Na een veelbelovende start in 2012 met King King en The Rhythm Chiefs werd op Sinterklaas dag de tweede Blues Night van Hamont-Achel georganiseerd. Op deze eerste vrijdag van december stonden er twee Belgische bands op het programma en als headliner had de organisatie Ana Popovic weten te strikken, die in De Posthoorn haar laatste concert van 2013 kwam spelen.

Rond halfnegen kwamen de vier leden van Bourbon Street het podium op om de aftrap van deze tweede Blues Night te geven. Het scheelde niet veel of de jongens van Bourbon Street hadden in Hamont niet op het podium gestaan. Vrijdag morgen lag gitarist Jo nog steeds in de kliniek met een bacteriële bloedinfectie. De jongens speelden vooral covers van stevige blues en rock met een spicy kantje. Het repertoire van Bourbon Street bestond uit songs van Stevie Ray Vaughan, Tony Joe White, Julian Sas, Walter Trout, Poppa Chubby en Albert Collins. Ze speelden de songs niet klakkeloos achterna maar deden de nummers wel een eigen jasje aan. Zanger en bassist Mario of Little M is een echte frontman die over meer dan een degelijke stem beschikt.

Het is een vlotte kerel en dat liet hij ook regelmatig merken in de conversaties met het publiek. Dat gitarist Jo s’morgens nog in de kliniek lag was niet te horen want zowel in het openingsnummer ‘Honey Baby’ als in ‘Home Town’ werd hij al dadelijk aan het werk gezet en hij deed dat met verve. Ook Luke deed zich in deze ‘Home Town’ voor de eerste keer opmerken op zijn mondharmonica. Mario bleef de knappe baslijnen opstapelen, zijn basgitaar klonk geweldig mooi en zuiver. Er volgde ook een zeer knappe versie van Tony Joe White zijn ‘Roosevelt and Ira Lee’. Heel gedreven en knap waren ‘Monday Lovers’,’Sugarcup Boogie’ en ‘Honey Hush’ met de schijnwerper gericht op Luke. Hij verrichtte meer dan voortreffelijk blaas en zuigwerk. Maar ook gitarist Jo liet zich in ‘Honey Hush’ niet onbetuigd en kreeg de handen op elkaar door zijn vingervlug gitaarwerk. Spijtig genoeg was er te weinig tijd om nog een toegift te spelen, de tijd was te beperkt. Bourbon Street kan terugkijken op een geslaagd optreden.

Daarna was het de beurt aan de jonge Leuvense band Barefoot And the Shoes. Deze groep met de in Amerika geboren frontman Brent Buckler hebben al twee albums op hun naam staan, ‘Exit Out Of Dreamland’ in 2011 en ‘The lalaland Laggard’ in 2013. Ze stonden al op grote festivals als Suikerrock 2011 en 2012, Marktrock 2011, Gevarenwinkel 2011, Dranouter 2012 en Swing Wespelaar 2012. Zelf had ik dit jong geweld nog niet bezig gezien of gehoord, dus was ik reuze benieuwd. Wat dadelijk opviel tijdens het opstellen van hun materiaal was dat ze over veel instrumenten beschikten en daar waren er een paar bij, zoals een melodica, een mandoline en een vintage synthesizer uit de jaren zeventig, die men niet zoveel ziet in het blues, bluesrock circuit. De soundcheck nam redelijk wat tijd in beslag want het moest juist zijn, en daar is niets mis mee. Het toont hun professionele ingesteldheid.

Ook viel dadelijk op waar de groepsnaam vandaan kwam. Frontman Brent liep heel de tijd blootsvoets en zijn drie mede muzikanten hadden hun schoenen aan. Muzikaal zat het heel goed in elkaar, al was ik wel verrast door het genre muziek dat ze speelden. De beste omschrijving is misschien nog wel folk met heel wat rock invloeden en een heel klein beetje blues. Brent ‘Barefoot’ Buckler beschikt over een volle krachtige stem, maar is meer een verteller dan zanger. Barefoot And The Shoes maakten op een groot deel van het publiek toch een zeer goede indruk, wat zich vertaalde in heel wat applaus na elk nummer. Hoogtepunten waren voor mij zeker het mooie gitaarwerk van Sander Cliquet en sublieme bassolo van Vincent Lambreghts in ‘Wayfaring Stranger’. Ook ‘Snowdrop Flower On Essexstreet’ was muzikaal top met de sublieme klanken van de vintage synthesizer en het mooie geluid van de mandoline.

‘If I Am Getting Old’ met Brent op melodica vond ik één van de beste nummers. Het meest bluesy nummer was ‘Positivibility’ met Sander Cliquet die funky gitaar speelde. Maar het beste nummer vond ik toch ‘In The Shadow Of James Narrator’. Als je de video bekijkt krijg je ook een idee over het soort muziek dat Barefoot And The Shoes speelde. Wederom werd het nummer op een prachtige manier verteld door Barefoot. Het zijn vier goede muzikanten, die op een sublieme manier de muziek maken waar zij achter staan. Die muziek is misschien wat apart, maar zeker de moeite waard. Voor dit soort van muziek is er altijd plaats. Zaterdag 7 december, dus de dag na dit optreden stonden Barefoot And The Shoes samen met nog zes andere bands in het Depot te Leuven voor de finale van Rockvonk. Spijtig genoeg voor hen wonnen ze deze finale niet maar eindigden ze toch op een eervolle tweede plaats. Proficiat Brent, Sander, Vincent en Marijn.

De headliner van de avond was de Servische Ana Popovic. Deze dame heeft nooit beter gespeeld dan de laatste twee jaar. Zelf is ze steeds blijven groeien als gitariste en ze heeft een prima band bij haar met de energieke Ronald Jonker op de basgitaar, met de sublieme toetsenman Michele Papadia en met één van de beste drummers Stephane Avellaneda. Ana Popovic zou op de 2de Blues Night in Hamont- Achel haar laatste concert van 2013 spelen en daarna zou ze een welverdiende vakantie nemen. Maar ze zou nog één keer alle registers opentrekken. Beginnen deed de band zoals gewoonlijk met een instrumentaal uptempo nummer tot Ronald het woord nam om Ana Popovic aan te kondigen. De frontvrouw omgordde haar Fender Stratocaster en startte dadelijk met de titelsong van haar laatste album ‘Can You Stand The Heat’. Een heel funky ritme met de subtiele maar o zo mooie begeleiding van de Hammond. Ana liet ook dadelijk haar slanke vingers de juiste snaren beroeren en Stephane Avellaneda bewees op zijn Tama nog maar eens al het goede dat over deze jongeman gezegd wordt. Het werd heel bluesy met ‘Object Of Obsession’.

Ronald Jonkers plukte heel gedreven stevige en knappe baslijnen uit zijn vijf snaren basgitaar. Er werd verder geput uit nummers van het nieuwe album. De Rolling Stones cover ‘Rain Fall Down’ kreeg een bluesy sausje. De ritmesectie speelde strak en stevig maar het was toch de frontvrouw die alle aandacht naar haar toe trok met een vettige jammerende solo. Ook het volgende funky nummer ‘Every Kind Of People’ is een cover die op dat laatste album ‘Can You Stand The Heat’ te vinden is. Ana en haar drie muzikanten trokken het tempo daarna fors omhoog met ‘Work Song’. Altijd in beweging en al goed bezweet martelde Ronald zijn vingers op de dikke snaren van zijn bas. Michele gaf via de toetsen de aanloop voor een vingervlugge gitaar solo van frontvrouw Popovic. Tussen het spetterende toetsenwerk door vroeg Ana aan het publiek of ze van de blues hielden. Het antwoord was natuurlijk positief en dadelijk daarna galmde ‘Business As Usual’ door de boxen van De Posthoorn. Ana ging volledig op in de solo die ze speelde. Een daverend applaus was het resultaat. In ‘How’D You Learn To Shake It Like That’ liet Ana horen dat ze ook uitstekend slide kan spelen. Dit is pompende en dampende blues met een aanstekelijk ritme. Stephane drumt heel strak en stevig en Ronald geeft op sublieme manier van jetje op zijn bas.

Dit is muziek waar je moet op bewegen, of je wil of niet. Ook in ‘Count Me In’ liet Ana haar klasse als slide gitariste bewonderen. De meest funky song van de avond was misschien wel het minder bekende ‘Your Love Ain’t Real’. Michele Papadia in grootse doen op de toetsen en Ana met veel pedaalwerk. In 2012 verscheen ‘Unconditional’ en ook de titelsong van dit album ontbrak niet. Het nummer heeft een heel jazzy tintje. Michele stond nog maar eens in de schijnwerpers. Na zijn knap vingerwerk op de toetsen nam Ana zelf over met een knap getokkel op haar Strat. Veel pauzes waren er niet tussen de nummers er werd een strak tempo aangehouden. ‘Can’T You See What You’Re Doing To Me’ is een cover van Albert King die ook op ‘Can You Stand The Heat’ staat. Dit nummer heeft een uitstekende groove. Hier verdeelde Ana de aandacht tussen haar, Ronald, Stephane en Michele. Ze mochten alle drie even laten horen dat ze echt wel toppers zijn, maar dat hadden de aanwezigen al lang opgemerkt. Maar het is toch altijd fijn als je frontvrouw je werk waardeert en je van tijd tot tijd de kans geeft om te schitteren.

Ana vertelde ook al haar plannen voor 2014. Ze was uitgenodigd om in maart en april een reeks optredens te doen ter ere van Jimi Hendrix. Ze zou daar als enige vrouw tussen een lijst topmuzikanten zoals Buddy Guy, Jonny Lang, Kenny Wayne Shepperd, Doyle Bramhall II, Eric Gales en nog vele anderen, nummers van de legendarische Jimi Hendrix spelen. Momenteel wist de zangeres nog niet of deze tour ook Europa zou aandoen, maar ze raadde aan om haar website in het oog te houden. Een nummer dat Ana tijdens die tour zeker zal spelen is ‘House Burning Down’. Meer dan tien minuten klasse muziek, funky bluesrock op heel hoog niveau. Ana Popovic beschikt echt wel over een stevige en talentrijke ritmesectie met de energieke in het zweet badende Ronald Jonker en de uitmuntende Franse drummer Stephane Avellaneda. Afgesloten werd er met het funky ‘Hold On’.

Ronald mocht hier een langere bas solo spelen en kreeg daarvoor van alle aanwezigen een daverend applaus. Na Ronald nam Stephane het over. Ongelofelijk wat deze jongen allemaal kan op zijn drumstel. Het leek allemaal zo gemakkelijk, maar wat hij deed was echt niet zo simpel. Dan verdween de blonde zangeres in de coulissen en bleven de muzikanten nog een tijdje doorspelen, maar aan alle mooie liedjes komt een einde, dus verdwenen ook de jongens van het podium. Maar het beste moest nog komen, met ‘Navajo Moon’. Dit is een ouder nummer van Ana geschreven als eerbetoon aan één van haar grootste idolen, namelijk Stevie Ray Vaughan. Bij dit instrumentaal nummer kon je niet onbewogen blijven. De gitaar van Ana jammerde en krijste zo hard en intens dat het door merg en been ging. Alleen voor die dertien minuten in dit laatste nummer zou ik al uit mijn luie zetel komen om naar een concert te gaan. Knappe afsluiter van een puik concert en een heel fijne tweede Blues Night.

Deel: