Op hun vijfde album ‘Boy King’ gooit Wild Beasts het roer om. De verfijnde indiepop is wat steviger aangezet en er mag ook weleens gelachen worden. De Britten realiseerden zich dat ze inmiddels een gevestigde naam zijn en dat mocht gevierd worden, aldus Tom Fleming: “We deden dingen waarvan we altijd zeiden dat we ze nooit zouden doen.”

Wild Beasts uit Leeds debuteert in 2008 met het album Limbo, Panto. De band valt op door de falsetzang van Hayden Thorpe en het kunstzinnige karakter van de muziek. Ook bassist Tom Fleming doet met zijn lage stem soms de leadzang. Het tweede album ‘Two Dancers’ (2009) wordt genomineerd voor de Mercury Prize en de vorige plaat ‘Present Tense’ (2014) behaalt de top 10 in Engeland.

Funky groove

Tom Fleming noemt de single ‘Big Cat’ belangrijk voor de muzikale richting van ‘Boy King’. “We lieten onze emotionele kant samengaan met een hele funky groove. Dit willen we wel een tijdje doen, dachten we toen. We kregen het gevoel dat we songs schreven die we altijd al hadden moeten maken. Alsof ze al bestonden. Dan weet je dat je goed zit.”

Survivors

Op Boy King is goed te horen dat de bandleden lekker in hun vel zitten, zegt Fleming. “We realiseerden ons dat we echte survivors zijn, na al die jaren doen we dit nog steeds. Laten we dat vieren en ervan genieten. Laten we doen alsof we een echte rockband zijn. We durfden veel en konden ook veel loslaten op deze plaat. Sommige dingen voelden eerst bijna absurd voor ons.”

Niks te verliezen

Hayden Thorpe sluit zich daarbij aan. “Ik genoot van die insteek. We probeerden veel clichés in ons voordeel te gebruiken. Het was fijn om muzikale beperkingen die we onszelf hadden opgelegd, af te werpen. Er moest echt iets uit. We voelden dat we een beetje hadden vastgezeten in wat we deden.”

Fleming: “In sommige opzichten is het een donkere tijd. Daar kun je heel zwaar op reageren, maar ook met juist een lichte insteek. We maakten dit album alsof we niks te verliezen hebben. Mede daarom was het een heel leuk album om te maken.”
Deel: