Een paar dagen voor de première van zijn nieuwste voorstelling 3Kw4rt in Leiden sprak ik met [[Kasper van Kooten]] over zijn gelijknamige cd en tournee. Ondanks de spanning van de première oogt hij lekker relaxed, en zo komt hij ook over. We mogen blij zijn dat hij tijd voor ons heeft, want Kasper is een druk bezet man, doet allemaal leuke dingen, acteren, cabaret en zingen, en dat allemaal in één, in zijn nieuwe show, die hij in de theaters brengt.

“Het podium is bekend terrein voor me, ik drum natuurlijk al heel lang, had in 2003 mijn eerste solo-cd, had een klein hitje met ‘Mooie Blouse’ en heb inmiddels mijn vierde studio-album klaar. En met dat cabaretprogramma heb ik een vorm gevonden waarbij ik alles tegelijk kan doen. Zingen, acteren en cabaret, dat komt allemaal samen in het theater. Driekwartsmaat, daar gaat de hele cd om, die is helemaal geschreven in 3/4 maat, of afgeleiden, 6/8 of 9/12e, en de hele voorstelling gaat er over dat we in Nederland 1 kwart missen. Een belangrijk kwart, wat dat dan is; gevoel, overtuiging, in de muziek misschien, want daar missen we ook een kwart waardoor we alleen maar kunnen walsen, en bijvoorbeeld geen tango of salsa of zo, dat is typisch Nederlands. Dat kwam in mij op, toen ik anderhalf jaar geleden de titel voor mijn nieuwe theaterprogramma aan het bedenken was. Toen bedacht ik me dat ik de cd dan ook maar 3Kw4rt te noemen, met de liedjes die er in komen, dan versterkt het mekaar. Ik vond het gewoon een heel leuk experiment om een hele cd in 3/4 maat te doen, en dat is gelukt denk ik. Het lijkt misschien wel een beperking van tevoren, maar uiteindelijk was dat toch wel heel erg leuk´, aldus Kasper.

(c) Sharon Ann MolenmakerUiteindelijk bleek het geen beperking: “Kijk, van tevoren toen we dat zo afspraken met de band, toen waren de reacties wel zo van ‘”Ho ho, mogen we alleen maar walsjes in 3/4 maat?”, maar als je bedenkt, ‘Niet of nooit geweest’, van [[Acda en de Munnik]], waarop ik zelf ook heb gedrumd, dat is ook helemaal in 3/4 maat, een 6/8e en dat is toch echt prachtig. En ook bijvoorbeeld ‘Gravity’ van [[John Mayer]], om maar iets te noemen, dat is ook in 3/4 maat, dat is een blues, en zo zijn er echt heel veel dingen op te noemen in 3/4, je kan er echt heel veel mee doen. Alles waar ik over zing heb ik in een bepaalde vorm wel meegemaakt. Misschien niet exact zo, ik zing liedjes en vertel verhalen van dingen die ik zie en meemaakt. Kijk, ik ga nooit helemaal precies vertellen hoe ik iets meemaak, maar dit zijn toch wel dingen uit mijn eigen leven. Op een feest bijvoorbeeld, dat ik om me heen keek en dacht “Wat doe ik hier? Al die mensen die maar van het buffet staan te graaien…”, en dat zing ik ook. Op zo’n moment kan ik mijn geduld gaan verliezen, en ik zing dan ook “op het einde, vlak voor ik flip, pakt ze m’n hand en neemt ze me mee naar huis”, net voor het fout gaat wordt ik nog net tot de orde geroepen door iemand, zeg maar. Dat is ook iets typisch Nederlands, als ze iets zien: graaien graaien graaien. Dat is misschien ook iets typisch Nederlands, een deel van het ontbrekende kwart. Dat is ook wat ik in de voorstelling dan ook vertel, we missen gewoon vaak een soort van gevoel, iets van overtuiging. Iedere Nederlander heeft ook altijd meteen maar een mening over van alles. Iedereen begint altijd maar te roepen, dat is slecht en dat is niet goed, en dat moet anders. Onderbuikgevoelens, zeker nu net zo rond de verkiezingsperiode, nou ja, dat ontbrekende kwart overtuiging, dat gevoel is eigenlijk bij iedereen ingevuld door een mening. Kijk, het lijkt nu misschien alsof het een heel negatief programma is, maar dat is niet zo; het blijft natuurlijk een muzikaal cabaretprogramma, dus om te lachen, het moet een vermakelijke avond worden.
Maar ik geef gewoon enkele voorbeelden waarvan ik denk dat de gemiddelde Nederlander toch iets mist.”

Het is toch wel een tegenstelling, blues is doorgaans down, en cabaret is in feite huis altijd opwekkend en leuk. Kasper springt direct in: “Ja, maar dat is toch juist hartstikke mooi om te doen, cabaret hoeft van mij ook niet altijd vrolijk te zijn. Kijk, je moet er niet om moeten huilen, en vingertje of boodschap te hebben, maar een klein beetje iets om over na te denken, een twist er aan moet het toch mogen hebben, nietwaar? Bij Adca en De Munnik ben ik gestopt met drummer omdat ik toentertijd zelf Cd’s ging maken, het theater in ging, en alle tijd er voor nodig had, en gewoon geen tijd mee had voor hen. In tegenstelling tot bij hen, hoeven mijn bezoekers toch niet bang te zijn dat het cabaret verloren gaat tussen de muziekstukken door. Er is zoveel cabaret, en bij mij zal dat nooit verloren gaan. Kijk, Acda en de Munnik zijn in feite ook pas echt doorgebroken toen met hun muziek, dat was toch hun ding, hun doorbraak was natuurlijk met dat liedje, ‘niet of nooit geweest’ en daarna gingen we dan die concerttournee doen, dat was inderdaad eigenlijk alleen maar muziek. Logisch, want dat was waar Nederland ze voor het grootste deel van kende, en bij mij is het wat gespreider, mensen kunnen mij kennen uit de theaters, maar ook als acteur bijvoorbeeld, Van [[All Stars]], maar ehm, ik kan in die zin wat meer doen, omdat ik niet van maar één ding bekend ben. Dat is wel fijn. Mensen vragen wel eens van wat doe je nou. Ik hoef niet te kiezen, ik kan drie dingen goed, en ik geniet er ook van dat ik het allemaal ook kan. Ik moet wel eerlijk zeggen dat een theaterpersoonlijkheid worden, war ik toch langzaam mee bezig ben, Kijk, cabaret is ook maar een verzamelaar, het theater dat ik dan gewoon wil maken, waar cabaret en acteren met typetjes en een muziekjes goed in vertegenwoordigd zijn, dat vind ik toch het leukste. Als ik moet kiezen zou ik geen antwoord kunnen geven, ik kan het echt niet. Mensen vragen het me vaak, maar ik kan het gewoon niet. Het is, als ik dan toch antwoord moet geven, toch wel het theater waar ik me het meeste op mijn plek voel. Niet dat ik acteren of zo niet leuk vind, want dat vind ik super, maar in het theater kan ik dat ook. “

(c) Sharon Ann MolenmakerMijn vraag is of er dan nog wel dingen zijn die hij nog graag zou willen doen? “Kijk, ik ben een korte afstandsdenker, ik kijk ook niet echt jaren vooruit van wat ik nog zou willen doen. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit nagedacht over een boek schrijven, of alles achter me laten en naar Hollywood verhuizen of zo. Het enige waar ik soms wel eens over denk is dat ik ooit wel eens in Nederland, of in het buitenland een eigen klein theatertje zou willen hebben, waar een geweldige keuken bij zit, waar dan geweldig gekookt wordt. Tsja, koken kan ik niet zo goed, dus dat ik dan daar zelf de programmering doe. Nee, ik ben gewoon heel blij met wat ik op dit moment doe, ik hoef niet zo nodig van dit of dat doen, ik neem zoals het komt, ik prijs me heel gelukkig dat ik dit mag doen. We zijn nu begonnen met de tournee, ik heb nu verschillende grote en kleine zalen gehad, nu bijvoorbeeld ook de [[Kleine Komedie]] in Amsterdam, In de grote zaal staat de muziek meer overeind, in de kleine zalen is het allemaal wat intiemer, eigenlijk vind ik die afwisseling ook erg leuk, ik zou het altijd zo blijven doen. Kijk nu kan het niet, nu zijn we met een hele band, en decor, en dan is het soms veel te groot voor in een klein zaaltje, maar try-outs blijf ik het altijd wel doen, dan zit je toch dichter op het publiek, kun je beter merken wat de mensen er echt van vinden”, besluit Kasper voor hij weer druk aan de gang gaat met de voorbereidingen van de tournee die hem de komende maanden door heel Nederland brengt.

Foto’s Kasper van Kooten: Copyright 2010, Sharon Ann Molenmaker

Deel: