Tom Chaplin, bekend van de Britse band Keane, brengt op 14 oktober zijn solo-album ‘The Wave’ uit. Hij heeft het niet makkelijk gehad. De afgelopen jaren hebben een flinke wissel getrokken op het leven van zanger Tom Chaplin. Natuurlijk waren daar de glorieuze momenten die hij meemaakte met Keane, één van de grootste Britse bands van het afgelopen decennium. Het viertal bracht tussen 2004 en 2013 maar liefst vijf nummer een albums uit. Ze scoorden wereldwijd hits met ‘Everybody’s Changing’, ‘Is It Any Wonder’ en ‘Somewhere Only We Know’. Maar het succes had ook een keerzijde voor de zanger. Eentje die hij goed verborgen wist te houden voor de wereld. Met zijn solo-album ‘The Wave’ is het tijd om de stilte te doorbreken.
“There are times when I hated my voice, really hated it,” zo biecht de 37-jarige zanger uit het Britse plaatsje Battle op. “I felt it said something about me that wasn’t true. It said this guy is a sweet choir boy, pure and angelic. The truth was much darker and more complex.”
Tom Chaplin geeft toe dat het succes van Keane leidde tot een verstikkende onzekerheid en cocaïne,- en alcoholverslaving. Met als gevolg dat hij een hekel kreeg aan de persoon die hij was geworden. “It was a strange conflict, because my voice brought me incredible success but I was singing someone else’s songs, so it was almost something to hide behind. I don’t know how my voice even survived the assault that I have given it over the years. It is only now that I can truly appreciate it. Because it has become a vehicle for expressing what is important to me.”
De nummers van Keane kwamen destijds allemaal uit de koker van Tim Rice-Oxley. ‘The Wave’ is voor Tom Chaplin tevens zijn debuut als songschrijver. Een eerlijke songschrijver die de luisteraar meeneemt naar de donkere dagen in zijn zelf-destructieve periode, het harde vallen maar ook het opstaan. “I wanted there to be no wall between the truth of my experiences and the listener. I felt that was the place to be. No holds barred.”
