Voorafgaand aan het optreden van Bill Wyman’s Rhythm Aces in het Theater aan de Schie in Schiedam kreeg ik de gelegenheid even met stergitarist Albert Lee, die deel uitmaakt van deze band, te spreken.

Volgende maand viert u uw 71e verjaardag, een leeftijd waarop de meesten van ons het al enkele jaren rustig aan doen. Maar u blijft maar doorgaan en optreden. Denkt u er zelf nooit eens aan om met pensioen te gaan? Lee antwoord lachend: “Pensioen is alleen voor mensen die zich dat kunnen veroorloven. Haha, nee, hoor, grapje. Ik ben inderdaad wel van plan het iets rustiger aan te gaan doen. Door Bill Wyman en Hogan’s Heroes ben ik ieder jaar vaak zeven tot acht maanden van huis en dat vind ik te veel worden. Ook door deze tournee met Bill ben ik drie maanden weg. Vanaf volgend jaar blijf ik wat vaker thuis. Dat wil niet zeggen dat ik helemaal niet meer naar Europa kom, maar het wordt gewoon wat minder.”

Naast een succesvolle solocarrière staat u ook bekend als een veelgevraagde gastmuzikant u heft al met tientallen anderen gespeeld. Aan wie heeft u de beste herinneringen? “Dat moeten wel de Everly Brothers zijn. Ik heb al in 1962 en 1963 met hen gespeeld. Later heb ik veel met Don Everly gewerkt. Aan hun reünieconcert van 1983 heb ik ook meegewerkt en de daaropvolgende 26 jaar was ik zo’n beetje een derde Everly. Verder heb ik over het algemeen goede herinneringen aan het samenwerken met andere artiesten. Slechte ervaringen heb ik eigenlijk niet.”

Blijft u steeds contact houden met de mensen met wie u hebt samengewerkt? “Over het algemeen wel. Met mensen als Eric Clapton mail ik zo af en toe nog en als hij mij uitnodigt om ergens mee te spelen, zoals op zijn Crossroads Festival dan ben ik van de partij. En dat geldt ook voor de collega’s, met wie ik ooit heb gespeeld.”

U treedt ieder jaar nog steeds heel veel op. Hoe belangrijk zijn deze optredens voor u? “Heel belangrijk. Ik moet gewoon blijven spelen om mijzelf verder te blijven ontwikkelen. De reacties van het publiek zijn belangrijk; dat geeft mij energie. En ik doe vaak tijdens de optredens nieuwe ideeën op.”

U heeft over de hele wereld gespeeld in kleinere zalen, in kroegen tot en met festivals met vele duizenden toeschouwers. Waar gaat uw voorkeur naar uit? “Het liefst speel ik in clubs of kleinere theaters. Er is meer intimiteit, de reacties uit het publiek zijn voelbaar en de communicatie er beter.”

Als u deel uitmaakt van de band van iemand anders conformeert u zich dan helemaal aan de muziek van die ander? Of zorgt u ook voor een eigen inbreng? “Ik doe wel wat er van mij wordt verwacht. Maar aan de andere kant kennen ze mij en weten ze hoe ik speel. Mijn speelstijl krijgt men er natuurlijk vanzelf bij.”

U staat bekend als de beste fingerpicking gitarist, een top country gitarist en Clapton noemde u ooit de ‘greatest guitarist in the world’. Wat vindt u zelf van deze benamingen. “Ach, Eric maakte ooit een grapje en dat is zijn eigen leven gaan leiden. Er zijn zoveel verschillende stijlen en zoveel verschillende gitaristen, die allemaal hun eigen aanpak hebben. Het is gewoon niet mogelijk om de allerbeste aan te wijzen.”

U woont nu al vele jaren in de VS. Hoe bent u daar terecht gekomen en heeft u geen zin om ooit weer terug te gaan naar Groot-Brittannië? “In de zestiger jaren ging mijn belangstelling steeds meer uit naar countrymuziek, maar dat kon ik thuis in Engeland niet veel spleen. Toen ik eens op tournee in de VS was en ik daar al die geweldige muzikanten tegenkwam voelde ik me er gewoon thuis en besloot er te blijven. Ik woon al vele jaren met mijn vrouw in Los Angeles we onze dochter woont er ook. We hebben het er goed naar onze zin, dus ik verlang niet echt terug naar Engeland.”

Ik heb ooit eens gelezen dat u Jimmy Page heeft overgehaald om de Les Paul gitaar te gaan spelen. De naam van Page is nu al vele jaren aan dit merk verbonden. “Dat klopt. Ik speelde toen een Les Paul Custom en had een Supro versterker. Jimmy was zo dol op het geluid dat hij dezelfde set voor zichzelf aanschafte. Hij is daar toen bij gebleven.” En zelf schakelde u toen over op de Telecaster. Beviel die gitaar beter dan de Les Paul. “Inderdaad, ik vind de Telecaster beter in de hand liggen en ik vind deze ook geschikter voor de countryrockstijl die ik speel. En iemand in Los Angeles, Dave Evans, maakt de Telecasters precies zoals ik ze hebben wil. En nu heb ik mijn eigen Signature model.”

Dan nog een vraag die ik kreeg toegespeeld van een vriend van me. Het is wat politiek getint, dus als u daar geen antwoord op wilt geven dan is dat in orde. Wat is uw gevoel bij de toenemende vooroordelen ten opzichte van zigeuners en Roma in Groot-Brittannië? Albert denkt even na voor hij antwoord. “Dan kent die vriend van u mijn achtergrond”, lacht hij, “Ik vind vooroordelen ten opzichte van welke bevolkingsgroep niet in orde. Overal komen wel problemen voor met criminaliteit, maar daar mogen goedwillende mensen niet onder leiden. Via mijn vader ben ik zelf van Roma-afkomst en daar ben ik best trots op.”

Wat zijn de plannen voor de toekomst. Staan er meer optredens op stapel? Zijn er plannen voor een nieuwe cd? “Als ik met deze tournee klaar ben ga ik naar huis in Los Angeles. En dan ben ik eerst van plan om daar maar eens in de buurt te blijven. Maar ik weet zeker dat, wanneer men weet dat ik thuis ben, de telefoon weer begint te rinkelen. Dus, wie weet.” Met deze vraag sluit ik het interview af. Ik neem afscheid en bedank de vriendelijke Albert Lee, die zich gaat voorbereiden op het optreden met Bill Wyman’s Rhythm Aces.

Deel: