Voor de 21ste keer vond zaterdag in Nieuwegein het Geinbeat festival plaatst. Met namen als John Coffey, Sue The Night, The Miseries, The Indien en Rondé had het festival ook dit jaar weer een aantal publiekstrekkers, plus een aantal veelbelovende nieuwe bands die ‘s middags optraden. Met twee podiums naast elkaar is Geinbeat praktisch opgezet. Op het rechter podium traden overdag vooral bands op die afkomstig zijn van de Herman Brood Academie, op het linker de wat meer gevestigde.

Om 13:00 ging het spektakel van start met de Rotterdamse band Raise The Ace, die funk en hardrock met elkaar combineren. De invloed van de Red Hot Chili Peppers is duidelijk in de muziek terug te horen. Ondanks dat het nog vrij rustig was op het terrein weerhield dat de band er niet van om enthousiast te blijven doorspelen. Een grappig moment was toen gitarist Lodewijk Meijer een snaar brak. Zanger Jean Pierre Fisher vertelde er vrolijk bij dat de regel in de band is dat de gitarist mag worden geslagen als hij een snaar breekt. Helemaal geweldloos begon Geinbeat dus niet.

Daarna was het de beurt aan de Utrechtse band Between The Jars, die met hun jaren ’70- achtige bluesrock prima aansloten op de band voor hen. Bij hen zijn het vooral de invloeden van Deep Purple, Led Zeppelin en Joe Bonamassa die duidelijk terug te horen zijn. Zanger Florian Albronda maakte nog even van de gelegenheid gebruik om de aanwezige vader van bassist Maarten van den Ende alvast te feliciteren met zijn verjaardag, ook al is hij pas de volgende dag jarig. Maar hij heeft wel de ‘eer’ trouwste fan te zijn.

Opeens klonk er een klassiek stuk als intro wat niets anders betekende dan dat The Brahms begonnen te spelen. Zij brachten zonnige en vrolijke New Wave met een Reggaesausje, dat prima bij het weer paste.
Vrolijke muziek, de jongens oogden serieus, kwamen langzaam op gang maar wisten de vrolijkheid toch over te brengen op het publiek. Bijna verlegen namen zij het applaus in ontvangst. Het was de eerste band waarbij er voorzichtig gedanst werd. Het was duidelijk waarom deze jongens de Utrechtse popprijs 2014 hebben gewonnen. Als uitsmijter speelden ze ‘Golden’; Een aanstekelijk nummertje. Vooral de kreet “We are rebels” deed het leuk bij het publiek en dit nummer dreigt toch echt een serieuze hit op de radio te gaan worden. Let op, van deze jongens gaan we nog veel meer horen.

Na het zonnige optreden van The Brahms was het met Counter Jib tijd voor totaal iets anders. Het Utrechtse rocktrio stak niet onder stoelen of banken dat Nirvana, Queens Of The Stone Age en Foo Fighters invloed op hen hebben gehad. Ze moesten er even voor werken om het enthousiasme naar publiek over te brengen, maar tegen het einde van hun optreden was dat de jongens toch gelukt. Triggerfinger mag oppassen nu ze er een goede concurrent bij hebben uit Utrecht.

FredFred Jacquet, die we ook kennen van de Big Bam Boom Band, en samen met zijn vrouw Anneke de Waal één van de initiatiefnemers van- en drijvende kracht is achter het Geinbeat festival, maakte niet veel woorden vuil aan ellenlange aankondigingen tussendoor. “Go on with the music”, want behalve voor de gezelligheid zijn we daar toch uiteindelijk allemaal voor gekomen?!

 

Voor de liefhebbers nam het Amsterdams/Utrechtse collectief Echo Movis vervolgens de HBA stage in. Alweer een ‘product’ van de gelijknamige academie. Blikvanger is de mooie zangeres Adura Sulaiman met haar lange rasta-vlechten. Bij aanvang leek de muziek prima te passen bij de vele zitzakken en opblaaszitjes op het plein. Lounge-achtig en psychedelisch, waardoor veel bezoekers lui onderuit zakten. Naarmate het optreden vorderde bleek er wel wat meer pit in de band te zitten. Het is muzikaal knap wat de band brengt, maar het leek een beetje een brei, zo nu en dan. Het waren geen nummers met een duidelijk begin en einde, waardoor het voor het publiek wat onduidelijk was wanneer er geklapt moest worden. Het kan toeval zijn maar bij de bar werd het steeds drukker. Ach, rustpuntjes moesten er ook zijn tijdens een festival.

Rondé (5)Het optreden van Rondé liet even op zich wachten door wat geluidsproblemen. Toen ze echter eenmaal van start gingen herpakten ze zich direct. Met nog maar slechts twee singles op zak heeft de band al aardig wat succes geboekt. Beide nummers zijn slim over de set verdeeld. ‘We Are One’ kwam ergens aan het begin voorbij, terwijl ‘Run’ aan het einde werd gespeeld. Hierdoor lukte het hen om bij het publiek de handjes op elkaar te krijgen. Toetsenist Adriaan Persons kondigde het nummer ‘Run’ aan met een sarcastische anekdote: Het nummer zou ontstaan zijn toen ze, volgens hem, achterna werden gezeten door vier ‘gang members’. Yeah right!? Bij de andere nummers viel op dat het muzikaal wel wat weg heeft van de vroege U2. Zangeres Rikki Borgelt heeft zelfs het trucje van Bono overgenomen door van het podium af te springen. Ze weten in ieder geval hoe ze een publiek moeten proberen in te pakken. Nu nog een debuutalbum, dat waarschijnlijk ergens volgend jaar zal verschijnen.

Orange Maplewood (9)Het lukt Orange Maplewood toch om rond een uurtje of kwart over vijf hun ‘Fuzzy-Melancholic-RockNRoll’ en ‘lovesongs with a fuzz’ (Zoals ze zelf zeggen), te brengen. Een krachtig gitaartrio moest het lui achterover in het zonnetje hangende publiek weer wat leven inblazen. Geen probleem zo als bleek, met Duncan Daalmeijer op drums als ondersteuning. Orange Maplewood is in ieder geval een band waarvoor de fans zich ver van tevoren reeds een plekje vooraan bij de hekken hadden gegeven. Het was een leuk contrast met Rondé en een typisch gevalletje van ‘even wakker worden’. De band speelde met lekkere lef en moesten regelmatig even de gitaar stemmen; Moet kunnen allemaal. De technische probleempjes tussendoor beletten de band niet om gewoon door te musiceren. Een grappige verrassing was drummer Duncan: Een op het oog rustige jongeman die een behoorlijke ferme slag in de armen bleek te hebben. Zodanig dat zijn bril er van afzakte, maar hij had er duidelijk pret in en neemt het drummen serieus.

De Leusdense band Blueswheel bracht vanaf het begin van hun optreden een fijne afwisseling van klassieke blues tussen alle andere bands. Blijkbaar hadden zij er zelf net iets teveel plezier in waardoor ze wel erg veel en lange solo’s en jams speelden waar ze helemaal in op gingen. Nou werkt dit over het algemeen wel vaker zo bij bluesrock muzikanten, maar op een strak op schema georganiseerd festival heeft dit dus wel het effect dat je optreden afgekapt moet worden. Jammer voor hen en balen voor de volgende band die overigens al sarcastisch op het podium ernaast alvast begon met hun soundcheck.

Mary Fields, de Utrechtse metalband met DB’s als thuisbasis, kon met enige vertraging hun set beginnen. Stevige muziek met een vleugje funk/jazz. De heren gingen er snoeihard in. De jazzy accenten waren slechts voor een geoefend oor te horen, maar het is waar: Ze zijn er wel. De band was redelijk schokkend voor het publiek dat er in eerste instantie wat overrompeld naar stond te kijken. Enkele fanatiekelingen vooraan gingen helemaal los en vormden een privé moshpit. In ieder geval wisten ze met hun enthousiaste performance het publiek naar zich toe te trekken. Voor wie het geen muziek om naar te luisteren vond, was het zeker het vermaak waard om naar te kijken. Dat kon ook van dichtbij, want zonder enige gêne mengde de band zich ook gewoon tussen het publiek (misschien door het gebrek aan spierballen, wat crowdsurfen onmogelijk maakte).

Na het harde geweld van Mary Fields is Tim Knol met The Miseries natuurlijk wel andere koek. Ook al is deze band voor Tim Knol een koerswijziging, na de drie singer-songwriter albums waarmee hij bekend werd. Even wennen dus voor wie hem niet in deze rol kent. Toch sloot de powerpop- achtige garagerock goed aan op het gitaargeweld van Mary Fields.

Terwijl rond een uur of acht de avond begon in te vallen en de zon zich achter de spiegelende gebouwen van het Nieuwegeinse Cityplaza verstopte wentelde het publiek zich in het heldere en rustgevende geluid van de zang van Rianne Walther van The Indien. Gevoed door het ritme van het basspel van Janneke Nijhuijs kreeg het publiek een soort van up tempo lounge gevoel, wat lekker in het gehoor ligt. Dansbaar en eventjes rust voor de oren (Stilte voor de storm die later op de avond nog gaat komen?), betoverend en bijna hypnotiserend. Deze band speelt duidelijk met emotie en lijkt hun teksten te beleven. The Indien was een mooi rustpunt op de vroege avond. “If it looks good and it sounds good, it is good”, beloofde de aankondiging, and so be it!

Ook Sue The Night kampte deze avond met geluidsproblemen, maar dat deed niets af van hun enthousiasme. Al was het maar omdat vooraan in het publiek de leerlingen staan van basisschool De Toonladder, waar bandlid Matthijs Barnhoorn tot voor kort leraar was. Onlangs heeft hij afscheid genomen, omdat de werkzaamheden van Sue The Night al zijn aandacht opeisen. Iets wat je direct begrijpt als je de band deze avond zag optreden. De technische problemen leek zangeres Suus de Groot te negeren. Met de singles ‘Top Of Mind’ en ‘Fool’s Gold’ was het publiek al meteen ingepakt, en dat wisten ze vast te houden. onder anderen met een verrassende cover van ‘Heart of Glass’ van Blondie enmet ‘Look Forward’ lukte het aardig om het publiek mee te laten zingen. Aan het einde, met de voormalige megahit ‘The Whale’, zijn alle technische problemen weer vergeten.

En dan….Bazzookas tijd! De band brengt skarock en is geïnspireerd door Madness en Doe Maar. Frontman Bazz van Van Katoen heeft jaren geleden een samenwerking gezocht met The Palookas en dit heeft op een wel heel prettige manier uitgepakt. Jong, oud, dik, dun: iedereen veerde overeind bij het horen van de eerste klanken van de Bazzookas. Het podium was eigenlijk te klein voor deze band met zijn blazers er bij, die ook absoluut niet stil bleven staan. Het publiek maakte ruimte door te hossen en te springen en velen zongen de scherpzinnige Nederlandse teksten van de band luidkeels mee. Inderdaad, de Bazzookas maakten er een feestje van. Eén van de bandleden blijkt een enorm talent te hebben om te hakken (Men zegt dat dit dansen is. red.) en daagde het publiek uit om met hem mee te doen door er gewoon tussen te springen. Een tafereel wat je ook wel op bruiloften ziet is het zittend ‘droogroeien’, het publiek was er inmiddels gek genoeg voor en deed massaal mee. Wederom stond er op het podium een band die moeilijk was te stoppen en te lang door leek te willen gaan.

Ondanks de betonnen nieuwbouw die het plein rijk is, ontstond er zowaar door de invallende duisternis en de bezoekers die zich aan de vele tafeltjes hebben genesteld met een drankje en/of een hapje een gezellige sfeer. Een enkeling warmde zijn spieren op voor wat ging komen: Eindbaas John Coffey, met David Achter de Molen, die zichzelf wereldberoemd heeft gemaakt op Pinkpop door het perfect opvangen van een naar hem toegeworpen biertje.

John Coffey (7)

Wat een eer dat deze band zo gewoon is gebleven en zich zeker niet te goed voelde om het nu al geslaagde Geinbeat in stijl af te sluiten. De stevige alternatieve screamo-punk-rock met vaak driestemmige ‘schreeuwzang’ die je tot in je ziel raakt, ging los over het Nieuwegeinse. Het water van de Hollandse IJssel kreeg spontaan een wilde golfslag en de aangemeerde bootjes deinden vrolijk mee. Deze mannen zijn niet te stoppen en niet te stuiten! Een paar hoog gehakte peroxide blonde dames die het waagden om vooraan rustig aan een biertje te nippen, vluchtten verschrikt naar achteren. Maar gelukkig hoeft niets en mag alles, zo verzekerde zanger David ons. Stilstaan, dansen of crowdsurfen, alles was goed. En zo kon het dat een verdwaalde opblaaskrokodil door hem misbruikt werd om over het publiek te ‘zwemmen’ en een opengebarsten zitzak een sneeuwbui aan piepschuimballetjes veroorzaakte. Dit alles verhoogde slechts de feestvreugde, die er toch al scheen te zijn door verzonnen verjaardagen van de diverse bandleden en de evenzo geboorte van een dochtertje van gitarist Alfred van Luttikhuizen, diezelfde middag. Een feest was het toch wel en het had nog even door kunnen gaan, ware het niet dat de trouwe dienders van de wet er vriendelijk maar beslist op kwamen wijzen dat de tijd (en dus ook de koek) op was.

Het in de moshpit blauwgebeukte en bezwete publiek kwam weer tot zinnen, de laatste biertjes werden getapt en het plein stroomde langzaam leeg. Een mooi feestje, gemeente Nieuwegein en organisatie: Bedankt voor het mogelijk maken van dit evenement. “Volgend jaar kunnen jullie rekenen op nog meer vaste bezoekers.” aldus de veel gehoorde mening uit het publiek.

Foto’s (c) Rob Sneltjes, Maxazine.nl

Deel: