stel goede muzikanten die ongegeneerd aan het jammen waren, om enkele tellen later als een strak geoliede machine de jazz de zaal in te slingeren. De eerste set van het programma kan dan ook het best vergeleken worden met John Scofield meets Herbie Hancock, begin jaren ’70. En dat, terwijl de band na de pauze vol overgave de scherpe randjes opzocht richting de experimentele progjazz, waarbij men kan denken aan een jazzy versie van I.Q. Oudere nummers als ‘Lymaks’, ‘Mangata’ en ‘Grout’ werden afgewisseld met nieuwe werk van hun pas uitgekomen album ‘Thrēq’

Leaderless

Hoewel de band zichzelf omschrijft als een ‘leaderless band’ was het toch vrij duidelijk dat toetsenist Henry Hey – waarschijnlijk bij gebrek aan League – de leiding op zich nam. De gecoördineerde jams werden doorgaans ingezet en rechtgetrokken door de uitstekende toetsenist, die zelf als een lopend vuurtje de meest experimentele tunes uit zijn NORD Stage 2 trok. Het was een genot om naar de man achter de felgekleurde keyboards te kijken en te luisteren. Maar dat was het met hen allen. Van de gelikte gitaarsolo’s uit McQueen’s Tokai Silverstar, via de gedegen basslijnen van Scott, tot aan de geweldige drumsolo’s van Thomas. Die laatste probeerde zo het leek de de dag ervoor in Paradox spelende Terry Bozzio te overtreffen. Het lukte waarschijnlijk aardig en gaf duidelijk aan dat de vier een virtuoze viereenheid vormden die een grote kanshebber zal zijn bij de volgende Grammy Awards. Terecht, want naast de virtuositeit, is duidelijk dat Forq een band is van genieters, voor genieters. Geen ego’s, geen voordringers, geen ongepaste solo’s. bandlid na bandlid dook weg om zo veel mogelijk in de schaduw te staan van het solerende instrument.

Forq afwisselend

Forq eindigde echter zoals ze begon. Na wat prog, blues en zelfs wat rock ’n roll trok de band snel terug richting de groovy experimentele jazzy loungestijl van John Scofield. Twee sets waren echter bij lange na niet genoeg voor het viertal en ook het publiek kon geen genoeg krijgen van de virtuozen. Een toegift in stijl, Donny Hathaway’s versie van John Lennons ‘Jealous guy’ gaf overduidelijk weer wat met de improjazz van Forq bedoeld wordt. Spontaan werd ’s middags bij de soundscheck gekozen voor het nummer, toen de live versie van Hathaway voor de soundcheck door de zaal schalde. Een nummer dat de mannen jaren geleden opmerkten en speelden, maar al in geen jaren nog op de setlist terecht was gekomen. Een gemis dat in Tilburg goed werd gemaakt en gezien het plezier dat de mannen er ogenschijnlijk in hadden het te spelen, zal het nummer de komende tijd vaker op de setlists neerkomen.

Forq zette in Tilburg een optreden neer dat gezien mag worden als een van de beste jazzconcerten van 2017. Nationaal. Dat een zaal als Paradox echter niet overboekt zat qua publiek, geeft echter aan dat Forq mag worden gerekend tot een van de sterkst onontdekte juweeltjes op jazzgebied. Goed, in 2015 reeds op North Sea Jazz trok de band een volle zaal, maar laten we voor de rest hopen de band nog vaak te mogen aanschouwen in knusse, gezellige jazzclubs, alvorens de band wordt verziekt door een te groot en snel succes. Het optreden in Paradox was er in ieder geval een om in de boeken te schrijven.

Foto’s (c) Bart Teunis

Deel: