Om te beginnen: als je het concert gemist hebt: what an incredible shame. De Bill Laurance Group deed BIRD Rotterdam aan halverwege hun maandlange Europese tour. In vergelijking met het vorige optreden in BIRD is de groep een stukje compacter, geen strijkers of blazers, maar teruggebracht tot bass, slagwerk (dubbel bezet) en natuurlijk toetsen.

Bill Laurance, een van de founding fathers van Snarky Puppy, is een virtuoos op toetsen. Niet alleen technisch, maar vooral muzikaal begaafd, nam hij de zaal mee in zijn muzikale onderzoeksdrift en enthousiasme en voerde ons langs hoogtepunten van zijn drie albums ‘Flint’, ‘Swift’ en ‘Aftersun’, waarin het laatste het best vertegenwoordigd was.

Het podium in BIRD was net groot genoeg, of eigenlijk precies, voor de vijfkoppige band. Het was passen en meten om alles erop te krijgen. Echter, voor het enthousiasme van de band, het pure muzikale plezier, was BIRD zelf niet eens toereikend. Bij lange na niet. Het spatte eraf dat de muzikanten hier vooral muziek stonden te maken voor hun plezier en dat van de luisteraars / toeschouwers. Hier was niets routineus aan. Bill Laurance was vanaf het begin in contact met de zaal, deelde zijn persoonlijke teleurstelling dat hij niet bij de bruiloft van zijn ‘little sister Poppy’ kon zijn die zich deze avond in Los Angeles voltrok, en greep de gelegenheid aan samen met de zaal een persoonlijke boodschap voor haar op te nemen. Dat schept een band, zullen we maar zeggen. Het belangrijkste was dat het speelplezier er niet onder leed, en misschien integendeel juist wel groter was. Het bedankje aan de zaal dat ze waren gekomen en zo live-muziek ondersteunen klonk in ieder geval oprecht.

Muzikaal was er veel te beleven. Drummer Luke Flowers deed deze avond voor het eerst met de band mee. Navraag achteraf leerde dat dit zelfs de eerste keer was dat hij deze nummers speelde. Moeilijk te geloven als je hoorde hoe soepel het ging, maar eens te meer een teken van de grote kwaliteit die het publiek deze avond kreeg . Het verklaarde in ieder geval het intense contact dat er te zien was tussen Laurance en Flowers. Maar ook met de andere leden was Laurance continu in contact. Het was met recht de Bill Laurance Group, vanachter de toetsen leidde hij de band en het was duidelijk, maar niet op een onprettige manier, dat het uiteindelijk maar om één man ging.

Die maakte dan ook de verwachtingen meer dan waar. Onder de leiding van dit technisch wonder op toetsen, vooral de Fender Rhodes stage piano, toverde de band schitterende uitvoeringen van nummers van de genoemde drie albums tevoorschijn. Alles wat Laurance speelde klonk alsof het precies op dat moment bedacht was. Dikke, vette toetsenthema’s, met enorme groove en power vloeiden soepel vanuit zijn handen zo de ruimte in. Lang gesponnen thema’s, melancholisch en melodieus, verraadden zijn klassieke achtergrond en toonden zijn grote virtuositeit.

Echter in een live bezetting die nogal afwijkt van de productie-omgeving die een studio is. Als je op social media zoekt kun je zien dat lang niet iedere liefhebber van zijn muziek van deze live setting gecharmeerd is. De strijkers en blazers die op zijn laatste live-project (het op DVD uitgebrachte ‘Live at Union Chapel’) te horen zijn én de veel meer elektronisch klinkende studioarrangementen ontbraken en hadden plaats gemaakt voor een zoals gezegd compacter beeld, meer naar de ‘klassieke’ jazz-bezetting toe. De zaal leek er geen moeite mee te hebben, integendeel: het enthousiasme was groot.

Is het daarmee jazz wat Bill Laurance doet? Of anders gezegd: onder welke noemer moet zijn muziek nu eigenlijk gebracht worden? Is het pop, elektronisch? In de platenzaak zou je bij jazz moeten kijken, of bij elektronisch misschien voor een paar zijstapjes die hij naast zijn Group neemt. Maar in feite maakt het natuurlijk niet uit. Zodra je een muzikant in een hokje stopt zal hij proberen eruit te springen. Maar de basis is bij Bill Laurance duidelijk: toetsengedreven harmonische jazz. Sterke klassieke invloeden verraden zijn traditionele scholing op toetsen, en ook de harmonische basis van veel stukken laat horen dat hij uit die hoek komt. Dat maakt het aantrekkelijk en makkelijk beluister- en begrijpbaar. Het risico waar hij omheen speelt, soms dichterbij dan misschien gewenst, is te vervallen in easy-listening. Een stuk ontleent zelfs de titel aan het feit dat hij na de opnames in de productieruimte vond dat het wel érg dicht bij ‘elevator music’ kwam. Gelukkig weet hij het zelf, wat hem ervoor behoedt werkelijk in die valkuil te stappen.

Bill Laurance Group tourt nog tot april door Europa.

Deel: