Op de tweede dag van Bospop ziet het er qua weer aanvankelijk beter uit als de dag ervoor en daar door zijn er waarschijnlijk ook al meer bezoekers bij de openingsact Letz Zep. Cover en tribute bands op een festival als Bospop heb ik vroeger een vreemde zaak gevonden, maar in het verleden bleek vaker dat zij toch meer als alleen een opvulling waren.

Letz Zep is er ook zo een en dat merk je al meteen als ‘Rock and Roll’ de nog slapende festivalgangers op de nabijgelegen camping wakker schudt. Zij benaderen het geluid van Led Zeppelin wel heel erg dicht! Niet voor niets mogen zij Robert Plant zelf tot hun fans rekenen. Een energieke liveshow zorgt dan al voor een goede sfeer en natuurlijk ontbreken ‘Stairway To Heaven’ en ‘Immigrant Song’ niet op de setlist. Een prima opener voor een dag die waarschijnlijk weer veel verrassingen gaat opleveren.

In mijn recensie van de cd ‘Dust & Scratches’ van Thorbjørn Risager maakte ik al melding dat zijn naam op de lijst “Moet ik zien” voorkomt en vandaag is het dan zover. Een van de mooiste nummers van deze cd is ‘On My Way’ en dat wordt later in de set gelukkig ook door hem en zijn band The Black Tornado gespeeld. Dat is een van de hoogtepunten van een voortreffelijke show die geopend wordt met ‘If You Wanna Leave’. De 7 koppige Deense band speelt rete strak en steekt ook de nodige humor in hun show. Een swingende boogie met een geweldige sax-solo van Hans Nijbo wordt met een luid applaus beloond en als hij even niet hoeft te blazen vermaakt hij het publiek met zijn danspasjes. Thorbjørn gunt al zijn bandleden hun solo minuten in de schijnwerpers, al is dat niet altijd door de rookontwikkeling op het podium te zien. Na 45 minuten komt er met ‘Rock’n Roll Ride’ al weer veel te vlug een einde aan een heerlijke show die veel korter leek te duren. Dan ben je dus goed bezig geweest.

In iedere recensie wordt Jimmy Vaughan afgeschilderd als de broer van de veel te vroeg overleden Stevie Ray en voila, nu heb ik dat ook gedaan, maar dan wel uit eerbied voor hun ouders die twee grandioze gitaristen op de wereld hebben gezet. Bij aankomst aan het hoofdpodium is hij al met zijn Tilt-A-Whirl Band aan zijn set begonnen en pik ik nog de laatste tonen van ‘Comin’ and Goin’ mee. Een voornamelijk swingende set met o.a. ‘White Shoes’ wordt goed ontvangen door het publiek en Jimmy brengt ze met zijn voortreffelijke gitaarspel vaak in vervoering. Samen met Lou Ann Burton zingt hij ‘I’m In The Mood For You’, ‘Boom-Papa-Boom’ en ‘Oh Jeah’. Een eerbetoon aan zijn broer met het prachtige ‘Texas Flood’ vormt voor mij toch wel het hoogtepunt, waarna ik me weer naar de tent haast om niks van Vandenberg’s Moonkings te hoeven missen.

De telefoon stond roodgloeiend in huize Vandenberg toen de ex-gitarist van White Snake bekend maakte om met een nieuwe band de podia te beklimmen. Ad(je) had de toekomstige bandleden voor het uitkiezen. Grote namen dienden zich aan, maar Ad koos uit de (nu nog) onbekende Jan Hoving-stembanden, Sem Christoffel-bas en Mart Nijen Es op de drums. Begonnen wordt met ‘Line Of Fire’ en het is even wennen aan het nieuwe repertoire, maar het zit wel goed in elkaar. Jan Hoving blijkt een perfecte stem voor dit werk te hebben en weet ook ‘Burning Heart’ naar een hoogtepunt te tillen. Het is meer als dertig jaar geleden dat ik dit nummer voor het laatst live gehoord heb en weer kreeg ik kippenvel. Ook op de setlist ‘Here I Go Again’ uit de Whitesnake periode van Adje en dat wordt luidkeels meegezongen. Als de band eindigt met ‘Nothing Touches’ wordt er al meteen om een toegift geroepen en die komt er met ‘Allright Now’ ook. Op deze cover van Free gaat het dak er letterlijk af in de tent. The Moonkings zullen we zeker nog eens terug zien op Bospop, maar dan graag op het hoofdpodium!

Southside Johny & The Asbury Jukes bezoeken voor de 2e keer (2010) het festival en over dit bezoek zal nog wel even nagepraat worden gezien de reacties op songs als ‘Walk Away Renee’, I Give you My Heart’, ‘Working To Hard’, I Don’t Want To Go Home’ en de uitsmijter ‘Shake Your Baby Tonight’. Deze klassiekers worden luidkeels meegezongen/gebruld en dat is ook geen wonder want de aanstekelijke mix van soul en R&B (en daar bedoel ik dus good old Rhythm and Blues mee) laten niemand onberoerd. Ook bij hen heb ik het gevoel dat dit niet het laatste bezoekje aan Bospop zal zijn.

Voor het betere Rockabilly werk, gemengd met country invloeden, moet je vandaag in de tent zijn waar The Palladins je wel eens zullen overtuigen waarom zij tot de top van dit genre horen. Dat doen ze met een lekker in het gehoorliggende set, vaak voorzien van het bekende stuntwerk met de staande bas, want het oog wil ook wat. Op sommige plaatsen wordt zelfs ge-rock en rollt maar niet voor lang want de eerste regenbui dient zich aan en dan wordt het wel heel erg druk in de tent. Het trio geeft vol gas en laat zich van zijn beste kant zien. Het is dan ook sneu voor de band dat een groot gedeelte van het publiek de tent verlaat als de bui is gaan liggen. Het zijn voornamelijk de hardrockers die het voor gezien houden en zij hopen natuurlijk vooraan te kunnen staan bij Extreme.

Met het aantrekken van Extreme, doet Bospop de liefhebbers van de late eighties/nineties rock een plezier want zij zijn op tournee met de ‘Extreme Pornograffitti Live Tour’. Naast dit meest succesvolle album zullen ze ook hun grootste hits spelen. Dat redden ze natuurlijk niet in de hun toegestaande tijd, maar dat heb je nu eenmaal met festivals als je niet de headliner bent.. De band die voor velen gezien wordt als een ‘one-hitwonder’ met ‘More Than Words’ uit 1990, bewijst dat ze véél meer zijn dan dat. Een klein regenbuitje dreigt roet in het eten te gooien maar drijft gelukkig overals zij hun show starten. Na een zestal harde nummers volgt, voor velen eindelijk, het akoestische ‘More Than Words’. Een inkoppertje voor de band, want de hit werd voornamelijk door het publiek gezongen. Dat gebeurd ook later bij het bekende ‘Hole Hearted’, dat overgaat in ‘Grazy Little Thing Called Love’. De band sluit het de energieke show die van die typisch Amerikaanse show elementen voorzien is af met ‘Get The F.ck Out!’

De hardrockers spoeden zich naar de tent waar het harde werk nog harder zal klinken met The Winery Dogs. Drummer Mike Portnoy weet de weg naar Weert inmiddels ook wel te vinden, hij was er al eens met Dream Theater en Andrealine Mob. Nu heeft hij Richie Kotzen (gitaar, o.a. Poison, Mr. Big) en Billy Sheehan (bas, o.a. Mr. Big) meegenomen en maakt met hen muziek die dubbele oordoppen verplicht. Op de manier waarmee waarmee Billy Sheehan met zijn basgitaar omspringt zou een taakstraf moeten staan, je krijgt bijna medelijden met het instrument. In deze als superband aangekondigde formatie kunnen zij hun ei kwijt met andere muziek, wat bij Mr. Big niet mogelijk zou zijn. De energieke show met gillende solo’s van Ritchie Kotzen is niet iedereens cup of tea en het zijn dan ook alleen de die hards van het harde werk die in de tent achter blijven om de show tot het einde te volgen.

Donkere wolken trekken over het terrein als Triggerfinger aan hun set begint. In de lege tent is de dichtstbijzijnde bar en als ik net mijn consumptie bestelt heb breekt buiten een noodweer los. De tent blijkt weer een enorme aantrekkingskracht te hebben en ik zie een meute op me afkomen dat je alleen bij de start van een marathon ziet. Vele persoonlijke records zullen verbroken zijn want binnen de minuut staat de tent tjokvol. Er in komen is net zo moeilijk als er uit komen, die drang voel ik overigens ook niet. Daarom valt er weinig over het optreden van Triggerfinger te melden. In de tent klinken alleen de bas dreunen door waar in ik op een gegeven moment wel ‘Follow Rivers’ meen te herkennen.

Paul Carrack is voor mij een van de trekpleisters op het affiche. Ik blijf dan ook fijn in de tent als de bui voorbij is. Een paar maanden geleden maakte hij met zijn fantastische band veel indruk op mij in het theater en wist iedereen tot meezingen te verleiden met zijn grootste hits. Ook vanavond staan o.a. ‘How Long’, ‘Over My Shoulder’ en ‘Don’t Shed A tear’ weer op de setlist, maar dan in een totaal ander arrangement. Dat is jammer, want als je een klassieker als ‘Don’t Shed A Tear’ alleen aan de tekst herkent, ga je ondanks een lekker groovende show toch wel een beetje de mist in. Daarin werd hij bijgestaan door de rookmachines – het spul moest blijkbaar op – die er voor zorgden dat de show op de schermen bijna niet te volgen was.

Hoe je het publiek dient te bespelen hoef je de man die zo graag over regen zingt niet te leren. John Fogerty is de absolute afsluiter van deze 34e editie van Bospop. Zijn tijdloze muziek houdt al 3 generaties stand. Ook al speelt hij op de automatische piloot – alleen ‘Lodi’ steekt in een nieuw jasje – hij weet wel het publiek in juichstemming te brengen met ‘Hey Tonight’, ‘Green River’ en ‘Born On The Bayou’ om er maar enkele te noemen. Bij mij slaat de vermoeidheid langzaam toe en aangezien zijn show niet vernieuwend is, besluit ik hem ook niet af te kijken. Als ik mijn bonnen bij een van de eet-standjes opmaak, overstemd het geluid van zingende menigte de zang van John Fogerty op ‘Who Stopped The Rain’. Als je zo’n stemming weet op te wekken, dan is je missie als headliner meer dan geslaagd.

Ook de tweede Bosop dag had weer veel verrassingen in petto en het festival mag -ondanks de inmenging van de weergoden- als zeer geslaaagd beschouwd worden!

Foto’s (c) Ed Hul

Deel: