Als je afgaat op een concert dat wordt aangekondigd als “Muziek die recht naar het hart gaat. De Nederlandse/Australische componist Kate Moore ontketent met minimale middelen grootse emotionele klanklandschappen. Muziek vol weidse panorama?s van traag verschuivende patronen en hypnotiserende inkijkjes”, dan mag je wat verwachten. Als rechtgeaard liefhebber van de minimal music van onder meer Steve Reich en Philip Glass en niet te vergeten van de Nederlandse componist Simeon ten Holt leg je de lat dan meteen behoorlijk hoog. Dat ik er als liefhebber uitstekend vanaf kwam leest u verderop, maar voordat u verder gaat wil ik u met klem aanraden de programma’s van concertzalen goed in de gaten te houden om te zorgen dat u uitvoeringen van het werk van Kate Moore door Saskia Lankhoorn niet gaat missen.

De uitvoering van de cyclus ‘Dances & Canons’ vond plaats in het kader van het festival November Music in Den Bosch. Het festival laat naar eigen zeggen de laatste muzikale ontwikkelingen zien waarbij makers en componisten putten uit hedendaags gecomponeerde muziek, jazz, new world music, muziektheater, visual music, electronics & soundscapes en geluidsinstallaties. In de loop der jaren groeide het festival uit tot het belangrijkste internationale festival voor actuele muziek in Nederland. Op de editie 2014 was Kate Moore een van de ‘componisten in focus’, wat mij betreft een terechte keuze.

‘Dances & Canons’ is een verzameling composities voor piano die, als een geheel gespeeld, de luisteraar meevoeren in een hypnoyiserende klankenwereld van klankklusters, ritmische constellaties en melodische accenten. Daarmee cre?rt Moore een wereld waarin de luisteraar heen en weer geslingerd lijkt te worden tussen houvast, verwarring en verwachting zonder een moment stuurloos te raken. Steeds zijn er weer ankerpunten die ofwel melodisch of harmonisch een richting naar een verre horizon wijzen, om vervolgens verstoord te worden en weer op te lossen. Als ik er dan toch een beeld bij zou moeten geven, denk dan aan het kijken naar wolken die langzaam over drijvend vormen lijken aan te nemen, langzaam oplossen in een schijnbaar vormeloze staat en om dan weer over te gaan in een volgend moment van herkenning. Zo bewegen de composities in ‘Dances & Canons’ ook. Een klankmorfologie die zich moeilijk laat beschrijven en waarvan ik hoop dat mijn poging daartoe eenieder die dit leest zal aanzetten tot het bezoeken van een uitvoering.

Deel: